Boeren en tuinders zijn slachtoffer van kortzichtige politiek

27 augustus 2014Leestijd: 3 minuten

Nederlandse boeren en tuinders verdienen een ruimhartige compensatie, omdat zij slachtoffer zijn van een handelsoorlog die is uitgelokt door Brussel. Hun verliezen zijn het gevolg van kortzichtige politiek.

Het is altijd leuk om te horen hoe het de vroegere deelnemers aan het televisieprogramma Boer zoekt vrouw vergaat. Met Arthur van Geest gaat het op privé-gebied gelukkig goed, vernamen we vorige week in RTL Boulevard. De komkommerteler uit Tinte is nog altijd blij met zijn Miranda en is net vader geworden van een zoon. Casper heet het kereltje.

Maar zakelijk zijn er grote zorgen voor boer Arthur. Dit heeft te maken met de spierballenpolitiek van Brussel na het per ongeluk neerhalen van een Maleisisch vliegtuig door een groepje rebellen in Oekraïne.

Er is geen enkele aanwijzing dat het Kremlin direct achter deze aanslag bij vergissing zit, maar de Europese Unie meende toch forse economische sancties tegen Rusland te moeten afkondigen. Deze lokten zeer voorspelbare tegenmaatregelen uit, die onder meer de handel in land- en tuinbouwproducten een klap toebrengen. Arthur zag de waarde van zijn komkommers snel enorm dalen.

Theocratie

Dit is triest voor een ondernemer die met hard werken een eigen bedrijf heeft opgebouwd dat nuttige producten levert. Voor zo iemand moet het ook raar zijn te weten dat de regering zich pas nog in allerlei bochten heeft gewrongen om de handelsstromen met het zich door een Nederlands Kamerlid beledigd voelende Saudi-Arabië te beschermen, een totalitaire theocratie waarin zowat alle denkbare mensenrechten worden geschonden. In dat geval tellen de eigen economische belangen blijkbaar wel zwaar.

In zijn wanhoop riep boer Arthur zijn landgenoten op vooral producten van eigen bodem te kopen. Dan zou het verlies aan export enigszins kunnen worden opgevangen. Een bekend pleidooi. In de jaren dertig van de afgelopen eeuw deed de Vereniging Nederlands Fabrikaat al een appèl op het volk met de poëtische leus ‘Koopt Nederlandsche waar, dan helpen wij elkaar’.

De oproep is begrijpelijk en doet sympathiek aan. Toch komt koopgedrag uit medelijden in wezen neer op bevordering van schadelijk economisch nationalisme. De bedoeling mag niet zijn dat de consument let op de herkomst van het economisch aanbod. Hij moet uit zijn op de beste goederen en diensten voor de voordeligste prijs.

Zo prikkelt hij producenten om zo veel mogelijk hun best te doen uitstekende spullen en service te leveren. Dit is de schoonheid van het kapitalisme. Op een vrije markt worden zelfzuchtige, aan hun eigen winst en omzet denkende ondernemers gestimuleerd het hun medemensen zo veel mogelijk naar hun zin te maken.

Kansen

Hoe minder nationale belemmeringen en sentimenten, des te groter het voordeel voor de consument. En voor de inventieve, internationaal georiënteerde producent. Als de bevolkingen van grote landen zich in hun koopgedrag voor een belangrijk deel laten leiden door chauvinistische gevoelens, vermindert dit de kansen voor ondernemingen uit een land met een relatief kleine thuismarkt. Zoals Nederland. Koop de beste waar, dan helpen we elkaar, zonder onderscheid naar nationaliteit.

Bij een vrije markt passen eigenlijk niet de compensatiemaatregelen door de staat waar nu om wordt gevraagd. Boer Arthur deed niet alleen een beroep op het volk, maar ook op de regering om hem en zijn in problemen geraakte collega’s een handje te helpen. Dat doen ondernemers in nood vaak. Het zijn ook maar mensen. En zeker in de verzorgingsstaat is een verzoek om bijstand van overheidswege de normaalste zaak van de wereld.

Maar ondernemers lopen nu eenmaal risico’s. Als het goed gaat, kunnen ze een hoop verdienen. Soms hebben ze pech. Dan lijden ze buiten hun schuld verlies door vervelende zaken als noodweer, virussen of staatsgrepen in instabiele landen. Dat hoort nu eenmaal bij het vak. Het gaat niet aan om te proberen de negatieve financiële gevolgen af te wentelen op de overheid, dus op de gemeenschap.

Vrijhandel

In dit geval is het echter anders. Boeren en tuinders zijn namelijk het slachtoffer van bewuste politiek. Van het uitlokken van een handelsoorlog door Brussel dat economische blokkades opwerpt in de onnozele veronderstelling daarmee de wereldvrede te dienen.

PvdA-staatssecretaris Sharon Dijksma trakteerde de ministerraad op groente en fruit uit eigen land, en zei iets over een mogelijke arbeidstijdverkorting.

Maar boer Arthur en zijn nijvere collega’s verdienen een ruimhartige compensatie voor hun verliezen ten gevolge van een kortzichtige politiek die voorbijgaat aan het enorme belang van vrijhandel voor vrede en welvaart.