Met dood Al-Baghdadi is jihadisme niet verslagen

28 oktober 2019Leestijd: 4 minuten
Al-Baghdadi in 2014 Foto: EPA

De vreugde over de dood van de barbaarse IS-leider Abu Bakr al-Baghdadi is terecht, schrijft Afshin Ellian. Maar de strijd tegen het jihadisme is, net als met de dood van Osama bin Laden, allerminst gestreden.

De zoon van een schaapherder uit Samara (Irak) werd de plaaggeest van Amerika en Europa. Eerder was Osama bin Laden de plaaggeest van twee presidenten van de Verenigde Staten. Bill Clinton en George W. Bush hebben tijdens hun presidentschap tevergeefs getracht om Bin Laden te doden. President Barack Obama neutraliseerde Bin Laden.

Ibrahim Awad al-Badri wilde de koning van alle moslims zijn

Vervolgens werd Al-Baghdadi de plaaggeest van president Obama. De leider van IS is nu naar de hel geholpen door president Donald Trump. De man die de koning van alle moslims wilde zijn, blies zichzelf op bij de inval van de Amerikaanse commando’s in zijn schuilplaats in Syrië.

Afshin Ellian

Prof.mr.dr. Afshin Ellian (Teheran, 1966) is hoogleraar encyclopedie van de rechtswetenschap en wetenschappelijk directeur van het Instituut voor Metajuridica aan de rechtenfaculteit van de Universiteit Leiden. Hij schrijft wekelijks onder meer over de idealen en vrijheden van de westerse cultuur.

Ibrahim Awad al-Badri, met de artiestennaam Abu Bakr al-Baghdadi al-Husseini al-Qurashi is martelaar geworden. Het was een zeer gepaste namenreeks voor iemand die de koning van alle moslims wil zijn: Abu Bakr was de eerste opvolger van de profeet Mohammed en de oprichter van het islamitische kalifaat, Hussein is de kleine zoon van de profeet en de derde imam van sjiieten, Qurashi verwijst naar de stam van de profeet Mohammed.

In 2004, een jaar na de Amerikaanse invasie in Irak, werd Ibrahim Awad al-Badri door de Amerikaanse troepen opgepakt. Toen was hij 33 jaar oud. Hij kwam in het gevangenkamp Bucca terecht. Ibrahim werd niet als een gevaarlijke man gezien en daarom werd hij in een lichtere afdeling geplaatst. Na zes maanden werd hij vrijgelaten. Daar maakte de onbekende en onbelangrijke Ibrahim contact met mensen die later bijna allemaal een rol zouden spelen in een omvangrijk netwerk van jihadisten.

Al-Qa’ida zag Baghdadi als een ongeleid projectiel

Uiteindelijk werd Ibrahim na zijn vrijlating actief in Al-Qa’ida in Irak. En rond 2010 werd hij de leider van de Iraakse Al-Qa’ida. De zoon van de schaapherder schopte het ver. Hij werd de bekendste man uit Samara ooit. Maar de leiding van Al-Qa’ida zag in hem een ongeleid projectiel. In een korte tijd doodde hij nogal veel Iraakse sjiieten.

Dat bracht Ayman al-Zawahiri, destijds de tweede man van Al-Qa’ida, ertoe om in een open brief aan Al-Badri te vragen om zijn organisatie niet langer de Islamitische Staat van Irak en Syrië (ISIS) te noemen. Ook moest hij stoppen met het doden van sjiieten: ‘Richt je pijlen op het leger van Bagdad, Amerika en de handlangers van Amerika,’ beval Al-Zawahiri. Bovendien moest hij van de leiding van Al-Qa’ida slechts in Irak opereren tegen de Amerikaanse troepen.

Lees ook dit commentaar van Robbert de Witt terug: Met de val van laatste IS-bastion komt einde aan gruwel

De zoon van een schaapherder wilde de herder zijn van alle moslims en daarom richtte hij het kalifaat op. Vanuit de Al-Nuri-moskee in Mosul tijdens een vrijdaggebed (5 juli 2014) kondigde hij Islamitische Staat, het nieuwe kalifaat, aan. Ibrahim al-Badri werd de kalief Abu Bakr al-Baghdadi. Objectief beschouwd was Abu Bakr al-Baghdadi succesvoller dan Al-Qa’ida. Hij veroverde een groot gebied en bracht in de jihadistische netwerken ongekend enthousiasme teweeg. Zijn fysieke kalifaat is er niet meer. Daarentegen bestaat zijn organisatie wereldwijd: in Afghanistan, Pakistan, Centraal-Azië en zelfs in Sri Lanka waar zijn aanhang een gruwelijke aanslag pleegde op kerkgangers op de eerste paasdag.

IS is geen fysiek kalifaat meer, maar wel levensgevaarlijk terreurnetwerk

De wereld is nog niet verlost van IS. Volgens het laatste rapport aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties zijn er alleen al in Syrië meer dan 30.000 jihadisten actief. Een groot deel daarvan is lid van IS. IS is niet langer een kalifaat in de fysieke zin, maar wel een terreurnetwerk in de ware zin. Wij, de bewoners van Europa, mogen dit absoluut niet onderschatten.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Afgelopen zaterdagnacht op 26 oktober werd een zeer gewaagde operatie door de Amerikaanse commando’s (Delta Force) in het dorpje Barisha (in de provincie Idlib van Syrië) tegen Al-Baghdadi in gang gezet. President Trump noemde hem een verdorven, gewelddadige man, en op die manier is hij ook gestorven: ‘Baghdadi was vicious and violent, and he died in a vicious and violent way, as a coward running and crying.’ Daarbij verwees Donald Trump naar de Amerikaanse slachtoffers van IS: James Foley, Steven Sotloff en Peter Kassig. Terecht verwees president Trump naar de genocide op jezidi’s, en brute executies van krijgsgevangen.

Dood Al-Baghdadi een gamer changer? Ik denk het niet

Lees ook deze column van Philip van Tijn over de Jezidi’s: Waar blijven de echte slachtoffers van de Kalifaat-waanzin?

Is de dood van Al-Baghdadi een game changer in the war on terror?

Dat denk ik eerlijk gezegd niet. Al in augustus wees Al-Baghdadi zijn opvolger aan: Abdullah Qardash. Hij zat met Al-Baghdadi in het kamp Bucca gevangen. Natuurlijk heeft hij niet het charisma van Al-Baghdadi. Maar iedereen kan in zijn rol groeien. Bovendien zijn er nog andere jihadisten die ook de organisatie kunnen leiden. Maar zelfs als alle kaders van IS worden gedood, mogen we niet spreken van een game changer in the war on terror. Dit is immers een ideologische strijd. De dood van een jihadistische leider heeft slechts een tijdelijke betekenis voor de strijd tegen het islamitische terrorisme. Maar daarna gaan de terroristen zich weer herstellen.

Bin Laden, Al-Baghdadi of ayatollah Khamenei, ze zijn jihadistische inwisselbare figuren. De ideologie van het jihadisme zal ook na hen voortleven. Nooit in de moderne tijd had het jihadisme zoveel aantrekkingskracht.

Het islamitische paradijs dreigt vol te raken van mannen met kalief-ambities.

De dood van Al-Baghdadi is helaas niet het einde van het jihadisme of de  islamitische dreiging.