Strenger toezicht Turkse weekendscholen is bittere noodzaak

19 december 2022Leestijd: 6 minuten
Minister voor Primair- en Voortgezet Onderwijs Dennis Wiersma wil strenger toezicht op weekendscholen. Foto: ANP / Hollandse hoogte / Peter Hilz

Islamitische (weekend)scholen in Nederland vinden in hoogleraren als Leo Lucassen en Maurits Berger vurige verdedigers. Nu is er in Turkije grote ophef ontstaan na verhalen over grootschalig kindermisbruik door religieuze sekten, iets wat in ons land ook kan gebeuren. Turkijekenner Kaan Özgök ging op onderzoek uit en schrijft over zijn onthutsende ontdekkingen op EW Podium.

Sinds de publicatie, begin deze maand, van een artikel over kindermisbruik door sektariërs happen de Turkse publieke opinie en politiek naar adem. Centraal staat het verbijsterende relaas van de inmiddels 24-jarige Hatice Kübra Gümüşel. Zij is de dochter van de erevoorzitter van de Hiranur Vakfı, een in 2006 opgerichte stichting die gelieerd is aan de bekende İsmailağa-sekte. In november 2020 spant zij een rechtszaak aan tegen haar ouders en echtgenoot. Onderzoeksjournalist Timur Soykan van dagblad BirGün krijgt de officiële aanklacht in handen en deelt schokkende details.

Kaan Özgök (1972), geboren Groninger, is de jongste telg van een kunstzinnige familie van muzikanten, schrijvers en cineasten. Kaan heeft geschiedenis en American studies gestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen en werkt voor de regionale overheid als projectcoördinator. Op Twitter is hij te vinden onder de naam Verweesd Links.
EW Podium publiceert opinies van jonge schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. Plaatsing hoeft geen redactionele instemming te betekenen.

Daders kindermisbruik ontwijken overheidstoezicht

Zo onthult Soykan hoe daders zich onttrekken aan overheidstoezicht en de rechtsgang manipuleren. Dat kunnen zij doordat sektes dankzij de regerende AK-partij sterk aan invloed en bestuurlijke rugdekking hebben gewonnen. Zulke ordes – tarikats – als İsmailağa, dat in de wijdvertakte sektarische Nakshibendi-traditie staat en uitstekende banden onderhoudt met de Afghaanse Taliban, zijn sinds enige tijd actief in Duitsland. En ook in Nederland bestaan legio Turkse educatieve stichtingen met aaibare profielen en gelikte pr. Omdat schijn kan bedriegen is streng toezicht op islamitische weekendscholen geen – zoals de Leidse hoogleraren Maurits Berger en Leo Lucassen veronderstellen – islamofobie, maar bittere noodzaak. Want van het Turkse Directoraat voor Geloofszaken, Diyanet, hoeft Den Haag geen matigende invloed te verwachten.

​Als Yusuf Ziya Gümüşel in 2004 verhuist naar Çengelköy, een conservatieve volkswijk aan de Anatolische (Aziatische) zijde van Istanbul, heeft hij van sjeik Mahmut Ustaosmanoğlu persoonlijk een opdracht meegekregen. Hij moet İsmailağa aan deze kant van Istanbul institutionaliseren. Het gezin met vier kinderen woont in een appartement dat ter beschikking wordt gesteld door de orde. Van daaruit werkt de 41-jarige Gümüşel aan de oprichting van wat Hiranur gaat heten. Deze als welzijnsstichting vermomde afdeling opent twee jaren later een protserig hoofdkantoor in Sancaktepe, twintig kilometer verderop gelegen aan de Anatolische kant.

Ondertussen heeft zesjarige dochter Hatice Kübra de belangstelling gewekt van Kadir İstekli, een 29-jarige overbuurman en tevens devoot mürid (volgeling) van İsmailağa. Kort daarop wordt kleuter Hatice naar islamitisch gebruik in de echt verbonden met de 23 jaar oudere İstekli. Vader Yusuf Ziya geeft zijn minderjarige dochter mee aan de pedofiele Kadir. Het illegale huwelijk wordt vrijwel onmiddellijk geconsumeerd. Een lange periode van seksueel misbruik volgt.

Hoe het misbruik in de doofpot ging

Jaren later als – de nog steeds minderjarige – Hatice begint te menstrueren bezoekt zij samen met haar moeder een ziekenhuis voor controle. De behandelend arts ruikt onraad en licht de lokale politie in. Na een kort verhoor alarmeert deze de openbare aanklager. Het opvragen van Hatices geboorteakte zal volstaan als bewijs dat zij minderjarig is en dat er sprake is van strafbare feiten.

Lees ook van Kaan Özgök: Erdogan, van avonturier naar koorddanser

Vreemd genoeg gelast de officier in plaats daarvan een botpunctie. In het Haydarpaşa-laboratorium wordt Hatices plaats ingenomen door een onbekende, volwassen vrouw. Het 14-jarige slachtoffer staat machteloos als in december 2012 de resultaten van de punctie uitwijzen dat zij de leeftijd van 21 heeft. Het dossier wordt gesloten, aanklacht 2012/34450 geseponeerd. Alles wijst erop dat een onzichtbare hand de sektarische daders te hulp is geschoten.

