Premium Lock Hans Hillen: Nederland is op weg een totalitaire staat te worden

30 augustus 2023Leestijd: 20 minuten
Illustratie: Carolyn Ridsdale

Waarover moeten de verkiezingen gaan na dertien jaar Mark Rutte? ‘Falende overheid kon alleen nog ’s lands schatkist omkieperen.’

De verkiezingen voor de Tweede Kamer in november sluiten de ruim dertien jaar af dat Mark Rutte premier was van Nederland. Er begint straks een nieuw tijdperk. Wat zijn de kenmerken geweest van die jaren? Wat moet er veranderen? Sommige premiers worden vereenzelvigd met historische prestaties. Willem Drees bijvoorbeeld was de premier van de wederopbouw na de oorlog en pionier van sociale wetgeving. Bij de AOW wordt onmiddellijk aan vadertje Drees gedacht. Het karwei van Ruud Lubbers was de sanering van de overheid. Waarmee vereenzelvigen wij Mark Rutte? Het woord ‘crisis’ komt dan het eerste op. Zijn eerste kabinet moest miljarden ombuigen vanwege de Griekse crisis. Daarna was dat woord niet meer weg te denken. Zijn volgende kabinetten kregen te maken met de klimaatcrisis en de daaraan verwante CO2-crisis, de coronacrisis, de Groningse aardgascrisis, de stikstofcrisis, de migratiecrisis en de Oekraïne-crisis.

Waren die problemen werkelijk zo plotseling en zo rampzalig dat het woord ‘crisis’ steeds gerechtvaardigd was? Ach, al enige tijd is de overtreffende trap sowieso stijlfiguur in het taalgebruik. ‘Nog nooit zó’ staat elke dag wel een paar keer in de krant. De muziek in de jaren van Rutte had meer ritme dan melodie en echode zo de onrust van een snel veranderend tijdsgewricht. Het crisisgevoel had tevens te maken met de omstandigheid dat de regering eigenlijk amper een eigen agenda voerde, maar vooral werd overvallen door onverwachte uitdagingen, waarvan je soms toch wel dacht: dat had je toch al tijden zien aankomen?

Illustratie: Carolyn Ridsdale

De mensen verwachtten per jaar steeds meer van de overheid

Politiek agenda voeren heeft te maken met de vraag wat eigenlijk de taak van de overheid is. Sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw heeft het begrip ‘verzorgingsstaat’ zijn intrede gedaan. De overheid moest niet langer alleen voor recht en welvaart zorgen, maar ook voor het welzijn van de mensen. Gebleken is inmiddels dat als een overheid daarmee begint, uiteindelijk the sky the limit is. Het uitdijen geschiedde aan twee kanten. De mensen verwachtten per jaar steeds meer van de overheid en de overheid op haar beurt ging zich, zelfs gretig, voor alles verantwoordelijk voelen. Niet alles kan en frustratie gaat dan aan beide kanten spelen.

Maar niet alleen het aantal voorzieningen is in Nederland spectaculair toegenomen, ook het aantal regels, voorschriften en protocollen. In de praktijk betekende ‘verantwoordelijkheid nemen voor’ steeds vaker dan ook ‘de dienst uitmaken’. Nederland begint trekken te krijgen van een totalitaire staat. We zijn nog geen China, waar de overheid alles regisseert, maar ongemerkt zijn we daar wel hard naar onderweg. Let wel, het gaat hier niet om dictatuur. Daarvan is sprake als de macht berust bij een enkeling of een kleine groep. Dat is hier zeker niet het geval. Totalitarisme betekent de afwezigheid van een maatschappelijk vergelijk. Het bestuur grijpt snel naar het publiekrecht met daaraan gekoppeld het strafrecht om uitvoering van besluiten af te dwingen. Burgers en bedrijven horen de uitkomst wel en moeten die gehoorzaam uitvoeren. Willen we dit echt? Tijdens de kabinetten-Rutte is die vraag geparkeerd, terwijl die route wel werd ingeslagen.

Telkens overvallen door nieuwe crises kon tegelijk het beeld groeien van een falende overheid, die alleen nog goed kon doen door ’s lands schatkist om te kieperen. Gevoegd bij een sterk verdeeld land werd er heel wat gemopperd, in de krant, via de sociale media en in de kletsprogramma’s. Dat helpt niet bij het oprecht proberen pront te besturen. Het vierde kabinet van Mark Rutte had niet voor niets een formatie nodig van bijna een heel jaar: 299 dagen om precies te zijn, om het eens te worden over de hoofdlijnen. Het kabinet viel al binnen twee jaar, na 543 dagen. De Tweede Kamer eindigt deze periode met 21 fracties. Allemaal cijfers die wijzen op een matige conditie van de politiek in onze democratie. De trend per partij of fractie en zelfs per politicus is niet de eenheid proberen te bevorderen, maar vooral je eigen totempalen trots aan de kiezers te laten zien. Dus eigenlijk door de verdeeldheid te bevestigen.

Past verdeeldheid bij totalitarisme? Zijn het juist niet elkaars tegenpolen? De kracht van de democratie en tegelijk haar juweel, is ‘eenheid in verscheidenheid’. Dat klinkt paradoxaal, maar het gaat om eenheid op basis van een breed aanvaard compromis. Moderne bestuurders in een verdeeld huis willen niet meer masseren en hier en daar wat toegeven, maar willen over die verdeeldheid heen springen met integraal beleid om, zeg maar, van het gedonder af te zijn. In een goed lopende democratie is het compromis juist een teken van kracht. Het is de kundigheid en het gezag om voor de ogen van het publiek ook de tegenstander aan het woord te laten en daarnaar te luisteren, water bij de wijn te doen en toch vertrouwen te houden van vriend én van vijand. Omgekeerd leidt de dwingende, integrale aanpak wel tot een besluit, maar de verdeeldheid blijft en wordt zelfs versterkt omdat de betrokkenen zich buitengesloten voelen. Minister Hugo de Jonge is daarin inmiddels na twee portefeuilles een ervaringsdeskundige.

Premium Lock

Laden…

Premium Lock

Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock

Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock

Er ging iets fout

Premium Lock

Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw