Licht voor de sterren: een familiebedrijf in kroonluchters

01 maart 2023Leestijd: 5 minuten
Kroonluchter van Brand Van Egmond - Linea Collectie

Familieatelier Brand van Egmond maakt unieke kroonluchters en andere luxe lichtsculpturen. Van Hollywood tot Dubai zijn die in trek. ‘We zijn maniakaal onafhankelijk.’

Op het eerste gezicht hebben popster Madonna, racefamilie Schumacher, de Britse oud-premier ­David Cameron, en de ­Albert Heijn-dynastie weinig ­gemeen. Ja, ze zijn beroemd en niet onbemiddeld, maar verder toch vooral representanten van verschillende werelden.

Waarin ze wél overeenkomen: ze kijken dagelijks – of in elk geval heel vaak – naar een object dat is ontsproten aan het brein van een en dezelfde Nederlander. Allen zijn gezwicht voor de creaties van kunstenaar-ontwerper William Brand.

Beroemd zijn is geen vereiste

Zijn ‘familieatelier’ Brand van Egmond maakt kroonluchters en andere in het oog springende lichtsculpturen ‘voor royals en rappers’, sjeiks en CEO’s. Creaties van het Gooise bedrijf hangen in winkels van luxemerken, in vijfsterrenhotels, in kastelen en ambassades. Maar beroemd zijn is geen vereiste, nuanceert Brands compagnon en neef Dennis van Egmond (46), verantwoordelijk voor de verkoop. ‘We zijn er voor iedereen die in ons een eigenzinnigheid herkent die ze ook zelf bezitten.’

Dat het hoofdkantoor van Brand van Egmond zich bevindt op een non-descript bedrijventerrein in Naarden, is snel vergeten na het betreden van het donkere, kubusvormige gebouw. Aan de vele tentoongestelde lichtobjecten uit eigen collectie is te merken waarom Brand van Egmond een wereldwijd resonerende reputatie van artistiek, vernieuwend ontwerp heeft. Wie bij kroonluchters denkt aan hangende schepen van goud en kristal, komt hier bedrogen uit. Boomtak-achtige kunstwerken van brons en mineralen hangen naast mikado-achtige lampen en complexe lichtinstallaties van sierlijk gebogen metaal.

In ruim drie decennia groeide Brand van Egmond tot een ­bedrijf met zo’n vijftig werk­nemers, van wie driekwart ­ambachtslieden. De jaaromzet ligt iets onder de 10 miljoen euro. Wat opvalt is de ‘maniakale onafhankelijkheid’ – dixit Van Egmond. Alles doen ze zelf: ­acquisitie, ontwerp, productie en installatie. Voor verwerving van zeldzame materialen, zoals de brokken mineraal in de Orpheus-collectie, lopen lijntjes naar leveranciers op afzienbare afstand.

‘De ziel moet uit mijn handen komen’

Opmerkelijk voor een ontwerpbedrijf van serieuze omvang is dat de oprichter nog ­altijd de enige ‘createur’ is. William Brand (59) bedenkt elke lamp. ‘Soms is het frustrerend,’ zegt hij. ‘Ik kan niet rusten voordat ik weet wat ik werkelijk wil zeggen met een object. De ziel moet uit mijn handen komen.’ Neerkijken op minder doorleefde werkwijzen doet hij niet, al verschilt zijn methode nogal van iemand die vanachter de computer iets ontwerpt. Een handgeschreven brief versus een getypte brief – zoiets. Onregelmatigheden zijn er om te omarmen. In zijn woorden: het toeval moet je een kans geven.

Potentiële klanten kunnen iets van hun gading kiezen uit de omvangrijke collectie die Brand van Egmond in de loop der jaren opbouwde. Vanaf pakweg 7.000 euro hangt er iets moois boven de eettafel. En een bovengrens? Die is er niet. Voor de echte enthousiastelingen ontwerpt Brand unieke licht­objecten, gemaakt in nauw overleg met de opdrachtgever (zie: ‘Als het lukt, geeft dat een gelukzalig gevoel’ op pagina 85). En ja, het komt voor dat geld dan geen rol speelt, waardoor weleens tonnen worden neergeteld voor een machtig ontwerp dat een heel trappenhuis vult en dat nergens anders in de wereld méér op zijn plek was geweest.

