Verdient zorgpersoneel echt zo ondermaats?

19 augustus 2020Leestijd: 5 minuten
Zorgverleners in actie rondom stemming betere beloning. Foto: ANP

Het kabinet wil medewerkers in de zorg een eenmalige bonus geven van 1.000 euro, maar ziet vanwege de huidige economische onzekerheden geen ruimte voor extra, structurele loonsverhogingen. Voor de zorgbonus, die overigens niet geldt voor zorgverleners die meer dan 73.000 euro per jaar verdienen, betalen alle Nederlanders ongeveer 50 euro, schrijft het kabinet aan de Tweede Kamer.

Bijna 64 procent van de zorgmedewerkers had als gevolg van het coronavirus meer werk dan normaal, zo blijkt een enquête van vakbond FNV en het televisieprogramma Hollandse Zaken. De helft voelde zich daardoor fysiek of emotioneel uitgeput. Als blijk van waardering applaudisseerden Nederlanders in maart voor hun huizen voor de ‘helden in de zorg’. Opmerkelijk: slechts een op de tien van de ondervraagden voelde zich door het applaus gesteund.

Te gemakkelijk gebaar

De helft van de zorgverleners heeft een dubbel gevoel bij de publieke steun, liever krijgen zij meer salaris dan applaus. Is de eenmalige bonus die de Tweede Kamer via een motie toezegde voldoende? De helft van de zorgmedewerkers is er blij mee, de andere helft vindt het een te gemakkelijk gebaar. Ook al belandt Nederland in een recessie door de coronacrisis, de meeste zorgmedewerkers willen structureel meer geld boven op hun huidige salaris.

Politiek gesteggel

Het was de politieke rel van vorige week. Coalitie-Kamerleden die de Tweede Kamer uitrenden om een stemming over hogere salarissen voor het zorgpersoneel te voorkomen. Woensdag staat de stemming opnieuw gepland, maar het zorgpersoneel hoeft zich niet rijk te rekenen. Het kabinet heeft al laten weten dat een loonsverhoging er niet inzit.

 

In een brief aan de Tweede Kamer reageren minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge (CDA) en minister voor Medische Zorg Tamara van Ark (VVD) op de roep om een loonstijging. Zij wijzen op de bonus die het personeel al ontvangt wegens het coronavirus. Ook ontvangt het zorgpersoneel op dit moment al een marktconform salaris.

 

Volgens de oppositie, van linkse partijen tot de SGP en Geert Wilders’ PVV, vinden de salarisverhoging wel nodig. Het personeel heeft dat volgens hen verdiend en de salarisverhoging zou het werk aantrekkelijker maken waardoor personeelstekorten mogelijk worden opgelost.

Verdienen de zorgmedewerkers nu dan te weinig? Natuurlijk, als je het aan zorgpersoneel zelf vraagt wel: meer dan 84 procent van ziekenhuismedewerkers gaf vorig jaar al in een FNV-enquête aan dat zij te weinig verdienen voor het werk dat zij doen. Maar wie zal dat niet antwoorden als het je op de man af wordt gevraagd? Zorgwekkender wordt het als de helft van de zorgmedewerkers die weleens overweegt om de sector te verlaten, het lage loon als reden noemt.

Als puntje bij paaltje komt, geeft salaris in de meeste gevallen niet de doorslag om een baan in de zorg op te zeggen.

Meest genoemde reden van zorgmedewerkers die daadwerkelijk vertrokken, zijn de beperkte loopbaanmogelijkheden (18 procent), gevolgd door te weinig uitdaging, de manier van werken en aansturing en problemen met de werksfeer, constateerde RegioPlus, het samenwerkingsverband van de veertien regionale werkgeversorganisaties op het gebied van zorg en welzijn, vorig jaar. Pas op de zevende plek staan het salaris en de arbeidsomstandigheden (9 procent).

Doorsneesalaris

Om meer te kunnen zeggen over de hoogte van het beloning voor zorgpersoneel, kunnen de salarissen worden vergeleken met salarissen voor andere functies. Uit het jaarlijkse onderzoek Wie verdient wat? van Elsevier Weekblad en adviesbureau Berenschot blijkt dat de doorsnee verpleegkundige op de intensive care bruto 46.000 euro per jaar verdient. De 10 procent meestverdienende IC-verpleegkundigen – uitschieters uitgezonderd – verdienen gemiddeld 50.500 euro per jaar.

