Ingrid Coenradie: ‘Ik ben strijdbaar en kan op mezelf vertrouwen’

22 juli 2025Leestijd: 9 minuten
Ingrid Coenradie

Na haar aanvaringen met Geert Wilders is Ingrid Coenradie (37) de politiek nog niet beu. In de strijd tegen het cellentekort  stond ze alleen. ‘Alleen Omtzigt belde me.’

Stipt op tijd komt Ingrid Coen­radie op een zomermiddag in haar eentje aanwandelen voor de afspraak in een restaurant vlak bij haar huis in Kralingen, Rotterdam. De afgetreden PVV-staatssecretaris van Justitie en Veiligheid schenkt in het gesprek klare wijn.

‘Ik heb gemerkt dat de afstand tussen politiek Den Haag en heel veel kiezers ongekend groot is. De overheid is voor hen één groot, log verhaal waarin ze steeds minder vertrouwen hebben. Ik heb behoefte aan het echte geluid, aan de menselijke kant, aan helderheid.’

Op het ministerie kunnen ze twee woorden van haar dromen, zegt ze met een glimlach. ‘Tijdpad en jip-en-janneketaal. Iedereen moet begrijpen wat er in een brief staat. Wees helder in je verwachtingen. Ik ben resultaatgericht.’

‘Ik zag een mildere Geert’

Coenradie was fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam toen Geert Wilders haar vorig jaar zomer vroeg om staats­secretaris te worden. Ze kende hem niet persoonlijk en voelde geen weerzin.

‘De slogan “minder-minder-minder” heb ik nooit aangemoedigd. Sterker nog, ik heb een afkeer van dat soort uitspraken. Maar ik zag een mildere Geert. Het was niet meer grens dicht, punt. Of alle mensen moeten terug naar hun eigen land, punt. Toen dacht ik: je zegt nog steeds wel waar het op staat, maar de scherpe randjes zijn eraf en je stelt je nu al op als leider van een aankomend regeringspartij.’

Ingrid Coenradie

(Rotterdam, 1987)

 

Studeerde personeel en arbeid aan de ­Hogeschool Utrecht en werkte ­onder meer bij ArboNed.

 

Was VVD-lid (2009-2011), raadslid en fractievoorzitter van Leefbaar Rotterdam (2022-2024) en staatssecretaris Justitie en Veiligheid (2024-2025) voor de PVV.

Welke post ze in het kabinet zou krijgen, stond niet vast. ‘Ik zei ja tegen een rol als staatssecretaris. Tevoren gaf ik alleen aan dat veiligheid zo ongeveer mijn tweede naam is. Maar zorg of sociale zaken had ik ook met alle liefde omarmd.’

Het cellentekort

In het Hoofdlijnenakkoord en daarna het Regeerprogramma werd gesproken over zwaardere straffen. ‘Iedereen heeft daaronder zijn handtekening gezet, maar niemand zorgde voor de bom duiten die erbij hoort. VVD-leider Dilan Yeşilgöz wist als oud-minister van Justitie dat er veel geld nodig was om het cellentekort op te lossen. Het hele ministerie heeft ervan geweten. Zelfs premier Dick Schoof, daarvoor secretaris-generaal op het ministerie van Justitie en Veiligheid.’

De geboren Rotterdamse stroopte ­meteen na haar aantreden 2 juli vorig jaar de mouwen op en legde tijdens het zomerreces haar eerste werkbezoeken af aan gevangenissen. ‘Bij de begrotingsgesprekken in augustus vroeg ik al om ­extra geld.’

Met haar wist Wilders waar hij aan toe was. ‘Ik heb tevoren aangegeven: realiseer je dat coalitie en oppositie echt iets anders zijn en dat je zaken vooraf goed met elkaar bespreekt. Hij begreep dat het geven en nemen is. Treed als één front op. Die ervaring had ik in het Rotterdam-se. Ik geloof ook dat dat Nederland verder brengt. Dualisme betekent dat je kritisch op elkaar moet zijn.’

Door het oplopende cellentekort stond Coenradie voor een onmogelijke opgave. ‘Iedereen wist het. Alleen Pieter Omtzigt belde: wat kunnen we doen? Ik vond dat heel waardevol. Hij stelde zich echt op als een coalitiepartner.’

Verschil van opvatting met Wilders

Langzaam dreef ze van de PVV weg. ‘Dat komt ook doordat ik Geert op een ­gegeven moment helemaal niet meer zag bij het bewindspersonenoverleg. Geen idee waarom hij niet kwam. Ik vroeg het, want ik was het groentje binnen de club. Maar niemand die het wist. Ik dacht: dan bel ik hem en maak een afspraak. Die werd een paar keer afgezegd. Hij wilde alleen weten waar ik een probleem verwachtte. En dan hoorde hij dat aan.’

Ingrid Coenradie
Beeld: Zahra Reijs

Toen Coenradie in december ‘code zwart’ uitriep en aankondigde dat gedetineerden drie dagen eerder vrij zouden komen, was dat voor Wilders geen optie. ‘Of ik het gevangenisregime niet nog verder kon versoberen. Dilan had hem verteld dat daar nog wat geld viel te halen. Maar we hebben al versoberd! Het is echt tien over twaalf. Ik kon niet anders dan gevangenen eerder vrijlaten.’

