Sporten in de stad is duurder dan in een een dorp

17 juli 2015Leestijd: 3 minuten
'Arie Kievit/HH'

Zes miljoen Nederlanders spannen zich wekelijks in bij een van de 40.000 sportclubs. Wat kost al dat gesport van u of uw kind?

Over enkele weken maken miljoenen Nederlandse amateursporters zich weer op voor een nieuw seizoen. Trainingen beginnen, contributies voor voetbal en hockey worden weer afgeschreven, tennis- en paardrijlessen betaald. Wat kost al dat gesport jaarlijks?

Sporters zijn gemiddeld 230 euro per jaar kwijt aan contributies en lesgelden, blijkt uit de ING Budgetbarometer van juni 2014. De bestedingen aan kleding en schoenen bedragen gemiddeld 80 euro, plus 40 euro aan overige sportattributen. Teamsporten zijn over het algemeen goedkoper dan individuele sporten.

Voetbal is met ruim 1,2 miljoen beoefenaars nog altijd de populairste sport van Nederland en, in vergelijking met andere sporten, relatief goedkoop. Volgens het Nibud Budgethandboek 2014 betaalt een volwassene gemiddeld 216 euro contributie per jaar, kinderen 156 euro per jaar.

De KNVB heeft geen invloed op de contributie die clubs vragen. ‘Dat bepalen verenigingen zelf,’ zegt woordvoerder Koen Adriaanse (27). Naar schatting gaat zo’n 15 procent van de begroting van een voetbalclub naar de KNVB. Daarnaast vraagt de gemeente een vergoeding voor de verhuur van de voetbalvelden, een ander deel gaat naar het onderhoud van velden en kantine. Sommige gemeenten verlangen ook onroerendezaakbelasting.

De hoogte van de contributie verschilt per leeftijd en regio. Voor de allerjongsten (tot 7 jaar) vragen clubs buiten de Randstad zo’n 50 tot 100 euro per jaar; voor kinderen van 7 tot 18 zo’n 100 tot 200 euro; senioren (18 jaar en ouder) betalen 150 tot 250 euro per jaar.

Bruikleen

In de Randstad liggen de tarieven hoger. Bij Swift, in hartje Amsterdam, betalen senioren 300 euro: bijna twee keer zoveel als bij het Zeeuwse VV Domburg, waar het lidmaatschap 152,50 euro kost. Bij junioren is het verschil nog groter: 267 tegen 87 euro.

Voor een tenue (voetbalschoenen, shirt, broek, sokken en scheenbeschermers) is een amateurvoetballer gemiddeld 100 tot 200 euro kwijt. Veel clubs geven outfits gratis in bruikleen.

Wie hockeyt of hockeyende kinderen heeft, is een stuk duurder uit. Een tenue (bitje, shirt, rokje/broek, sokken, scheen­beschermers, schoenen) kost u minstens 150 euro. De prijs van een stick varieert van enkele tientjes tot meer dan 300 euro voor één gemaakt van carbon.

In ruim tien jaar is het aantal hockeyers verdubbeld. Clubs worden overspoeld met jeugdspelers. Prijzen voor het lidmaatschap liggen flink hoger dan bij de gemiddelde voetbalclub. Volgens het Nibud zijn jeugdhockeyers al snel 100 euro per jaar meer kwijt.

Zeker in de Randstad zijn bedragen boven de 300 euro geen uitzondering. Wie in de winter ook wil meedoen aan de zaalcompetie, betaalt nog eens een extra contributiebedrag.

Marktplaats

Ook paardrijden behoort tot de vijf populairste (verenigings-)sporten in Nederland. Ook hier geldt weer dat ruiters in de buurt van Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht duurder uit zijn dan, bijvoorbeeld, op de Veluwe.

Tarieven zijn afhankelijk van: groeps- of privéles, pony of paard, kind of volwassenen. Gemiddeld kost een groepsles van een uur 15 euro. Dat lijkt mee te vallen, maar wie bijna elke week lest, ziet de kosten oplopen tot boven de 600 euro per jaar. Ook de uitrusting van een ruiter is prijzig. Voor een cap, rijbroek, body­protector en laarzen bent u zo 300 euro kwijt. Om de kosten te drukken, wordt veel onderling verkocht. Marktplaats staat er vol mee.

Voor een tennis­lidmaatschap betaalt u tussen de 100 en de 300 euro per jaar. Wie ook op les wil, betaalt vaak het dubbele. Een abonnement in een stad is duurder dan in een dorp. Doorgaans geldt: hoe groter de vereniging, hoe duurder het lidmaatschap. Bij veel verenigingen kunnen scholieren, studenten en 65-plussers korting krijgen.

Ook geven amateurverenigingen korting aan leden die zich als vrij­williger willen inzetten voor de club. Wie bereid is een paar keer per jaar kantinedienst te draaien, kan zo 50 tot 75 euro per jaar besparen.

Elsevier nummer 30, 18 juli 2015