Vrolijk proosten op de ondergang van een links bolwerk

07 september 2015Leestijd: 3 minuten
'EPA'

Het is een deprimerend besef dat studenten zo lang zijn lastiggevallen met de, door de universiteit voorgeschreven, linkse boeken van de Rooie Rat.

Op mijn jaren als scholier en student kan ik zeker niet met louter genoegen terugblikken. Het ging al verkeerd toen ik naar het gymnasium moest. Dat betekende na de brugklas vijf jaar lang Griekse en Latijnse woordjes in je kop stampen, een onwaarschijnlijk saaie en zinledige activiteit.

Een van de ergste misstanden in het vaderlandse onderwijs is dat onze slimste kinderen generatie na generatie uren kwijt zijn aan zoiets nutteloos als het onder de knie krijgen van vervoegingen uit morsdode talen.

Meer bewust, maar nauwelijks meer gelukkig was daarna de keuze voor de studie politicologie. Dat bleek een vak waarvan je opmerkelijk weinig opsteekt. Bovendien was het onderwijs in mijn Rotterdamse studietijd (1979-1984) het domein van linkse doctorandussen die zoveel tijd kwijt waren aan activiteiten voor de CPN, PSP, PPR of PvdA dat er geen energie meer overschoot voor een demonstratie van wetenschappelijke bekwaamheid in de vorm van een promotie.

In juli dit jaar haalden progressieve media warme herinneringen op aan de overleden Leon Wecke. Deze dienstweigeraar gold als een pionier van de polemologie, een vakgebied dat in het niets verdwenen lijkt. Geen groot gemis. Wecke ontplooide zich net als zijn collega’s vooral als propagandist van de antikernwapenbeweging met wilde betogen die weinig met wetenschap te maken hadden.

In een necrologie prees de Volkskrant de polemoloog vanwege zijn tegengeluid ‘tegen de anti-sovjetretoriek’. Proef het woord: anti-sovjetretoriek. Alsof het wijzen op het imperialisme van de Sovjets en hun concentratiekampen een kwestie van demagogie was. Drs. Wecke had het in elk geval dermate druk met het begrip vragen voor Moskou dat hij nooit een proefschrift wist te voltooien.

Ontmaskerd

De onderwijsgevende doctorandussen toonden een grote voorkeur voor marxistische literatuur. In mijn nachtmerries duikt nog weleens Henny Buiting op, een bebaarde communist die tijdens zijn colleges maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit eindeloos uitweidde over de kritiek van denkers als Louis Althusser en Nicos Poulantzas op ‘kapitalistiese strukturen’ die werden ontmaskerd als vermommingen van het fascisme.

Het feit dat Althusser in 1980 zijn vrouw wurgde en in een gekkenhuis belandde, deed niets af aan het aanzien van de Franse wurgprofessor als belangrijke intellectueel. De invloedrijke Amerikaanse neoconservatieven daarentegen werden niet serieus genomen. Aan hun werk werd nooit een college gewijd.

De – meeste – studenten accepteerden deze ideologische eenzijdigheid. Sterker nog, zij drongen aan op meer aandacht voor het marxisme-leninisme. Het liefst leken zij elk college te beginnen met eerbiedige lezing van enkele passages uit Das Kapital.

Ik weet nog hoe prof.dr. J.A.A. van Doorn, gerenommeerd socioloog en conservatief-liberale verzetsheld in de academische Koude Oorlog, door een student – een haveloze PSP’er – de les werd gelezen omdat hij te weinig zou refereren aan het oeuvre van Karl Marx.

Inpakken

Zulke traumatische herinneringen kwamen boven bij het lezen van een opbeurende reportage in de Volkskrant. Het dagblad, dat vroeger gretig een platform bood aan progressieve dwaallichten, ging op bezoek bij de Rooie Rat. Deze linkse boekwinkel in Utrecht is failliet.

Tot eind september is nog socialistiese, feministiese en anarchistiese lectuur verkrijgbaar, daarna sluiten de deuren zich voorgoed. Verkoper Jillis – aan achternamen doen die lui niet; dat is te burgerlijk – sprak in rouwstemming over een ‘domper voor links’.

De verleiding is groot om af te reizen naar de Oudegracht in Utrecht om handenwrijvend van plezier getuige te zijn van de laatste dagen van de oudste linkse boekenzaak van Nederland. Graag zou ik persoonlijk helpen bij het inpakken van het grote portret van Karl Marx en het in de papierversnipperaar stoppen van de vergeelde boeken van Louis Althusser en Nicos Poulantzas.

Maar het zal wel blijven bij het thuis nemen van een borrel op de ondergang van een progressief bolwerk(je). Het vrolijk proosten op de goede afloop kan echter niet zonder treurig gevoel. Een deprimerend besef dat studenten zo lang zijn lastiggevallen met de, door de universiteit voorgeschreven, boeken van de Rooie Rat.

Als ze inzicht in politiek en maatschappij hadden willen verwerven, hadden ze net zo goed klassieke talen kunnen studeren.

Elsevier nummer 37, 12 september 2015