Wilders verbood het haar. ‘Maar we waren toen nog wel on speaking terms. Ik heb natuurlijk ook gekeken hoe ik het voor hem hanteerbaar kon maken. Denk aan een enkelband. Ik had een goed verhaal voor hem: dit is ook verantwoordelijkheid nemen. Maar het was voor hem niet bespreekbaar.’

In februari wist Coenradie dat drie dagen eerder ontslag niet voldoende waren. ‘Ik wilde mijn personeel de ruimte geven voor een week, twee weken eerder.’ In elf maanden bezocht ze zo’n 25 gevangenissen. ‘Ik heb alles gedaan wat in mijn macht lag.’

Haar ogen vullen zich met tranen, haar stem breekt. ‘Ik ben echt heel zuiver geweest en zocht naar hoe ik Wilders ­tegemoet kon komen, maar kreeg van hem terug: “Ingrid, ik ga niet met jou ­onderhandelen.”

Als wanhopig bestuurder met een reëel verhaal had ik met ­iemand te maken die alleen bezig was met het starten van de campagne

Als wanhopig bestuurder met een reëel verhaal had ik met ­iemand te maken die alleen bezig was met het starten van de campagne. Die werelden liggen mijlenver uit elkaar.’

Een week voor de kabinetsval op 3 juni bezocht Coenradie penitentiaire ­inrichting De Schie in Rotterdam. EW was erbij. Onbevangen sprak ze uitgebreid met gedetineerden en personeel. De bewaarders vroeg ze het hemd van het lijf over wat ze nog zou kunnen doen.

Lees ook: Code inktzwart: cellentekort groeit – EW

‘Op mijn vraag waarom ze weg zouden gaan, beginnen bewaarders niet als eerste over het salaris, maar over de hoge werkdruk. Ze willen meer mensen op de werkvloer, zodat ze meer gesprekken met de gedetineerden kunnen voeren.’

‘Respectloos en schaamteloos’

De suggestie van Wilders om acht mensen op één cel staand te laten slapen, noemde Coenradie na afloop van het werkbezoek ‘respectloos en schaamteloos. Dat is populistisch.’

Ze voelt zich door Wilders in de steek gelaten en betreurt dat ze niet langer het boegbeeld kan zijn voor het personeel in de gevangenissen. ‘Die mensen stappen niet naar Den Haag, maar hopen dat jij het beste voor ze doet. Dus ik zat aan alle knoppen te draaien: ik heb het personeelstekort gehalveerd, vijfhonderd extra plekken in meerpersoonscellen gerealiseerd, gevangenissen geopend, afdelingen heropend. Dat Wilders niet naar argumenten luisterde, voelde machteloos.’

Haar optreden bij Eva wekte bewondering

De PVV-leider leerde haar onbedoeld om haar ‘innerlijk kompas’ te volgen. Ze nam de regie en besloot haar verhaal te vertellen en het niet aan hem te laten. Op tv bij Eva wekte ze bewondering met hoe ze ratio én emotie toonde en inzicht gaf in het conflict. Het was strategie.

‘Er werd veel gesproken óver mijn portefeuille, maar ik was de baas. Niet de partijleider die dit ging zitten framen.’

Veel zaken kan ze tot haar spijt niet ­afmaken. Maar met haar stijl van doorpakken bereikte ze toch al resultaten. Zo zette ze femicide en de bestrijding ervan op de kaart. In september begint er een publiekscampagne over.

Kwetsbaar opstellen

Meer gemeenten zetten boa’s in tegen seksuele straat-intimidatie. De politie krijgt training over huiselijk geweld en er kwamen meer of­ficieren van justitie specifiek voor psychisch en seksueel geweld. Twee keer werd ze in haar jeugd zelf aangerand. Het beïnvloedde haar leven. ‘Ik ben een vechter, weet dat alles goed komt en dat ik op mezelf kan vertrouwen.’

In de Tweede Kamer vertelde ze ­erover. ‘Het hele ministerie raadde het af. Ik deed het toch, schreef ook mijn eigen speech, wat niet gebruikelijk is, en hoopte zo een beweging in gang te zetten.

Er zijn zo weinig vrouwen die zich kwetsbaar opstellen en zeggen: “Dit is niet alleen het verhaal van iemand ver weg, dit overkomt veel vrouwen.” Ik ben een Montessori-kind. Iemand kan wel zeggen dat ik dat niet moet doen, maar laat mij dat maar zelf ontdekken.’

Ingrid Coenradie
Beeld: Zahra Reijs

De keuze voor JA21

Coenradie bleef intussen volop zichtbaar in de media. Zelfbewust wekte ze de indruk dat ze de partijen voor het kiezen had, daarbij geholpen door nieuwsgierige vragen van journalisten. Het was alleen nog de vraag welke partij ze zou kiezen. Dat liet Coenradie behendig in het midden.

Terwijl fractieleider Joost Eerdmans van JA21 haar allang had gepolst, vlak na de val van het kabinet-Schoof en nadat Wilders zijn bewindslieden daar meteen uit had teruggetrokken. Ze schetst hoe dat ging.