Dat doorsnee salaris is iets hoger dan van politieagenten, iets minder dan het salaris van de directeur van een kleine basisschool (zie ‘Wie verdient wat?’ hieronder).

In zijn brief verwijst het kabinet naar een internationale vergelijking uit 2018 van OESO, de organisatie van geïndustrialiseerde landen. Ziekenhuisverpleegkundigen verdienen in Nederland 1,18 procent meer dan de gemiddelde Nederlandse werknemer, een van de hoogste ratio’s in alle OESO-lidstaten.

Wie verdient wat?

Verklaring termen
Functies: de 266 functies plus beloning zijn afkomstig uit een jaarlijks onderzoek door Berenschot onder bedrijven en overheidsorganisaties. Het gaat om betaalde salarissen in 2019. Minimum: Bij lagere functies: cao-loon. Bij hogere functies: gemiddelde van de 10 procent laagstbetaalden. Mediaan: Middelste salaris voor de functie, de helft verdient meer, de helft minder. Maximum: Gemiddelde van de 10 procent bestbetaalden. Plaats op de ranglijst: De mediaan is bepalend, daarna de hoogte van het maximumsalaris, daarna het minimumsalaris.

 

© Elsevier Weekblad Bron: EW/Berenschot (2020)

Vliegende start

Het arbeidsmarktonderzoek Studie & Werk 2020 van Elsevier Weekblad en SEO Economisch Onderzoek biedt daarnaast inzicht in de salarissen van afgestudeerde verpleegkundigen ten opzichte van andere hoogopgeleiden met een vergelijkbaar opleidingsniveau. Het gemiddelde brutostartsalaris van afgestudeerden van de opleiding verpleegkunde is met 2.613 euro per maand bovengemiddeld. Omdat verpleegkundigen vaker vier dagen per week werken dan andere hbo’ers moet ook worden gekeken naar het uurloon. Ook dat is hoger (18,90 euro) dan gemiddeld voor afgestudeerde hbo’ers (16,10 euro).

De hbo-verpleegkundigen maken wat betreft salaris dus een vliegende start, maar na tien jaar lopen zij flink achter op de andere alumni van hogescholen. Na tien jaar verdient een afgestudeerde hbo-verpleegkundige 2.921 euro, aanzienlijk minder dan de gemiddelde hbo’er die een maandloon ontvangt van 3.331 euro. Omdat het uurloon voor hbo-verpleegkundigen na tien jaar even hoog is als voor de gemiddelde hbo’er, zal dit verschil vooral worden verklaard uit het aantal uren dat de verpleegkundigen werken.

Wie betaalt een salarisstijging?

Werkgevers en werknemers in de zorg maken samen afspraken over salarisontwikkelingen. Het Centraal Bureau voor de Statistiek stelde vast dat de cao-lonen in de sector gezondheids- en welzijnszorg met 3,1 procent zijn toegenomen in 2019, dat is meer dan het landelijke gemiddelde cao-loon dat met 2,5 procent steeg.

Voor een groot deel van het zorgpersoneel en de oppositiepartijen die de sector bijstaan, is die stijging niet voldoende. Maar als de salarissen nog meer zouden stijgen, wie moet dat dan betalen? Als de overheid nog meer moet bijdragen via de zogenoemde Overheidsbijdrage in de Arbeidsmarktontwikkeling (dit jaar gaat dat om in totaal 1,1 miljard euro), dan zullen andere posten waarschijnlijk in de begroting iets moeten inleveren. Voor extra geld voor de zorg ziet het kabinet nu geen ruimte, gezien de economische ontwikkelingen en onzekerheden.

Andere opties zijn een verhoging van de zorgpremie of het bezuinigen op andere kostenposten door zorginstellingen, zoals opleiding en ontwikkeling. Maar dat zijn nu juist aspecten van het werk die voor de medewerkers zo belangrijk zijn.