Zolang de islam er regeert, hoort Turkije niet bij Europa

11 mei 2016Leestijd: 4 minuten
EPA

Integere mensen verdienen respect. Wetenschappelijke theorieën en uiteenzettingen zijn niet onfeilbaar. Ook wetenschappers kunnen fouten maken, soms door verkeerde aannames.

In de wetenschapsfilosofie, een verplicht academisch vak in alle disciplines, wordt al een eeuw gedebatteerd over de betrouwbaarheid van waarnemingen, de juistheid van theorieën en de procedure bij de vaststelling van een waarheid. Dat debat is niet ten einde; er bestaat nog steeds een reële kans dat sommige wetenschappelijke waarnemingen of theorieën onjuist zijn.

Gerenommeerd

Prof.dr. Erik-Jan Zürcher is als deskundige op het gebied van Turkije verbonden aan de Universiteit Leiden. Hij is een gerenommeerd hoogleraar. In een rapport voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) in 2004 verdedigde hij de toetreding van Turkije tot de Europese Unie.

16els019z001Deze week in Elsevier
Turken kijken uit naar einde visumplicht. Voor nieuwe invasie kansarme plattelands-Turken hoeft Europa niet te vrezen: het zijn nu vooral Koerden en hoogopgeleide jongeren die weg willen. ‘Ze zullen direct op het vliegtuig naar Europa stappen.’ Lees verder >

Ik citeer zijn argumenten voor toetreding van Turkije tot de EU, zoals hij die onlangs in een artikel in NRC Handelsblad nog eens ophaalde: ‘(…) dat Turkije deel van Europa kon gaan uitmaken omdat het land een gezamenlijke geschiedenis met Europa deelde (het zwaartepunt van het vroegere Ottomaanse Rijk lag immers honderden jaren in Zuidoost-Europa); en dat het feit dat 98 procent van de Turken moslim was, geen hinderpaal hoefde te zijn omdat ook de islam deel van de Europese geschiedenis uitmaakte en bovendien de seculiere staat in Turkije diep wortel had geschoten. Ik bepleitte toetreding van Turkije tot de EU omdat ik vond dat Europa zijn belangen in het Midden-Oosten en de Kaukasus eigenlijk alleen met Turkije aan boord effectief zou kunnen verdedigen.’

Dit waren zijn aannames bij het vaststellen van een politiek historisch vraagstuk.

Harde werkelijkheid

Nu, een decennium later, is hij nog steeds van mening dat met deze argumenten niets mis is. Maar hij komt wel tot de conclusie dat hij helemaal fout zat met zijn verwachting ‘dat het toetredingsproces de democratische krachten in Turkije zou versterken en dat het de groei van de rechtsstaat onomkeerbaar zou maken’. Zürcher is een dapper wetenschapper. Hij is bereid de harde werkelijkheid onder ogen te zien: ‘Ik had het bij het verkeerde eind. Turkije kan geen deel uitmaken van Europa.’ Lof voor deze hoogleraar.

De eis van Erdogan is afgewezen - Foto: AFPSyp Wynia over de botsende loyaliteiten van Nederlandse Marokkanen en Turken
Lees verder >

Zürcher erkent dat hij had moeten luisteren naar waarschuwingen van secularistische Turken. Hun vaststelling dat Recep Tayyip Erdogan de EU en het toetredingsproces gebruikte ‘om zijn interne vijanden uit te schakelen en geleidelijk de rol van de islam in de maatschappij te vergoten, deed ik af als bekrompen bangmakerij’. Ook ik heb dit vaak gezegd en geschreven.

Kritiekloos

Hier zijn we bij een gevoelig punt beland. De Afshin Ellians van Turkije werden beschuldigd van bekrompenheid en bangmakerij. Geregeld werd over mij en mijn geestverwanten geschreven dat wij handelaren in angst zijn. De WRR had ook alleen maar interesse in mooie, kritiekloze verhalen over de islam, zelfs over de radicale islam, de sharia en natuurlijk ook over Turkije.

Ook de Turkse islamisten hadden grote waardering voor een Nederlandse hoogleraar die hun zaak in het hart van Europa bepleitte. Dus kreeg Zürcher in 2005 een belangrijke onderscheiding van de Turkse regering voor het voorlichten van Nederland over Turkije. Nu geeft hij zijn medaille terug aan Turkije.

Gokken

Zürchers voorbeeld verdient navolging. Niet alleen hij, maar ook de WRR en andere overheidsorganen moeten kritisch durven te kijken naar hun eenzijdige wetenschappelijke productie. Zürcher staat nog steeds achter zijn aannames. Met alle respect voor collega Zürcher, beschouw ik zijn aannames als verkeerde vooronderstellingen. Een wetenschappelijke analyse moeten we niet verwarren met gokken op een voetbalwedstrijd. Dat de uitkomst van Zürchers analyse evident verkeerd was en is, heeft te maken met de aannames die eraan ten grondslag liggen. Dit zijn die verkeerde aannames:

Turkije kan deel uitmaken van de EU omdat Turkije vanwege het Ottomaanse Rijk een gezamenlijke geschiedenis deelt met Europa. Deze geschiedenis begon echter niet lang geleden (historisch gezien) met de verovering van het Griekse Europa, en daarna andere delen van Europa. De geschiedenis van vervoering en jihad is een gedeelde geschiedenis met de vijand. Daaruit kan niet worden afgeleid dat de vijand plotseling een beste vriend, of zelfs een familielid is geworden.

Wedergeboorte

Het feit dat 98 procent van de Turken moslim is, hoefde geen hinderpaal te zijn, omdat ook de islam deel uitmaakte van de Europese geschiedenis en bovendien de seculiere staat in Turkije wortel had geschoten. Deze aanname berust op minstens twee fouten. Ten eerste maakt de islam geen deel uit van de geestelijke, religieuze, juridische en culturele geschiedenis van Europa. De islam viel Europa aan en Europa raakte in oorlog met de islam. Ten tweede werd het Turkse secularisme niet voor niets met wapens verdedigd: de wedergeboorte van de politieke islam werd in Turkije noch elders in de islamitische wereld uitgesloten.

Waarom maken westerse geleerden dit soort fouten? Subjectief gezien willen ze overkomen als antikoloniaal en verantwoord. Objectief gezien begrijpen ze de islam en het ontstaan daarvan niet, en onderschatten ze de politieke, militaristische en juridische basiselementen van de islam. De islam als religie is onverenigbaar met de democratie en vrijheid. Moslims zijn wel verenigbaar met democratie en vrijheid. Hierin ligt het fundamentele probleem: onze geleerden verwarren de islam met moslims. Dat doen ze overigens niet met katholieken en katholicisme.

Verbannen

Het gaat niet om de moslims. Alles draait om de islam en de politieke en juridische verschijning daarvan. Daarom werd ooit in Turkije een ministerie opgericht om de ‘ware religie’ in de gaten te houden. Zolang de islam niet door de Turken zelf uit de statelijke sfeer wordt verbannen, hoort Turkije niet bij Europa. Dat is een ongemakkelijke waarheid die nog steeds wordt vermeden.

Hulde aan mijn collega Erik-Jan Zürcher: het islamitische Turkije hoort niet bij Europa.