Gemeenten: weinig kans voor asielzoekers op arbeidsmarkt

24 juni 2016Leestijd: 2 minuten
De kans op werk voor migranten is erg klein. Foto:ANP

De Nederlandse gemeenten slaan alarm. Zij zijn bang dat 90 procent van de migranten die in de afgelopen jaren naar Nederland zijn gekomen, niet aan werk zullen komen.

Dat blijkt uit een enquête van Kennisplatform Integratie en Samenleving (KIS) onder 200 gemeenten.

Ieder half jaar krijgen de gemeenten bericht over het aantal migranten dat zij in de komende zes maanden moet huisvesten. Die verdeling gebeurt ‘eerlijk’, namelijk aan de hand van het aantal inwoners dat een gemeente telt. In tweederde van de regio’s waar de statushouders worden ondergebracht, is echter te weinig werkgelegenheid, geven de gemeenten zelf toe.

Extra geld

In april besloot het kabinet om 500 miljoen euro extra over te maken naar Nederlandse gemeenten om asielzoekers met een verblijfsvergunning sneller te laten integreren en aan een baan te helpen.

De Participatiewet schrijft de gemeenten voor dat zij ondersteuning moeten bieden aan alle werkzoekenden, waar ook de migranten die in de verschillende gemeenten worden ondergebracht, toe behoren.

Een groot probleem is dat veel asielzoekers lange tijd niet hebben gewerkt. De gemeenten stellen dat zo’n 60 procent van de asielzoekers eerst een opleiding nodig zal hebben alvorens zij aan werk kunnen komen. Nog eens 30 procent is überhaupt niet aan werk te helpen, zeggen de gemeenten.

Inburgeren

Maar een derde van de gemeenten gaat pas actief over op werkbemiddeling als de asielzoekers de verplichte inburgeringscursus hebben afgerond. Dat duurt vaak langer dan drie jaar. Dus van de migranten die in 2013, 2014 en 2015 naar Nederland zijn gekomen, is nu minder dan helft volledig ingeburgerd. En daar komen ieder halfjaar weer nieuwe migranten bij.

Volgens het Kennisplatform doen gemeenten er verstandig aan om snel in actie te komen om kansrijke statushouders aan een baan te krijgen. Ook zijn maatregelen nodig om migranten die lastig werk kunnen vinden op een andere manier te laten participeren in de Nederlandse samenleving.