Eerst een waardig debat over ‘voltooid leven’, D66!

31 mei 2017Leestijd: 3 minuten
D66-Kamerlid Pia Dijkstra - Foto: ANP

Zonder maatschappelijk debat mogen Kamerleden nooit of te nimmer overgaan tot een wetswijziging die gaat over leven en dood. Nu staat het ‘voltooid leven’ ter discussie. In tegenstelling tot het euthanasievraagstuk is nooit een noemenswaardige discussie gevoerd over voltooid leven, schrijft Afshin Ellian.

Het wetsvoorstel zou juist het resultaat moeten zijn van een maatschappelijk debat. Bij de laatste verkiezingen ging het er niet over. Slechts één partij heeft dat voorstel gepropageerd, de partij die ook nog de bedenker ervan is.

D66 is trots op wat ze noemen de ‘progressieve’ issues. Welke progressie ligt besloten in ‘voltooid leven’? De dood is geen progressie. D66 met zijn 19 zetels in de Kamer en straks wellicht weer met minder dan 10 zetels mag niet in zijn eentje de grens tussen de dood en leven markeren. Daarover moet brede overeenstemming bestaan. De obsessie van D66 met dit soort vraagstukken heeft te maken met het nihilistische karakter van de partij.

De staat mag ons beroven van vrijheid en eigendomsrecht

De staat is toegerust met bijzondere bevoegdheden. De staat is bevoegd om onder wel omschreven omstandigheden ons te beroven van twee fundamentele natuurlijke rechten: vrijheid en eigendomsrecht. De vrijheidsbenemende maatregelen van de staat kunnen heel ver gaan: levenslange gevangenisstraf. Bij beide bevoegdheden kan de benadeelde zich verzetten tegen deze maatregelen. Daarvoor is ook nog een onafhankelijke en onpartijdige rechter aan wie de zaak kan worden voorgelegd. Maar bij ‘voltooid leven’?

Er is nog een angstaanjagende bevoegdheid die aan de staat wordt toegekend: macht over leven en dood. Wie nog niet, na zijn geboorte in Nederland bij de staat is geregistreerd, is nog niet formeel en statelijk geboren. Daarom is het belangrijk om snel een geboorte bij de autoriteiten aan te geven. Eigenlijk bepaalt de staat (juridisch) of en wanneer we geboren zijn. De erkenning van onze geboorte door de staat, geeft ons letterlijk een burgerlijk en dus ook juridisch bestaan. Het klinkt vreemd, maar zonder de erkenning van de staat zijn we ongeboren zielen. De moderne staat is een monstrum dat de plaats van de middeleeuwse God en zijn gezanten op aarde inneemt.

Maar ook de dood is een bevoegdheid van de staat

Ook de dood is een exclusieve bevoegdheid van de staat. Zonder statelijke erkenning kunnen we niet zomaar doodgaan. Als een overlijdensaangifte niet wordt erkend of gedaan, is de persoon in kwestie juridisch en statelijk niet dood. De overledene waarvan zijn of haar dood door de staat niet wordt erkend, kan vooralsnog rekenen op een belastingaanslag.

Naast de macht inzake de passieve erkenning van de dood bestaat er nog een actieve statelijke macht met betrekking tot de dood. In gewonemensentaal: de staat is bevoegd om een mens te doden bij het handhaven van openbare orde en veiligheid en bij het voeren van militaire missies. De Nederlandse staat is dus door ons bevoegd en gevolmachtigd om de grens tussen dood en leven te trekken en te handhaven.

Hier heb ik een vraag aan D66: moeten we nog meer bevoegdheden en rechten omtrent de dood toekennen aan de staat? Als D66 een echte liberale partij is, moet zij zich juist verzetten hiertegen.

‘Voltooid leven’ gaat dus over uitbreiding van de staatsmacht

Ja, maar de staat gaat niemand doden. Dat doet de persoon zelf. Maar dit recht bestaat niet. Wij kunnen geen rechtsgeldig besluit nemen om dood te gaan. Bovendien moeten daarbij anderen, de medici behulpzaam zijn. En dat kan alleen als de staat dat toelaat. De staat moet dan de zelfdoding goedkeuren en uiteindelijk moet een statelijk orgaan de uitvoering daarvan controleren.

Meer opinie, elke dag in je inbox? Meld je aan voor Elseviers nieuwsbrief >>

Zonder emoties en andere irrelevante toestanden moeten we bereid zijn om een discussie te voeren over ‘voltooid leven’ en daarmee over de uitbereiding van de macht van de staat.

Het maatschappelijke debat over ‘voltooid leven’ moet met waardigheid, waarachtigheid en de nodige diepgang worden gevoerd.

Vrijdag zal ik aandacht besteden aan het voorstel zelf.