Rechts-populisme in Estland: wie zwart is, moet terug

31 juli 2015Leestijd: 2 minuten
'Martin Dremljuga/ ERR News'

Nieuwe rechts-populistische partij profileert zich met zeer harde standpunten over immigranten, homo’s, noodhulp en Rusland.

Volgens zijn Baltische zuiderburen heeft Estland de vervelende gewoonte zichzelf waar maar mogelijk aan te prijzen als een Põhjamaa, een Noords land.

In één opzicht is Estland de laatste tijd inderdaad een stuk Noordser geworden: een rechts-populistische partij heeft de politieke arena betreden, zoals dat eerder gebeurde in Denemarken, Zweden, Noorwegen en Finland. De Estse Conservatieve Volkspartij (EKRE) heeft sinds maart zeven zetels in het parlement en weet onophoudelijk de aandacht op zich te vestigen.

Gekanaliseerd verzet

Kansen om zich te profileren, heeft EKRE genoeg. Toen de Europese Commissie in het dunbevolkte Estland 1.064 vluchtelingen uit Noord-Afrika en het Midden-Oosten wilde laten opnemen, kwam EKRE meteen in actie. De partij organiseerde een demonstratie op de Toompea-heuvel, het politieke centrum in de hoofdstad Tallinn. ‘Geen moskeeën in Estland!’ en ‘Estland is mijn vaderland!’, viel te lezen op meegebrachte borden.

Voorman Martin Helme zei in een interview dat als zijn partij in de regering komt alle asielzoekers onmiddellijk het land moeten verlaten. ‘Ons immigratiebeleid zou één regel moeten hebben: als je zwart bent, ga terug. Heel simpel,’ sprak hij in 2013. De gevestigde politieke orde weet zich geen raad met het door EKRE gekanaliseerde verzet.

En dus zette de Estse regering in Brussel in op zo weinig mogelijk vluchtelingen: 150 tot 180. Actie geslaagd.

Andere stenen des aanstoots  voor EKRE zijn het geregistreerd partnerschap, waarvan ook homostellen gebruik mogen maken, de bijdrage van het relatief armlastige Estland aan de hulppakketten voor Griekenland en het nog te ratificeren grensverdrag met Rusland, dat feitelijk erkent dat de grote oosterbuur de door Stalin afgesnoepte stukjes Estland mag houden.

Dankbare prooi

Mart Helme, partijvoorzitter en vader van Martin, spreekt al jaren schande van het opgeven van het verloren grondgebied. Een dankbare prooi is ook de Russische minderheid. EKRE zet haar neer als een vijfde colonne van Poetin en wil haar rechten inperken.

De partij schiet ver door in haar anti-Russische denkbeelden. De partijwebsite meldt niet zonder trots dat de vader van Mart Helme een veteraan was van het Eesti Leegion, een Waffen-SS-legioen, en dat Mart als kind aandachtig luisterde naar diens verhalen over de gevechten tegen het Rode Leger in 1944.

Het 24-jarige EKRE-parlementslid Jaak Madison kwam in opspraak door een blog uit 2012 waarin hij ‘de positieve kanten van het nationaal-socialisme’ belichtte. Het duurde lang voordat voorzitter Helme zich van Madisons schrijfsel distantieerde. Madison mocht wel een rede houden op de jaarlijkse Eesti Leegion-reünie, eind vorige maand.

EKRE heeft de Noordse geestverwanten intussen rechts ingehaald, zo lijkt het.

Elsevier nummer 32, 8 augustus 2015