Terecht is er woede over ‘stiekeme’ verhoging van belasting op eigen huis

03 januari 2014Leestijd: 2 minuten

Het kabinet-Rutte II verhoogt in 2014, een beetje sneaky, de belasting op het bezit van een huis met in totaal honderden miljoenen euro’s. Zo’n forse verhoging had het kabinet niet moeten verstoppen in een bijlage.

Door rekentechnische afrondingsverschillen gaat het eigenwoningforfait in 2014 omhoog van 0,6 procent naar 0,7 procent van de waarde van het eigen huis. Dat betekent dat huizenbezitters dit jaar 0,7 procent van de waarde van hun huis moeten optellen bij hun belastbaar inkomen.

De verhoging kost de gemiddelde huiseigenaar circa 100 euro. Bezitters van dure huizen gaan er enkele honderden euro’s per jaar op achteruit.

Profiterende overheid

Ambtenaren van het ministerie van Financiën noemen het staand beleid. Dat moet ook wel, want belastingverhogingen moeten volgens de Grondwet zijn goedgekeurd door de Eerste en Tweede Kamer.

De verhoging van het forfait komt voort uit een bestaand rekenmodel, op basis van woning- en huurprijzen, dat elk jaar wordt gehanteerd. Soms pakt dat voordelig en soms nadelig uit voor de belastingbetaler.

Dit suggereert dat het om soort inflatiecorrectie is, maar de verhoging van het officiële percentage bedraagt 10,6 procent. Na afronding gaat het forfait zelfs bijna 17 procent omhoog. De overheid profiteert graag van hogere huizenprijzen, maar als de huizenprijzen dalen, wil de overheid kennelijk ruimschoots worden gecompenseerd.

Niet geïnformeerd

Zo’n forse verhoging van het forfait had het kabinet niet moeten verstoppen in een bijlage bij het Belastingplan 2014. De Tweede Kamer is er ook tijdens het debat over het Woonakkoord niet over geïnformeerd, terwijl dit feit de politieke onderhandelingen en besluitvorming had kunnen beïnvloeden.

Als het kabinet nu gaat beweren dat het niet op de hoogte was, dan mogen we toch aannemen dat er in de Voorjaarsnota een meevaller van 338 miljoen euro opduikt. Die zal dan wel moeten worden afgetrokken van de staatsschuld.

Dan leidt het indirect tenminste nog tot een belastingverlaging voor (toekomstige) belastingbetalers. De staatsschuld is immers de contante waarde van alle belastingaanslagen die Nederlanders de komende eeuwen nog voor de kiezen krijgen.