Made in Jemen: extremisten oefenen in het buitenland

17 januari 2015Leestijd: 2 minuten
'EPA'

Moslims met radicale ideeën worden vaak pas echte killers als ze op jihadtraining zijn geweest. Jemen is één van de machines waar jihadterroristen worden geproduceerd.

Al decennialang proberen sociologen en psychologen een profiel op te stellen van ‘de extremist’.

Eigenlijk is er alleen consensus over twee kenmerken: leeftijd en geslacht. Over het algemeen zijn extremisten mannen die radicaliseren wanneer ze tussen de 15 en 25 jaar oud zijn.

Seculiere jeugd

In het Westen geboren moslimterroristen hebben doorgaans een seculiere jeugd gehad. Dit betekent niet per definitie dat zij atheïstisch zijn opgevoed, maar vaak zijn ze van huis uit weinig praktiserend. Ook hebben de meesten van hen geen religieus onderwijs gevolgd. Personen die wel streng religieus zijn opgevoed, hebben vaak een te sterke binding met het geloof om te radicaliseren: wie tevreden is met zijn religie, zal niet zo snel op zoek gaan naar religieuze zingeving. Veel jihadterroristen vinden in hun adolescente jaren de islam terug, of ze bekeren zich. Soms gebeurt dit als ze met justitie in aanraking komen en enige tijd vastzitten, maar dat hoeft niet.

De broers Chérif (32) en Saïd (34) Kouachi, verantwoordelijk voor de aanslag op het Franse tijdschrift Charlie Hebdo, radicaliseerden ook in hun adolescentieperiode, zo rond 2005. Dat gold eveneens voor Amédy Coulibaly (32), die vorige week stierf na een gijzelingsactie in een Joodse supermarkt. Alle drie groeiden ze op in de banlieu, aan de rafelranden van Parijs.

Jihadtraining

Voordat moslimextremisten een aanslag plegen, volgen zij vaak jihadtraining in het buitenland. Saïd Kouachi, één van de twee aanslagplegers op Charlie Hebdo, zou volgens Amerikaanse inlichtingendiensten in 2011 al zo’n training in Jemen hebben gehad.

Jason W. (29), die in 2004 als lid van de Hofstadgroep bij zijn arrestatie een handgranaat naar de politie gooide, was voor zijn arrestatie twee keer naar Pakistan gereisd – vermoedelijk voor een jihadtraining. De Franse Algerijn Mehdi Nemmouche (29), verdacht van de aanslag op het Joods Museum in Brussel in mei 2014, zou tussen 2012 en 2014 in Syrië aan de kant van Islamitische Staat hebben gestreden.

Samir A.

Ook andere terroristen poogden een jihadistisch trainingskamp te bereiken. De Nederlander Samir A. (28), die in 2006 werd veroordeeld voor voorbereiding van een terroristische aanslag in Nederland, probeerde in 2003 naar Tsjetsjenië te reizen. Michael Adebolajo (30), die in 2013 in de Londense wijk Woolwich met een handlanger de Britse militair Lee Rigby onthoofdde, werd in 2010 in Kenia aangehouden waar hij zich had willen aansluiten bij terreurgroep Al- Shabaab.

Volgens de AIVD krijgen jihadisten steeds meer kennis van gevechtstraining, en weten zij sinds 2010 vaker een jihadistisch trainingskamp te bereiken.

Wie dit niet lukt, slaagt er vaak in zichzelf thuis te traumatiseren en verder te radicaliseren door veelvuldig gewelddadige video’s te kijken van bijvoorbeeld slachtoffers van gifgasaanvallen of onthoofdingen.