Brexit-akkoord: toekomst Nederland in EU ligt op tafel

08 december 2017Leestijd: 3 minuten
Theresa May en Jean-Claude Juncker. Foto:EPA

De Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk hebben een akkoord over de scheiding door een ‘Brexit’, waarmee de deur naar een toekomstige nauwe relatie is opengezet. Maar hoe gaat de relatie er uitzien? Het antwoord op die vraag is veel moeilijker te geven. Voor Nederland is een positieve uitkomst van groot belang. Het zou zelfs kunnen leiden tot heroverweging van het EU-lidmaatschap.

Zou het Verenigd Koninkrijk de deur naar de Europese Unie met een smak dichtgooien of Brussel te vriend willen houden? Dat was de vraag die op tafel lag nadat de Britse premier Theresa May dit voorjaar tekende voor het vertrek van haar land uit de EU op 29 maart 2019. Grofweg drie kampen in Londen streden met elkaar over het antwoord.

Brexiteers onder wie minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson en minister van Milieu Michael Gove wilden op 29 maart 2019 gedag zeggen en het daarbij laten. Remainers, onder wie oud-gediende Kenneth Clarke en oud-minister van Financiën George Osborne, wilden juist heel nauwe relaties met de EU blijven onderhouden en de facto de Brexit wel in naam maar niet in de praktijk executeren. En dan was er het kamp van Theresa May, die zo zacht voor Remain campagne had gevoerd dat niemand het had gehoord. May probeerde een middenweg te vinden. Wel uit de EU, weg van de jurisdictie van het Hof van Justitie in Luxemburg, uit de interne markt en geen vrij verkeer en vestiging van personen, maar wel een speciale relatie met de EU bouwen. Vooral het openhouden van de grenzen voor handel is volgens haar cruciaal.

May won het pleit in Londen. Ze duwde in november Johnson, Gove, Clarke en Osborne van zich af en toog samen met Brexitminister David Davis met een zak geld en andere spiegeltjes en kraaltjes naar de Brusselse onderhandelaars, onder wie de Franse oud-minister en EU-commissaris Michel Barnier en Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker. Daarna was er gauw een akkoord.

Ruim baan voor handelsverdrag à la CETA?

De Europese Raad, de regeringsleiders van de 27 overgebleven EU-landen, beslissen donderdag 14 december waarschijnlijk dat door het akkoord onderhandelingen kunnen worden geopend over een nieuwe handelsrelatie. Het meest logische lijkt een handelsverdrag à la CETA zoals dat sinds 2016 bestaat tussen de EU en Canada. Saillant: in CETA zit geen vrijhandel voor banken, iets dat de Britten met Londen als financieel centrum wel willen.

Nederland heeft een handelsoverschot met het Verenigd Koninkrijk van zo’n 20 miljard euro. De EU als geheel heeft ook een handelsoverschot met de Britten terwijl de Britten een handelsoverschot hebben met de rest van de wereld. 44 procent van de Britse handel is met de EU en het land is de vijfde economie ter wereld. Alle belang voor de EU en vooral voor Nederland  om een deal met hen te sluiten. Maar de Britten hebben ook belang bij een deal. MINI’s die in Oxford worden gebouwd hebben benzine-, diesel- en straks elektrische motoren uit Duitsland. Veel Britse exportproducten zijn afhankelijk van hightech-deelproducten uit de EU.

Ruimhartig Brexit-akkoord in Nederlands belang

Hoe de onderhandelingen uitpakken is niet te voorspellen. Voor Nederland is het  van belang dat er een ruimhartige deal komt. De paradox is : de Britten zouden dan tevens de handen vrij hebben om handelsdeals te sluiten met de Verenigde Staten en andere landen, wat de EU telkens niet lukt – tot frustratie van Nederland. Zo kunnen de Britten wel eens het beste van twee werelden krijgen: én toegang tot de EU-markt én makkelijker toegang tot de rest van de wereld dan de EU-landen hebben. Dat zou zomaar de deur kunnen openen voor landen – zoals Nederland? – om het EU-lidmaatschap te heroverwegen. Het belangrijkste argument voor lidmaatschap is immers volgens premier Mark Rutte (VVD) economisch. De onderhandelingen tussen Brussel en Londen bepalen zo mogelijk meer dan alleen de relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk.