Door Brusselse incompetentie blijft Iraanse Revolutionaire Garde gespaard

27 januari 2023Leestijd: 4 minuten
Hossein Salami, hoofd van IRGC spreekt het Iraanse parlement toe. Foto: ANP

Vreemd dat de Europese Commissie niets doet met de motie van het Europees Parlement om de Islamitische Revolutionaire Garde uit Iran op de terrorismelijst te plaatsen, schrijft Afshin Ellian. Het is, in tegenstelling tot wat wordt beweerd, simpelweg een politiek besluit.

De ondraaglijke incompetentie van Josep Borrell, buitenlandcoördinator van de Europese Unie, valt ook de ayatollahs op. De overgrote meerderheid het Europees Parlement, bijna alle parlementariërs, vroeg in een motie om de Islamitische Revolutionaire Garde Corps (IRGC) op de terrorismelijst te zetten. Dan zou je verwachten dat de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie, naar de essentie van zo’n motie gaat kijken.

De leden van de Commissie worden weliswaar door de lidstaten voorgedragen, maar hun aanstelling moet uiteindelijk worden goedgekeurd door het Europees Parlement. Aan datzelfde Parlement zijn ze ook verantwoording verschuldigd, niet aan de lidstaten. Maar de Europese Commissie deed niets met de motie van het Europees Parlement. En dat is vreemd.

De Commissie had, net als alle andere democratische bestuursorganen, een standpunt moeten innemen inzake de motie. Temeer nu bijna alle leden van het Parlement hebben ingestemd met de motie. Na een debat met het Parlement had Borrell een dossier moeten aanleggen over de IRGC. Dat dossier zou vervolgens aan de raad van ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten moeten worden voorgelegd. Dit alles heeft de Commissie nagelaten. Eigenlijk toont dit een ernstig gebrek aan respect voor het eigen Parlement, en daardoor ook voor de democratie.

Borrells incompetentie maakte weg vrij voor Iraanse inspanningen

De Europese ministers van Buitenlandse Zaken hebben wel overlegd over de plaatsing van de IRGC op de EU-terrorismelijst. Kennelijk was in de Raad geen overeenstemming om dat te doen. Natuurlijk zat de IRGC, in tegenstelling tot de Commissie, niet stil. Ze kozen voor het tegenoffensief: ernstige dreigementen richting de EU en overleg met bepaalde lidstaten, waarschijnlijk een aantal Oost-Europese landen.

Beide strategieën hebben gewerkt. De incompetentie van Josep Borrell maakte de Iraanse inspanningen betrekkelijk eenvoudig. Na afloop van de vergadering zei Borrell tegen de aanwezige journalisten: ‘Zoiets kan niet worden besloten zonder uitspraak van de rechtbank. Je kunt niet zeggen dat je iemand als terrorist beschouwt omdat je iemand niet mag.’

Dit klopt niet.

Niet alleen een rechterlijk oordeel nodig voor plaatsing op lijst

Als personen of groepen voor het begaan van terrorisme door een nationale rechter zijn veroordeeld of gekwalificeerd als terroristische organisatie, is het mogelijk dat ze door de Commissie of een lidstaat worden voorgedragen om in de terrorismelijst te worden opgenomen. Een aantal in Nederland veroordeelde islamitische terroristen staat wel op die lijst. Lokale terreurcellen als de Hofstadgroep vallen onder de categorie groeperingen die na een rechterlijke veroordeling op de terrorismelijst worden geplaatst. Het kan ook niet anders, omdat de groep als zodanig pas tijdens het proces als terreurgroep wordt aangemerkt.

De EU hanteert de volgende criteria voor opname op de terrorismelijst:

‘Personen, groepen en entiteiten kunnen aan de lijst worden toegevoegd op basis van door de lidstaten ingediende voorstellen die gebaseerd zijn op een besluit van een bevoegde autoriteit van een lidstaat of een derde land. Een verzoek tot schrapping kan worden ingediend door op de lijst geplaatste personen, groepen en entiteiten, door een lidstaat of door een derde land.’

Niet alleen een rechterlijk oordeel, maar ook een ministerie van een lidstaat, zoals dat van Buitenlandse Zaken, kan als bevoegde autoriteit worden beschouwd.

Afshin Ellian was te gast in de podcast Zihnigasten, luister hier:

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Aanmerken van een organisatie als terreurgroep is een politiek besluit

In de regel weten noch de nationale vervolgingsinstantie noch de rechters welke groepen in de wereld ervoor in aanmerking komen om als terreurgroep te worden beschouwd. Een ambtsbericht van Buitenlandse Zaken op basis van informatie afkomstig van inlichtingendiensten vormt de grondslag van de beslissing of er sprake is van een terroristische groep. Al-Qa’ida, IS, Jabhat al-Nusra, Taliban en talloze andere groepen en groepjes zijn op basis van dit soort ambtsberichten als terroristische organisaties aangemerkt. Soms is het besluit gebaseerd op een resolutie van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, soms is het gewoon een zelfstandig beslissing van Buitenlandse Zaken. Anders kan niemand in Nederland voor lidmaatschap van een islamitische terreurgroep worden veroordeeld. Dit is grofweg de manier waarop alle lidstaten handelen.

Lees ook het interview met Iraniër Sahand Sahebdivani: ‘De verhalen komen uit mijn maag, daar zitten de emoties’

Kort en krachtig: het aanmerken van een organisatie als terreurgroep is een politiek besluit, uitzonderingen als de Hofstadgroep daargelaten. En omdat het een politiek besluit is, is het altijd onderhevig aan een belangenafweging. Zo werd op 26 september 2016 de Colombiaanse terreurgroep FARC van de terrorismelijst gehaald na het vredesakkoord in Colombia.

Revolutionaire Garde is gered door incompetentie in Brussel

Borrells verklaring was dus onjuist. Hij kent kennelijk de modus operandi van zijn eigen organisatie niet. Generaal-majoor Qassem Soleimani, commandant van de Quds-force (de buitenlandse arm van de IRGC), werd in 2019 door de EU op plek 15 van de terrorismelijst geplaatst. Niet lang daarna, op 3 januari 2020, bracht Amerika hem bij het vliegveld van Bagdad om. Geen enkele rechtbank in een lidstaat heeft ooit een oordeel geveld over Soleimani. Hij was de belangrijkste commandant van de IRGC en politiek gesproken de tweede man van het Iraanse regime. Toch was de EU bereid om hem op de terrorismelijst te zetten. En terecht.

De plaatsing van de IRGC op terrorismelijst is een politiek besluit. De incompetentie van Borrell en de dreigementen uit Iran hebben de Revolutionaire Garde in Brussel gered.