Kindermisbruikzaak staat niet op zichzelf

Wie meent dat deze misselijkmakende zaak op zichzelf staat komt bedrogen uit. Op 12 maart 2016 opent BirGün groot met: ‘45 jongens verkracht in Karaman!’ De krant heeft de hand weten te leggen op een opzienbarend justitieel rapport. Tientallen jongens van negen en tien jaar oud blijken tussen 2012 en 2015 te zijn verkracht door een docent. De lessen werden verzorgd door de conservatief-religieuze welzijnsstichting Ensar. Het misbruik is voor tenminste tien gevallen medisch aangetoond in het staatsziekenhuis van het Centraal-Anatolische Karaman. Ensar, dat zegt zich te richten op verspreiding van ‘religieuze kennis en islamitische deugden’, kent tientallen vestigingen door heel Turkije. De stichting heeft een glossy website en bestuursleden die actief zijn in de regerende AK-partij. De nauwe banden met Ankara zorgen voor een onwaarschijnlijke lijst aan voorname sponsoren en donateurs. Een van die donateurs is de zoon van zittend president Erdoğan, Bilal.

De publieke verontwaardiging dwingt minister van Familiezaken Sema Ramazanoğlu te reageren. Tijdens een plenaire parlementszitting stelt zij: ‘Aan de hand van dit eenmalige incident kan een organisatie die bekendstaat om haar welzijnswerk niet zwartgemaakt worden.’ Deze reactie roept grote vraagtekens op over de prioriteiten van de AK-partijminister. Meer dan de misbruikte kinderen lijkt zij bezorgd om de reputatie van Ensar. Wie daar nog geen patroon in ziet, kan even een blik werpen op de woorden van de voormalige én huidige minister van Justitie, Bekir Bozdağ. Zijn AK-partij sleutelt in november 2016 aan een wetsvoorstel waarmee kindhuwelijken uit de illegaliteit gehaald moeten worden. Daarover zegt hij: ’Wij beschermen geen verkrachters, want deze huwelijken zijn tot stand gekomen met goedkeuring van de betrokken families en de vrije wil van de kleintjes.’

Sektarische, criminele denkbeelden ingebakken in partij Erdoğan

Het is exemplarisch voor de wijze waarop islamisten contacten tussen volwassenen en minderjarigen beschouwen. Sektarische denkbeelden zitten diep in het DNA van de AK-partij. En dat alles onder het toeziend oog van Diyanet, dat ooit in 1924 was opgericht als controleorgaan op islamitische uitwassen. Tegenwoordig lijkt dat staatsorgaan dubieus religieus gedachtengoed maatgevend te maken met een overheidssticker. Kenmerkend is de rol die vrouwen krijgen toebedeeld. Diyanet zal nooit publiekelijk verklaren dat zij zo jong mogelijk geïsoleerd moeten worden als vrome echtgenotes en moeders. Maar het is een publiek geheim dat de terugtrekking uit het Verdrag van Istanbul inzake huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen in maart 2021 tot stand kwam door druk van tarikats op het Diyanet-bestuur en president Erdoğan. Het presidentiële decreet daarover kwam niet – zoals vaak wordt beweerd – ineens, maar was al geruime tijd in de maak. Bedoeld als handreiking naar invloedrijke organisaties als İsmailağa. En ook ordes als Menzil, Nur en Süleymancılar laten zich gelden, hebben zelfs vat op ministeries. De Süleymancılar laten zich in Nederland vertegenwoordigen door Stichting Islamitisch Centrum Nederland (SICN). Met eigen moskeeën en misschien ook weekendscholen.

Nederlandse hoogleraren op de bres voor ‘vrijheid van sektarisme’

Die moskeeën en scholen zijn volgens artikel  6 van de Nederlandse Grondwet – waarin vrijheid van godsdienst wordt gewaarborgd – toegestaan. Dit is het favoriete grondwetsartikel van de Leidse hoogleraren en misbruikapologeten Leo Lucassen en – de door Oman betaalde – Maurits Berger, zo lijkt het vaak. Zij impliceren dat minister van Onderwijs Dennis Wiersma op oneigenlijke gronden meer grip probeert te krijgen op islamitische weekendscholen en beschuldigen de VVD-bewindsman eigenlijk van islamofobie. Dat is vergelijkbaar met hoe fanatieke Turkse islamisten nu journalist Timur Soykan massaal aanvallen en tot vijand van de islam bestempelen – voor orthodoxe verstaanders is dat een doodvonnis.

Bij lieden als Lucassen en Berger lijkt de vrijheid van sektarisme ook zwaarder te wegen dan het risico op misstanden en regelrecht misbruik van jonge kinderen. Het is dezelfde kwestieuze prioritering die je terugziet bij veel bewindslieden van de AK-partij.