Nederlands tintje: 35 procent van de groentezaden komt uit Nederland

04 april 2023Leestijd: 2 minuten
Foto: Nick Hannes/ANP

Een wortel of aardappel in de supermarkt lijkt zo alledaags, maar er schuilt een hele wereld achter. Zo veel mensen en bedrijven die bij het maken ervan betrokken zijn geweest: niet alleen de teler en de supermarktmedewerker, ook zij die in een ver verleden al bezig waren met de groenten die vandaag worden gegeten.

Duizenden jaren geleden zijn de gewassen gedomesticeerd die wij vandaag eten. Wat betekent dat de beste planten werden geselecteerd om opnieuw te telen. Ongeveer 150 jaar geleden gingen plantwetenschappers en zaadveredelaars met veredelingstechnieken nog betere planten kweken. Zij creëerden nieuwe rassen door twee dezelfde plantensoorten met de juiste eigenschappen met elkaar te kruisen. Daardoor ontstonden niet alleen sterkere rassen die minder vatbaar waren voor bepaalde ziekten, maar ook nieuwe soorten, die beter aan de wensen van de consument voldoen. Denk aan vleestomaten voor de soep en een kleinere smaakvolle tomaat voor in de salade.

35 procent van de wereldhandel in groentezaden komt uit Nederland

De groeiende wereldbevolking, klimaatverandering en verduurzaming leiden tot nieuwe uitdagingen voor veredelaars en voedselwetenschappers. Nederland speelt daarin een belangrijke rol: bijna 35 procent van de wereldhandel in groentezaden komt uit Nederland. Voor pootaardappelen is het aandeel bijna 60 procent, blijkt uit cijfers van het Plan­bureau voor de Leefomgeving.

Plantenkennis en nieuwe veredelings­technieken geven deze bedrijven een voorsprong om te komen tot nieuwe oplossingen. Bijvoorbeeld plantensoorten met een hogere resistentie, waardoor er minder bestrijdingsmiddelen nodig zijn.

Omdat het jaren duurt voordat nieuwe soorten in de supermarkt liggen, zullen consumenten pas over vijf (in het geval van groenten) tot tien jaar (in het geval van aardappelen) een nieuwe soort wortel of aardappel eten.

De Nederlandse zaden verspreiden zich over de hele wereld. Daardoor heeft voedsel dikwijls een Nederlands tintje.