Blazoen Scheepvaartmuseum opgepoetst, mede dankzij Krikke

12 juni 2015Leestijd: 4 minuten
''

Twaalf jaar was ze burgemeester van Arnhem. Sinds 1 oktober 2014 is Pauline Krikke (54) algemeen directeur van het Amsterdamse Scheepvaartmuseum.

Ze omschrijft het zelf als ‘het beste van twee werelden’: wonen in Arnhem, werken in Amsterdam. Elke ochtend stapt Pauline Krikke in Arnhem, de stad waarvan ze twaalf jaar burgemeester was, om half acht op de trein naar Amsterdam.

Daar was ze van 1996 tot 2001 voor de VVD wethouder en is ze nu algemeen directeur van Het Scheepvaartmuseum. Het laatste stukje vanaf Centraal Station fietst ze.

Voor Krikke op 1 oktober 2014 aantrad, kende Het Scheepvaartmuseum een roerige periode. Ontslagrondes dreigden, de financiën waren niet op orde. En dan was er nog die schietpartij tijdens een dancefeest, in mei 2013, waarbij een bezoeker omkwam. ‘Het is buitengewoon akelig dat het is gebeurd, maar het had niets met het museum van doen.’

Gouden Eeuw

Inmiddels is het blazoen van Het Scheepvaartmuseum mede dankzij Krikke weer opgepoetst. De energie is terug in de organisatie en ook financieel gaat het weer goed. ‘Iedereen heeft zijn schouders eronder gezet en tot mijn onuitsprekelijk grote vreugde hadden we in 2014 een sluitende jaarrekening.’

Krikke geniet van haar nieuwe functie. Haar gulle lach werkt aanstekelijk, ze straalt en ze spreekt kundig over het museum: over de Gouden Eeuw, de VOC, scheepsornamenten, de collectie atlassen.

‘Ik raak hier niet uitgekeken, zie steeds weer nieuwe details.’ Dat ze een Friese achtergrond heeft – haar ouders hadden een groothandel in ­limonade en bier in Sneek – en tijdens haar jeugd omringd werd door bootjes, komt goed van pas.

‘Ik heb altijd belangstelling gehad voor de nautische wereld. Als je directeur van Het Scheepvaartmuseum wordt, moet je iets weten van de maritieme geschiedenis van Nederland. Je moet weten of Piet Hein voor of na Michiel de Ruyter kwam.’ Ervoor dus.

Ambtsketen

Sinds ze aan het roer staat van het museum is er ruimte voor plannen en vergezichten. De expositie Held in zicht – over Michiel de Ruyter – werd wegens succes verlengd, deze zomer fungeert het museum tijdens het maritieme evenement Sail als trefpunt voor de zakelijke wereld, en in 2016 is het de locatie van diverse Europese toppen. ‘Ontzettend gaaf en goed voor de uitstraling van ons museum. Dat soort evenementen is onmisbaar.’

Het Scheepvaartmuseum – 325.000 bezoekers per jaar – krijgt 10 miljoen euro subsidie: voor het gebouw, voor het depot, het onderhouden van de collectie. ‘De overige ­5 miljoen verdienen we zelf met evenementen, kaartverkoop, sponsoring van bedrijven, catering en donaties van onze mecenassen.’

Halverwege het gesprek staat plots Neelie Kroes aan de tafel. Zij houdt met het project StartupDelta kantoor op het naastgelegen Marineterrein en maakt vaak afspraken in het restaurant van het museum. ‘Dat is een goeie,’ zegt de VVD-coryfee, wijzend op Krikke. De twee kennen elkaar. Krikke, onlangs gekozen tot Eerste Kamerlid, had er voor haar aanstelling tot museumdirecteur al een half leven in de politiek op zitten.

Krikke droeg twaalf jaar de ambtsketen van Arnhem. Ze blonk uit in het gewone contact met Arnhemmers. Na twee termijnen vond ze het mooi geweest. ‘Dan moet je ruimte bieden aan nieuwe mensen en nieuwe ideeën. Daar wordt een stad beter van.’

Op het officiële moment van haar aftreden, 30 juni 2013 om twaalf uur ’s nachts, kwamen politie, brandweer en ambulances met zwaailichten aan afscheid nemen. ‘Heel bijzonder om zo te worden uitgewuifd. Ik krijg er nog kippevel van.’

Na haar vertrek als burgemeester was ze amper een halve dag werkloos. ‘Ik heb me direct als consultant ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en de volgende dag had ik mijn eerste opdracht. Ik vond het prettig dat het zo goed ging met mijn winkeltje dat ik geen wachtgeld nodig had.’

Openbaar bestuur

Erg lang duurde haar uitstapje niet. ‘Zo’n adviserende functie was leuk en ik had aan opdrachten geen gebrek, maar wat ik miste, was weer staan voor een instituut, relaties opbouwen met mensen, samen de toekomst in. Kortom: dat je voor meer staat dan alleen voor jezelf en je eigen adviezen.’

Tegelijkertijd bedacht ze dat ze na zeventien jaar openbaar bestuur wel iets anders wilde. ‘Ik vind het leven te kort om steeds hetzelfde te doen.’ Toen belde Het Scheepvaartmuseum. ‘Een groot instituut, de tweede maritieme collectie van de wereld, een museum dat verhalen vertelt. We zijn in gesprek geraakt en vonden elkaar zo leuk dat ik “ja” heb gezegd. Ik vind het fijn om weer een boegbeeld te zijn, om contacten te leggen voor het museum en het overal te vertegenwoordigen.’

In haar functie van museumdirecteur, als Eerste Kamerlid en met haar nevenfuncties kan ze doen waar ze al een levenlang in uitblinkt: netwerken, lobbyen. ‘In andere organisaties kijken, houdt me fris. Daarom bezoek ik nu andere musea: even zien hoe zij de winkel hebben ingericht.’

Krikke woont nog altijd ‘met alle soorten van genoegen’ met haar man, twee poezen en hond Harley Davidson in het Arnhemse Spijkerkwartier. Maar ook Amsterdam en Sneek voelen als thuis. ‘Ik ben Arnhemmer, Amsterdammer en Friezin. Het hart is groot genoeg voor meerdere plekken.’

Elsevier nummer 25, 20 juni 2015