De Nederlandse economie is aan de beterende hand, maar snel gaat het allemaal niet. Het kabinetsbeleid van de laatste jaren, dat werd gekenmerkt door forse belastingverhogingen, is medeverantwoordelijk voor de traagheid van het herstel.
Een stevige rugwind blaast de Nederlandse economie momenteel vooruit. De economie groeit volgens het Centraal Planbureau (CPB) in 2015 naar verwachting met 1,5 procent. Dat is twee keer zoveel als dit jaar, waarin de economie met 0,75 procent groeit.
Zo is er meer goed nieuws. De werkloosheid, die dit jaar steeg tot 605.000, zal volgend jaar dalen tot 570.000. Huishoudens houden de hand minder op de knip en durven meer wat geld uit te geven. De huizenmarkt trekt aan, en ook bedrijven investeren weer.
Worsteling
Broos is het allemaal nog wel. Het rommelt nog steeds in de eurozone, waar landen worstelen met hervormingen. De politieke en economische confrontatie met Rusland over de toekomst van Oekraïne is nog lang niet ten einde.
Volgens het CPB is het voorzichtige herstel vooral te danken aan de export. Die profiteert van de verzwakte euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De goedkope olie helpt ook – de prijs van een vat schommelt rond de 60 dollar.
Murw gebeukt
Het kabinet zal ongetwijfeld claimen dat het kabinetsbeleid aan de basis heeft gestaan van de huidige opleving van de economie. Terecht is dat niet. Het herstel kwam er vooral ondanks en niet dankzij dat beleid.
Consumenten werden de laatste jaren murw gebeukt met forse belastingverhogingen en onnodige nivelleringsmaatregelen. Het vertrouwen in de economie kreeg mede daardoor een enorme knauw.
Het inzicht dat hoge belastingen op arbeid schadelijk zijn voor de economie drong rijkelijk laat door aan het Binnenhof. Het kabinet moet nu alles op alles zetten om het herstel te bevorderen. Het terugdraaien van belastingverhogingen is absoluut een onderdeel daarvan.