‘Het was natuurlijk geen verrassing. Ik kende Joost al en wist wel hoe hij erin stond. We spraken elkaar een paar keer in de kroeg, waar we een bitterbal en drankje nuttigden. De eerste dagen na mijn ontslag was ik te verdoofd om iets te beslissen. Ik moest lang en intensief nadenken. Afwegen met mijn man en bewust een goede keuze maken.’

‘Mij committeren aan een partij, maar ook aan wat primair een functie als Kamerlid zal zijn. Dat is het realisme in mij. Dan moet ik niet zeggen: oh ja, maar ik had eigenlijk gedacht of eigenlijk gehoopt, of ik had eigenlijk verwacht… Nee, dan moet ik ook volmondig “ja” zeggen.’

Intussen las ze het JA21-­­programma voor 2023-2027 en voerde ­gesprekken. ‘Ik voel me omarmd door Joost, Annabel Nanninga en het partij­bestuur. Er is mij verzekerd dat er in het programma ook ruimte is voor aanpassingen in voor mij wezenlijke zaken. Maar daar moet ik nog mee aan de slag.’

Lijsttrekker Coenradie?

Voor het lijsttrekkerschap vindt ze zichzelf ongeschikt. ‘Laat mij maar gewoon doen waar ik goed in ben en meeschrijven aan het verkiezingsprogramma. Een verkiezingsdebat draait vaak om persoonlijke sneren. Zo zit ik niet in elkaar.’

Wilders zegt dat de PVV is tegengewerkt. Ze veert op en hoeft zoals steeds niet na te denken. ‘Ik voel me tegengewerkt door Geert. En door de coalitie. Ik vroeg 432 miljoen euro voor cellen. Dat is niet een groot bedrag zoals voor klimaat.’

Meteen na haar transfer steeg JA21 in de peilingen naar acht, negen zetels. Het bevestigt haar populariteit, al is er altijd het risico een eendagsvlieg te worden: in Den Haag slijten mensen snel.

Het Coenradie-effect

Met haar spontaniteit en luchtige stijl lijkt ze geen strateeg, maar dat is ze wel. Of ze zelf een Coenradie-­effect ziet? ‘Misschien deels. Mensen zijn het gebakkelei van rechts zat, zoals tussen PVV en VVD op X.’

Een kabinet met daarin VVD en CDA lijkt haar het meest logisch. ‘Maar nu beweegt alles nog zo.’ Haar Haagse ervaringen hebben haar niet ontmoedigd. ‘Nee, ik ben strijdbaar, laat me niet wegjagen en wil dingen voor elkaar krijgen. Als het goed is, kom je ergens in het midden uit.

Tot mijn vierde brabbelde ik veel

‘Je moet compromissen sluiten. Net als in Rotterdam met Leefbaar, DENK, VVD en D66. Ondanks uiteenlopende standpunten gun je elkaar zaken, heb je respect voor elkaars identiteit en treed je als coalitie naar buiten. Kiezers hebben behoefte aan rust, eenheid, het gevoel dat je er voor hen staat.’

De gedroomde gast van talkshows

In haar vele mediaoptredens en ook deze middag praat Coenradie niet één keer met meel in de mond. Zeldzaam voor een politicus. Communicatie, cru­ciaal in de politiek, is haar fort. Dat, gecombineerd met haar charisma, maakt haar tot gedroomde gast van talkshows. Het terrein waar kiezers zijn te winnen.

‘Tot mijn vierde, toen ik naar de kleuterschool ging, kon ik niet goed praten. Ik brabbelde heel veel. Dat heb ik later goed ingehaald. Ik zie het nu ook bij mijn zoontje van net drie. Op de kinderopvang hadden ze een filmpje van hem gemaakt in de kring: “Peuters, ik heb een idee. Zullen we met de bakfiets naar de Efteling? Vinden jullie dat allemaal een goed idee? En juf: dan ga jij op de trappers.”’

Ze toont haar gevoelens, maar laat niet over zich heen lopen, zoals Wilders merkte. Ze ontkent dat ze niet hard genoeg is voor de Haagse politiek. ‘Mijn werkwijze is simpel: recht is recht, krom is krom. Je kunt zakelijk zijn zonder mensen af te zeiken. Ik ben erg van de harmonie, vind het heerlijk om te discussiëren. Deed ik ook op het ministerie regelmatig en kreeg zo de beste ideeën.’

Sluit Coenradie samenwerking met de PVV uit?

Samenwerken met de PVV sluit ze ondanks haar botsing met Wilders niet uit. ‘Mijn ego is ondergeschikt aan de partij waarvoor ik mij verkiesbaar stel. Ik heb tegen JA21 wel eerlijk gezegd dat ik zo’n samenwerking natuurlijk niet aanmoedig. Ik mag hopen dat kiezers niet alleen afgaan op mooie uitspraken en populis­tische beloftes, maar dat ze zich ook wel afvragen of politici bereid zullen zijn om boter bij de vis te doen. Bereid zijn om een bepaalde keuze te maken.’