Moderne kroonluchters: een brutale breuk met de traditie

Tot ver in de vorige eeuw behoorden kroonluchters vooral klassiek te zijn: veel kristal, veel edelmetaal. Brand daarentegen lanceerde zichzelf eind jaren tachtig met een ontwerp van geroest ijzer. Een brutale breuk met de traditie. Wat is dat toch, die eeuwenoude, cultuuroverstijgende fascinatie voor kroonluchters?

Een lichtontwerp, zegt William Brand, is het peper en zout van een interieur. ‘Vergelijk het met een neutraal, maar decent geklede vrouw. Ze kan bijvoorbeeld opvallende oorbellen dragen, die geven haar identiteit.’ Zo is het ook met interieur: vaak veel van hetzelfde, braaf volgens de trend. Vloer met visgraatmotief, stalen binnendeuren. Niks mis mee, vindt hij, maar met een buitenissige lamp kun je dan het verschil maken. Let wel: alles in proportie, vult Dennis van Egmond aan. ‘Dat de kroonluchter licht geeft, is soms zelfs van secundair belang.’

Kroonluchters bij de Oscar-uitreiking

IJkpunt in de geschiedenis van Brand van Egmond is het jaar 1996 waarin ze de opdracht kregen de verlichting te verzorgen in de green room van de ­Oscar-uitreiking in Hollywood. Daar, backstage maar voor het oog van vele camera’s, zochten de filmsterren verpozing onder de door hem gemaakte creaties. ‘Het was een wonder, ineens was mijn Hollywood-collectie vol in beeld.’ Brands naam, of toch in elk geval zijn ontwerp, ging rondzingen. ‘Later zag ik op YouTube een filmpje van rapper Will.i.am, van The Black Eyed Peas. Zijn hele huis hing vol met mijn Hollywood-serie!’

De inspiratie voor deze collectie, met zijn ranke, draderige structuren, deed Brand op bij de tumbleweeds – het droge tuimelkruid dat door de wind door woestijnen wordt geblazen. Van Egmond: ‘Het Hollywood-ontwerp en de Oscar- uitreiking gaven het bedrijf een enorme stimulans. Alles kwam samen.’

In China en Dubai zijn we een luxenaam

Brand ervaart dat hun merk in elk land anders wordt benaderd. ‘In Japan zien ze ons als een ambachtelijk bedrijfje. En in China en Dubai zijn we een luxenaam en worden we geassocieerd met merken als Louis Vuitton.’

Het bedrijf zou best nog wat commerciëler kunnen zijn, denkt hij. Bijvoorbeeld door de productie op te schalen, of door elk verzoek van schatrijke aspirant-klanten te honoreren. ‘Maar niet elk verzoek past bij ons. Ik ben in de loop der jaren heel bedreven geraakt in het subtiel “nee” verkopen, zonder iemand te beledigen.’

Vooral vermogende geïnteresseerden benaderen het bedrijf weleens met de vraag hun lobby, trappenhuis of woonkamer te voorzien van lichtsculpturen met dikke lagen goud. Vergeefs. De waarde van hun creaties, benadrukt Van Egmond, zit niet in poenerigheid, maar in zeggingskracht. Het laatste wat hij wenst, is worden gevangen in een hype, een modegril. ‘We willen juist generaties overleven. Het is veel te kostbaar om op te sluiten in een trendje.’

‘Ik begin met goed luisteren’

Klanten op zoek naar iets buiten de catalogus, benaderen Brand van Egmond met verzoeken om unieke licht­ontwerpen. Hoe gaat William Brand daarmee om? ‘Ik begin met goed luisteren. Welk werk doet zo’n klant, wat is zijn favoriete vakantieland. Allemaal mogelijke aanknopingspunten.‘ Zo trof hij een echtpaar dat van upstate New York verhuisde naar een appartement in Manhattan. Brand maakte een object dat deed denken aan hun lievelingsboom, die ze zo misten.

In zijn klanten treft hij vaak succesvolle, ‘taaie’ types, niet gewend aan tegenspraak. ‘Je moet ze soms een beetje opvoeden, meenemen in je gedachten. Ik ben er ook om ze te behoeden voor verkeerde keuzes. ’ Zo kunnen sommigen niet kiezen tussen twee van Brands ontwerpen, en vragen om een combinatie. ‘Kan niet, zeg ik dan. Je kunt niet zomaar ingrediënten bij elkaar gooien in een grote soep. Uiteindelijk waarderen ze mijn directheid. En als het is gelukt en iedereen is blij, geeft dat een gelukzalig gevoel.’