Door FNV is het poldermodel verworden tot een nachtmerrie

17 september 2013Leestijd: 4 minuten

Ton Heerts en zijn FNV vormen een blok aan het been van een economie die zoekt naar herstel. Het poldermodel dat ons land beroemd maakte, behartigt tegenwoordig vooral de gevestigde belangen.

FNV-voorzitter Ton Heerts moet een wereldvreemde man zijn. Vorige week was hij furieus toen bekend werd dat de regering de nullijn voor personeel in de zorg en overheid wil invoeren.

Bij Heerts’ optreden golden nadrukkelijk theaterwetten. Een massale demonstratie op 30 november aanstaande zal deze wetten zichtbaar maken. U mag het allemaal zien als een vorm van Théâtre du peuple waarin de vakbonden doorgaans excelleren.

Volksvermaak

Openluchttheater dat volksvermaak beoogt te zijn en laagdrempelig is. Het idee hierachter is gebaseerd op de gedachte: via de kunst naar de mensheid.

Dat bij de optredens van vakbonden theaterwetten gelden, kan misschien het beste worden geïllustreerd met het voorval van voormalige FNV-voorzitter Lodewijk de Waal, die op een voorjaarsoverleg met het kabinet in 2004 weigerde om toenmalig minister van Sociale Zaken Aart Jan de Geus (CDA) hand te geven.

Théâtre du peuple. Volksvermaak, laagdrempelig en bepaald geen hoogwaardige kunst.

Held

Waarom ik zo fel van leer trek tegen de FNV? Omdat ik van mening ben dat het poldermodel waar Heerts flink op hamert, onderdeel is van een vastgeroest model waarvan ons land niet langer de vruchten plukt. De toenmalige Amerikaanse president Bill Clinton vroeg in 1997 toenmalig premier Wim Kok (PvdA) om op een belangrijke top in Denver een lezing te geven over het poldermodel. Clinton onthaalde Kok op het podium als een ware held.

Het Nederlandse wonder dat ons land beroemd heeft gemaakt, is ontaard in een nachtmerrie die gevestigde belangen behartigt en oude verworvenheden koestert.

Probleem

Een wonder, dat betekent dat er buitengewone dingen gebeuren die doorgaans voor onmogelijk worden gehouden. Maar daarvan is echt geen sprake meer. Dat heeft een aantal redenen.

Allereerst heeft de vakbeweging – de FNV in het bijzonder – een representativiteitsprobleem. Uit cijfers van het CBS blijkt dat in 2011 nog maar 20 procent van alle werknemers in Nederland lid is van een vakbond. Dit aantal is sinds 2000 met eenvijfde afgenomen.

De FNV zelf vertegenwoordigt slechts 7 procent van alle Nederlandse werknemers. Mag een zeer klein deel van de werknemers het overgrote deel van de beroepsbevolking de regels voorschrijven?

Draconisch

Ten tweede maken de uitzonderlijke tijden die ons land meemaakt een beleid à la dat van de FNV onverantwoord. Nederland heeft momenteel de snelst stijgende werkloosheid (8,7 procent) van de Europese Unie. Daar komt bij dat de draconische jeugdwerkloosheid (bijna 17 procent) de zaken alleen maar ingewikkelder maakt.

Het Amerikaanse weekblad Time riep vorig jaar mijn generatie uit tot The Jobless Generation. We gaan nu voor het eerst meemaken dat jongeren het slechter krijgen dan hun ouders. En dus is een model, het poldermodel – ingericht om bestaande rechten in stand te houden of hoogstens tijdelijk op te schorten zonder oog voor degenen die buiten de arbeidsmarkt staan – ongewenst. Gevaarlijk zelfs.

Solidariteit

Bij zijn aantreden zei Heerts de FNV aansprekender te willen maken voor jongeren. Tot nu toe is daar weinig van te merken. Sterker, uit Heerts’ plannen en dreigementen spreekt weinig interesse in jeugdwerkloosheid. Dat ligt mogelijk aan de demografische structuur van zijn achterban.

In 2011 was 60 procent van de vakbondsleden ouder dan 45 jaar. En dus legt de FNV moeiteloos een looneis op tafel van 3 procent om de koopkracht van de werkenden in stand te houden. Want het is niet de bedoeling dat enige solidariteit wordt getoond met de mensen die nu aan de kant staan.

Looneisen

Hiermee dient zich een fundamenteel probleem aan van het instituut vakbeweging. De maatregelen die zij wenst, zijn uitsluitend gericht op de mensen die zich reeds op de arbeidsmarkt bevinden. In de economische wetenschappen wordt dit fraai geïllustreerd aan de hand van het zogeheten insiders-outsiders-model.

Vakbonden zorgen doorgaans goed voor de ‘insiders’. Maar ze blokkeren met hun looneisen en beoogde arbeidsvoorwaarden stelselmatig alle openingen voor degene die buiten de arbeidsmarkt staan, maar er graag deel van willen uitmaken: de ‘outsiders’.

Diamanten

Aan een vakbeweging die getalsmatig en demografisch nauwelijks representatief kan worden genoemd, de tijdgeest niet begrijpt, uitsluitend solidariteit heeft met zichzelf, rigide vasthoudt aan oude zekerheden en blind is voor de grote uitdagingen van deze eeuw, daaraan heeft ons land helemaal niets.

Sociaal Akkoord of niet, het poldermodel is een blok aan de been van ons economisch herstel en de arbeidsmarkt. En als premier Mark Rutte werkelijk meent wat hij tijdens de H.J. Schoo-lezing zei, dan dient hij verroeste overlegmodellen als zodanig te presenteren in plaats van ze op te poetsen en als ’s lands diamanten te doen overkomen.

Want dat zijn ze beslist niet.