‘Bij de aangifte moet ik duizenden euro’s betalen’

24 maart 2016Leestijd: 3 minuten
ANP

Elke week geven drie deskundigen antwoord op vragen van lezers over financiële en juridische kwesties.

Scheiding

Tijdens de scheiding heeft mijn ex veel geld van onze rekeningen opgenomen. Zij deed dat vóór het verzoek tot scheiding was ingediend. Ik vind dat ik recht heb op de helft. Volgens de rechter heb ik dit niet voldoende onderbouwd, terwijl ik afschriften had bijgevoegd. Heeft een hoger beroep zin? W.K., Amsterdam

mr. Heleen Scheer Mediator en advocaat in personen- en familierecht
bij Donckhof Advocatuur & Mediation

Als echtgenoten in gemeenschap van goederen zijn getrouwd, betekent dit in principe dat alle bezittingen en alle schulden gezamenlijk zijn. Door indiening van het echtscheidingsverzoek bij de rechtbank, wordt de gemeenschap van goederen ontbonden. Op die datum wordt vastgesteld wat er aan bezittingen en schulden is. Wat vóór de datum van ontbinding is gebeurd – bijvoorbeeld als hoge privéuitgaven zijn gedaan – is in beginsel niet relevant.

In uitzonderlijke gevallen kan sprake zijn van benadeling van de gemeenschap van goederen, bijvoorbeeld doordat op lichtvaardige wijze met bezittingen is omgegaan. U schrijft dat uw ex voordat het verzoekschrift werd ingediend een flink bedrag van de gezamenlijke rekening heeft opgenomen. De vraag is of zij het geld heeft verspild. Dat is niet snel zo. Er moet sprake zijn van opzettelijk benadelen van de gemeenschap of het zonder enige redelijke grond opmaken van het geld.

Dat het geld is opgenomen, zoals u hebt aangetoond, is niet voldoende. Alleen als u kunt bewijzen dat uw ex het geld opzettelijk en zonder redelijke grond heeft opgemaakt, heeft het zin om hoger beroep in te stellen. Een jurist kan u helpen een goede inschatting te maken.

Familiebank

Onlangs stond hier een vraag over de voorwaarden van een familielening, zoals rente en aflossing. Wat als de lening al jaren loopt of als het risico hoog is, bijvoorbeeld bij zzp’ers? Mag de rente dan 8 procent zijn? E.A., Amsterdam

mr. Marcel van Kooten ffp mfp cfp® Fiscaal/financieel planner OCM3, parttimedocent Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Belangrijk bij een familielening was en is nog steeds de zakelijkheid van de leningvoorwaarden. Denk daarbij aan het rentepercentage, de duur van de rentevastperiode, het aflossingstijdstip, de leensom, de opzeggingsgronden, wanneer de rente moet worden betaald en de verstrekte zekerheden.

Verzamel daarom de rentetarieven en leningvoorwaarden van vergelijkbare geldverstrekkingen en leg deze voorwaarden (eventueel notarieel) vast. Een zakelijk vergelijkbare rente kan worden afgesproken binnen een marge van plus of minus 25 procent van de marktrente, zonder dat de fiscus het als een schenking ziet.

Hoeveel men ervan afwijkt, zit hem er enerzijds in of het risico is verhoogd, zoals u oppert, anderzijds hangt dit af van de wensen van het kind en de ouders. Voor de ouders kan het interessant zijn een hogere (voor het kind vaak aftrekbare) rente te vragen, voor het kind kan een zo laag mogelijke rente handig zijn, omdat de lening dan betaalbaarder is.

Aangifte

Bij de aangifte over 2015 moet ik duizenden euro’s betalen. Dit moet volgens mij worden afgetrokken van mijn vermogen, anders betaal ik over 2016 belasting over geld dat niet meer van mij is. Hoe moet ik dit aanpakken? F.V., Oss

mr. Pieter Spooren Senior belastingadviseur bij HLB Van Daal & Partners
Accountants & Belasting­adviseurs

Over 2016 is 1,2 procent belasting verschuldigd (30 procent belasting over 4 procent verondersteld rendement) over bezittingen min schulden per 1 januari 2016. Belastingschulden mag u niet aftrekken van de bezittingen. Uw belastingschuld over 2015 vermindert dus niet de bezittingen in belastingbox 3.

Als u in 2016 ook een belastingbetaling verwacht, is het raadzaam om een voorlopige aanslag aan te vragen en vóór 1 januari 2017 te betalen. Door die betaling zijn de banktegoeden op 1 januari 2017 lager dan zonder de betaling het geval zou zijn geweest: u bent immers op 1 januari 2017 ‘bij’ met het betalen van belasting over 2016.

Bijzonderheid is dat bij de aanvraag van een voorlopige aanslag vóór 1 oktober, niet-betaalde belasting wél als schuld van box 3 kan meetellen. Dat is het geval als de Belastingdienst zo laat is met het opleggen van de aanslag, dat betaling voor 1 januari 2017 niet meer mogelijk is.

Elsevier nummer 13, 2 april 2016