Er zijn grote kwaliteitsverschillen van kankerbehandelingen in de verschillende ziekenhuizen in Nederland. Een patiënt is in het ene ziekenhuis een stuk beter af dan in het andere.
Dat staat in een rapport dat KWF Kankerbestrijding vandaag publiceert, schrijft de Volkskrant.
Weinig behandelingen
In het rapport staat dat oncologen in sommige ziekenhuizen maar enkele keren per jaar een bepaalde handeling uitvoeren. Ook komt het voor dat de arts zich niet aan de richtlijn houdt waardoor niet het beste resultaat wordt bereikt.
De kwaliteit van de zorg is in Nederland bijzonder hoog, maar ‘toch is de kans aanzienlijk dat een patiënt bij het ene ziekenhuis grotere overlevingskansen heeft dan bij het andere ziekenhuis’, zegt oncologisch chirurg en mede-auteur Michel Wouters.
Prostaatkanker
De verschillen zijn vooral groot bij de behandeling van prostaatkanker. Slechts een derde van de patiënten met een agressieve vorm van de ziekte krijgt hormoontherapie naast bestraling. De richtlijn schrijft die therapie wel voor omdat het levensverlengend kan werken.
Ziekenhuizen die een Da Vinci-operatierobot hebben aangeschaft, halen de gehele prostaat veel vaker in zijn geheel weg dan ziekenhuizen die niet zo’n machine hebben. Zo’n operatie is niet alleen duurder, maar het is ook niet zeker of dit beter is voor de patiënt.
Minimumnorm
Uit onderzoek blijkt dat de overlevingskansen van kankerpatiënten vaak stijgen als chirurgen de operatie vaker uitvoeren. Maar veel ziekenhuizen voeren lang niet alle operaties uit. Zo is bijna de helft van alle ziekenhuizen gestopt met het behandelen van maagkanker.
Het rapport vindt daarom dat de minimumgrens voor bepaalde behandelingen omhoog moet. Ook moet er betere registratie komen van de complicaties die optreden bij verschillende behandelingen.