Ministers doen financiering Palestijns terrorisme af als ‘restrisico’

 Het ministerie van Buitenlandse Zaken stopt definitief de betalingen aan een mantelorganisatie van het terroristische Volksfront voor de Bevrijding van Palestina. De scheidende ministers Ben Knapen (CDA) en Tom de Bruijn (D66) doen de onbedoelde Nederlandse financiering van Palestijns terrorisme af als ‘een restrisico’.

Sinds 2007 werden tientallen miljoenen euro’s overgemaakt aan de Union of Agricultural Workers Committee (UAWC). Dit is een instantie die officieel hulp bood aan Palestijnse boeren, maar tegelijkertijd – zo is nu ook uit Nederlands onderzoek gebleken – was geïnfiltreerd door het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, een organisatie op de zwarte lijst van terreurorganisaties. Medewerkers en bestuursleden van UAWC waren actief in het Volksfront.

UAWC was lange tijd een Nederlandse ‘donor darling’. Maar in augustus 2019 werden twee medewerkers van deze hulpinstantie door de Israëlische autoriteiten opgepakt als verdachten van de bomaanslag waarbij de Joodse Rina Schnerb (19) om het leven kwam. Haar vader rabbijn Eitan Schnerb en haar broer raakten ernstig gewond. Het drietal maakte een wandeling op de Westelijke Jordaanoever.

Kaag hervatte betalingen

Toenmalig minister van Ontwikkelingshulp Sigrid Kaag (D66) schortte de betalingen aan de UAWC in juli 2020 op, nadat vermoedens waren gerezen over betrokkenheid bij terrorisme. Onder druk van de Tweede Kamer hervatte Kaag betalingen aan de UAWC-projecten op de Westelijke Jordaanoever. Formeel werd het geld via andere kanalen doorgesluisd.

Ook werd een extern onderzoek aangekondigd, dat echter pas in februari 2021 begon en werd uitgevoerd door het in Leusden gevestigde bureau Proximities Risk Consultancies.

Hulpclub feitelijk door terroristen gecontroleerd

EWmagazine.nl onthulde in mei 2021 dat er nauwe banden waren tussen UAWC, een aantal andere hulpinstanties en het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina. EW had inzage in rapporten van Israëlische geheime diensten en las ook de justitiële verslagen van verhoren van Palestijnse terreurverdachten.

Uit deze documentatie bleek dat de hulporganisatie feitelijk werd gecontroleerd door het Volksfront. In een sfeer van fraude en corruptie stopten sommige Palestijnse boekhouders ook zichzelf geld toe, waarna zij uit angst voor represailles door het Volksfront hun toevlucht zochten tot de Israëlische autoriteiten. Ze gaven grif toe dat ze de miljoenen euro’s uit Europese landen voor een vijftal hulpinstanties stiekem doorsluisden naar het Volksfront.

Nader onderzoek door de Israëlische veiligheidsdiensten bracht aan het licht dat de Palestijnse ngo’s een netwerk vormden rond het Volksfront voor de Bevrijding van Palestina, een organisatie die op de zwarte lijst staat van de Europese Unie en de Verenigde Naties.

Kaag wilde Palestijnen niet duperen

Israëlische diplomaten drongen er bij Nederland tevergeefs op aan om alle betalingen aan de hulpprojecten tot nader order te stoppen. Minister Kaag vond echter dat Palestijnse boeren niet de dupe mochten worden van de zwendel. Zij stond bovendien onder druk van de Kamer, waar met name DENK de Palestijnse zaak verdedigde en keihard weersprak dat sprake was van terrorismefinanciering. PVV, ChristenUnie en SGP maakten zich juist zorgen over steun aan terrorisme.