Aboutaleb: moslims moeten bange Nederlanders de hand reiken

24 december 2014Leestijd: 2 minuten

De moslimgemeenschap moet zich actief inzetten om de angst bij autochtone Nederlanders over de radicale islam weg te nemen. Niemand kan de vrees van Nederlanders wegnemen, behalve de moslimgemeenschap zelf.

Die oproep doet de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb (PvdA) in een interview met de website Vers Beton.

Onrust

Volgens Aboutaleb leidt de loyaliteit die een klein deel van de moslims toont met de gebeurtenissen in Syrië en Irak tot onrust onder niet-islamitische Nederlanders.

En die vrees vindt Aboutaleb terecht: ‘Ik kreeg bijvoorbeeld een e-mail van een vrouw die schreef: “Ik ben al heel lang bevriend met mijn Marokkaanse buren. Maar nu zie ik ineens mensen met lange jurken binnenkomen. Ik ben bang.”Dat vind ik een terechte vrees die je nooit moet bagatelliseren,’ zegt de burgemeester.

Reik de hand

Alleen de moslimgemeenschap in Nederland kan deze angst wegnemen, en dat moeten ze doen door actief de hand te reiken, vindt Aboutaleb.

‘Jarenlang is tegen angstige mensen gezegd: “Ach joh, zeur niet.” Daarvoor hebben we een zeer ernstig verdeelde samenleving teruggekregen. Juist dáárom moet je dit geluid serieus nemen. Bovendien geloof ik dat ík een taak heb als jij bang bent voor mij. Ik moet mijn hand uitsteken. Niemand kan de vrees van veel autochtone Nederlanders wegnemen, behalve de moslimgemeenschap zelf.’

Homogene groep

De Rotterdamse burgemeester, onlangs door weekblad Elsevier uitgeroepen tot Nederlander van het jaar, zegt de moslims met opzet als homogene groep te behandelen. Een oproep aan niet-islamitische Nederlanders heeft namelijk geen enkele zin.

Aboutaleb zegt Feyenoord-supporters op dezelfde manier te behandelen. Ook zij moeten zich afkeren tegen een kleine club gewelddadige hooligans. ‘Je moet ze sociaal isoleren’. De kritiek dat het over één kam scheren van groepen niet politiek correct zou zijn, wijst Aboutaleb resoluut van de hand. ‘Ik doe niet aan politiek, ik heb een stad te managen’.