Hoe politie RaRa-terreurverdachten vond en weer moest laten lopen

22 juli 2015Leestijd: 2 minuten
'Cor Out/ANP'

In september is het dertig jaar geleden dat RaRa voor het eerst een aanslag claimde. Elsevier maakte een nauwgezette reconstructie van het politie-onderzoek naar deze Nederlandse terreurorganisatie.

De terroristische organisatie RaRa bestond uit een harde kern van vier personen, drie mannen en een vrouw. Slechts één van hen, René Roemersma, werd vervolgd en veroordeeld; tegen de andere drie was onvoldoende bewijs. Maar drie leidinggevenden van de politie die destijds betrokken waren bij het onderzoek naar RaRa zijn ervan overtuigd dat ook de drie andere aangehouden verdachten tot de ‘kerngroep’ van RaRa behoorden.

Een van hen is Henneke Hagen, destijds de vriendin van Roemersma, nu werkzaam bij het VPRO-programma Tegenlicht. Zij schreef volgens de rechercheurs van toen vermoedelijk de claimbrieven die RaRa na aanslagen verstuurde. De andere twee zijn Fons B. en Bert H.

De vier ‘vormden een heel hechte groep. Er waren voortdurend contacten en ontmoetingen tussen Roemersma en de andere drie RaRa-verdachten en ook onderling hadden ze voortdurend intensief contact’.

Dit zeggen de drie leidinggevenden, Herman van Hoogen, Arie Verheul en Paul Martens, deze week in Elsevier. Dat brengt een 16 pagina’s tellende reconstructie van het politie-onderzoek naar RaRa. In september is het dertig jaar geleden dat RaRa voor het eerst een aanslag claimde: die op de vestiging van groothandel Makro in Duivendrecht.

De drie leidinggevenden erkennen dat er tegen de drie overige RaRa-verdachten onvoldoende bewijs was om tot vervolging over te gaan. Maar dat ze ‘beet’ hadden, vinden ze dertig jaar na dato nog steeds. ‘De mensen die wij hebben aangehouden, waren de echte RaRa-verdachten en dat zijn ze nog steeds,’ zegt Herman van Hoogen in Elsevier.

Plattegrond

Uit het proces verbaal waarover Elsevier beschikt, blijkt dat tijdens huiszoekingen bij de drie verdacht materiaal is gevonden, zoals een concept-claimbrief en een plattegrond voor een geplande aanslag en ook spullen (flitslampjes) die identiek waren aan spullen die waren gebruikt bij een mislukte aanslag in 1988. Bij Hagen vond men een boodschappenlijstje voor dat soort spullen.

De drie leidinggevenden van het onderzoeksteam zeggen in Elsevier dat er volgens hen twéé RaRa’s zijn geweest. Een in de jaren tachtig en één verantwoordelijk voor een reeks aanslagen in de jaren negentig. De modus operandi van de tweede reeks aanslagen was zodanig anders dat het een andere groep moet zijn geweest.

De VPRO laat in Elsevier weten de kwestie-Hagen als ‘afgedaan’ te beschouwen. Dat ze een relatie met Roemersma had, is een ‘privézaak’ en verder telt voor de omroep alleen dat ze nooit is vervolgd. De twee andere verdachten wilden niet op de beweringen van de politie reageren.