Russisch nepnieuws? Overal is beïnvloeding!

19 december 2017Leestijd: 3 minuten
Minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken (D66). Foto: ANP.

Commotie over nepnieuws, het gaat maar door. De minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren (D66) stuurde op 13 november een brief naar de Tweede Kamer waarin ze schreef dat Rusland met digitale middelen interne aangelegenheden van Nederland probeert te beïnvloeden. Haar voorbeeld was één vervalste Russische website die niemand meer kan vinden.

Het Centraal Planbureau kwam half december ook met een advies om misleidende informatie op digitale platforms tegen te gaan. En afgelopen maandag stuurde Ollongren weer een Kamerbrief over desinformatie. Met nieuwe voorbeelden over Nederland kwam ze niet. Verder bleek uit onderzoek van NRC Handelsblad dat enkele Nederlandse journalisten tweets van Russische bots hebben geciteerd. Bewijs voor een grootschalige Russische beïnvloedingscampagne in Nederland is vooralsnog summier.

Strategische beïnvloeding is van alle tijden

Goed dat er kritisch wordt nagedacht over de risico’s van manipulatie van buitenaf, maar de grote verontwaardiging over Russisch nepnieuws is vreemd. Alsof de Russen de enigen zijn die andere landen, uit eigen belang, op strategische wijze proberen te beïnvloeden. Bestaat er een land dat dit niet doet? Oorlog voeren, ‘psychologische operaties’, diplomatie, spionage, propaganda, sancties, het steunen van mensenrechtenverdedigers in het buitenland – de middelen zijn legio, hooguit is de ene methode ethischer dan de andere. Het fenomeen ‘invloed uitoefenen’ op ‘interne aangelegenheden’ van andere landen is eeuwenoud, komt van alle kanten en verschijnt in allerlei vormen.

Beïnvloeding van buitenlandse verkiezingen hoort daar ook bij. Er wordt in de Amerikaanse media veel gesproken over mogelijke inmenging van de Russen in de Amerikaanse presidentsverkiezingen. Maar de voormalige Amerikaanse president Barack Obama maakte in mei zelf ook een filmpje om de huidige Franse president Emmanuel Macron te steunen in de Franse verkiezingen.

Iedereen kan de publieke opinie van een ander land beïnvloeden

Lees hier de opinie van Nikki Sterkenburg over een overheid die nepnieuws checkt.

Online-media bieden simpelweg een nieuwe manier om aan strategische beïnvloeding te doen. Grenzen houden beïnvloeding van buitenaf niet meer tegen. Via wereldwijd toegankelijke sociale media kan  feitelijk iedereen – zowel staten als individuen – de publieke opinie van een ander land beïnvloeden. Zeker gezien de afname van vertrouwen in de traditionele media onder jongeren, kunnen mogelijk in de toekomst de meest overtuigende stemmen het publieke debat via sociale media domineren, waar zij ook vandaan komen, of zij nu de waarheid spreken of niet.

Dit is een nieuwe, lastige realiteit en een breder fenomeen dan ‘nepnieuws’ uit Rusland.

Signalering van nepnieuws moet niet leiden tot censuur van internet

Hoe kan Nederland ervoor zorgen dat burgers ook in de toekomst goede informatie krijgen, er weerwoord is tegen manipulatie, zonder daarbij te censureren? Het Centraal Planbureau stelt voor om een vergunningenstelsel in te voeren dat voorwaarden oplegt aan digitale platformen zodat nepnieuws kan worden gereguleerd. Deze voorgestelde inperking van de internetvrijheid door de overheid is zorgelijk. Het brengt het risico mee dat er van bovenaf wordt bepaald wat juiste informatie en ideeën zijn en wat niet. Niet goed voor het vrije debat.

Mogelijk ligt de sleutel in het onderwijs. Meer dan ooit is het belangrijk dat jongeren goede kritische vaardigheden en mediawijsheid krijgen aangeleerd, als ze die met vallen en opstaan nog niet hebben opgedaan. Dan kunnen ze later zelf, in een open discussie, beoordelen wat ‘nep’ en ‘echt’ is.