OM, grijp hard in om nieuwe Volkert te voorkomen

20 februari 2023Leestijd: 3 minuten

Demonstranten zoeken steeds verder de grenzen op. Van dreigende fakkels rondom minister Kaag tot klimaatactivisten die openlijk fantaseren over geweld. Een levensgevaarlijke ontwikkeling, die naast mensenlevens ook de demonstratievrijheid om zeep zal helpen, schrijft Geerten Waling.

Zondag 19 februari was er even grote opschudding op sociale media, toen het Amsterdamse debatcentrum Pakhuis de Zwijger een avond aankondigde van ‘het Progressief Café’. Op 7 maart zou tijdens een ‘moreel beraad over het klimaat’ worden gedebatteerd over deze vraag: ‘Is vreedzaam protest wel genoeg, of zou het gebruik van geweld, dan wel tegen objecten, dan wel tegen personen, heroverwogen moeten worden?’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Grote namen gingen akkoord met debat over geweld

Op de sprekerslijst stonden grote namen – zoals GroenLinks-Kamerlid Suzanne Kröger, advocaat Bénédicte Ficq, Greenpeace-kopstuk Faiza Oulahsen en Groene-journalist Jaap Tielbeke – naast een handvol marginale, maar uiterst radicale activisten.

Binnen enkele uren na publicatie van de aankondiging trokken de prominenten zich één voor één terug. Aan het einde van de dag maakte Pakhuis de Zwijger bekend de avond te annuleren. De spijtoptanten en Pakhuis de Zwijger (terwijl de aankondiging op de website van het debatcentrum stond!) houden bij hoog en laag vol dat zij niet wisten dat de geweldsvraag zou worden gesteld. De organisatoren weerspreken dat: van meet af aan zou bekend zijn dat het programma gaat over de vraag of het moreel gerechtvaardigd is om geweld te plegen, als vreedzaam klimaatprotest niet genoeg zal zijn.

Fascistische fakkels tegen Kaag

Diezelfde zondag werd D66-leider Sigrid Kaag in het Twentse Diepenheim ‘warm’ onthaald door demonstranten die zeiden boze boeren te zijn. Sommigen droegen fakkels, scherpe houten staken met vlammen, dreigend uitgestoken in de richting van de minister van Financiën – de vrouw die al thuis was opgezocht door een fakkelactivist. Hoogst onsmakelijk, met fascistoïde connotaties die elke boze boer op zijn klompen zou moeten aanvoelen.

Het Openbaar Ministerie moet een grens trekken, want dit gaat fout. Vreedzaam protest ontaardt, via tractoren, snelwegbezettingen en fakkelzwaaierij, zomaar in een gewelddadige opstand. Aan de uiterst rechtse flank is dat zichtbaar aan de dynamiek, op uiterst links sijpelt het geweld door in de ideologie.

Een debat over de geweldsvraag, dus of activisten het geweldsmonopolie van de overheid mogen doorbreken voor het ‘goede doel’, is geen vrijblijvende vraag die onder de vrije meningsuiting valt. De vraag stellen is haar al (deels) beantwoorden. Pure opruiing, zeker in een zaal met activistische hormoonbommen. Dan zal vroeg of laat een individu zich gelegitimeerd voelen het recht in eigen hand te nemen. Een nieuwe Volkert van der Graaf.

Voorkom een nieuwe Volkert

Het afglijden van vreedzaam activisme naar gewelddadig protest moet zo snel mogelijk een halt worden toegeroepen. Door hard in te grijpen, waar nodig ook preventief, moet de overheid de openbare orde bewaken en materiële schade en menselijke slachtoffers voorkomen.

De grenzen van het demonstratierecht moeten met hand en tand worden verdedigd, juist om het demonstratierecht zelf te beschermen. En om te voorkomen dat radicaliserende geweldplegers de welwillende, vreedzame en democratische protesten onmogelijk maken.