Amerikaanse aanval zal Assad aan het wankelen brengen

28 augustus 2013Leestijd: 4 minuten

De onzichtbare wereldorde wordt door een beperkt aantal rode lijnen in stand gehouden – daarbuiten is nog genoeg ruimte voor moordpartijen en wreedheden. Als kan worden bewezen dat Assad achter de gifgasaanval in Syrië zat, is militair ingrijpen door het Westen logisch.

De Amerikaanse regering heeft het Syrische regime de oorlog verklaard. Een militaire actie tegen de Syrische leider Assad is onontkoombaar geworden.

Al een paar keer had president Obama het gebruik van chemische wapens aangeduid als de ‘rode lijn’ die het Syrische regime niet mocht overschrijden.

Nu het vermoeden bestaat dat het Syrische leger een gifgasaanval heeft uitgevoerd op ongewapende burgers, ontstaat de vraag of Amerika consequenties wil verbinden aan de stelling dat een chemische aanval de rode lijn is.

Bewijs

De rode lijn bracht Amerika onontkoombare in deze toestand. Had president Barack Obama deze uitspraak wel moeten doen?

De minister van Buitenlandse Zaken John Kerry is ervan overtuigd dat de Syrische regering achter de gifgasaanval zit. Beschikt Kerry over afdoende bewijs? In zijn hele toespraak voerde hij twee voorvallen aan als bewijs.

Het eerste betreft het feit dat Assad niet onmiddellijk na de aanval een delegatie van de Verenigde Naties toeliet om ter plekke te onderzoeken of er sprake is van een gifgasaanval en om de daders aan te wijzen.

Saddam Hussein

Het tweede betreft het feit dat het Syrische leger een dag na de gifgasaanval de plaats delict heeft gebombardeerd, waardoor een belangrijk deel van het bewijsmateriaal is vernietigd. Zijn deze twee voorvallen als bewijsmateriaal te beschouwen? Nee.

De voorvallen die Kerry noemt, doen ons sterk denken aan Saddam Hussein. Ook hij werkte niet mee met de VN. Maar uit deze voorvallen vloeit nog geen onweerlegbaar bewijs voort tegen het regime van Assad.

Anders gezegd: Amerika kan door deze voorvallen niet hard maken dat de gifgasaanval door het regime is gepleegd. Al ontstaan er wel ernstige vermoedens. Er is meer nodig om onomstotelijk te kunnen vaststellen dat het regime van Assad op die bewuste nacht een gifgasaanval heeft ingezet tegen ongewapende burgers.

Den Haag

Dit circumstantial evidence is onvoldoende om Assads leger als dader van de gifgasaanval aan te duiden en dus is Kerry’s oproep de aanval ‘niet meer te ontkennen’ onjuist.

Maar Kerry beloofde dat de Amerikaanse regering met meer bewijsmateriaal zou komen. En dat is precies de reden dat Amerika een diplomatieke topontmoeting in Den Haag met de Russische diplomaten afzegde: Amerika is nog steeds bezig om het noodzakelijke bewijsmateriaal te verzamelen.

Geen excuus

Daarop moeten we nog even wachten. Dit is juridisch geneuzel. Het gaat hier om meer dan het harde juridische bewijsmateriaal over de gifgasaanval in Syrië.

John Kerry heeft gelijk als hij stelt dat er ‘geen excuus’ bestaat voor de chemische aanval in Syrië. Dat is ongetwijfeld een ‘morele obsceniteit’. Ook benadrukte Kerry terecht dat de ethische grens van het gebruik van chemische wapens niet kan worden overschreden zonder consequenties.

Wreedheden

Daar gaat het om: de ethische grens die de supermacht heeft gesteld. De onzichtbare wereldorde wordt door een beperkt aantal rode lijnen in stand gehouden. Buiten deze rode lijnen is wereldwijd nog genoeg ruimte voor moordpartijen en wreedheden.

De supermacht heeft bij de handhaving van die rode lijnen – of ethische grenzen – niet noodzakelijkerwijs de instemming van de VN-Veiligheidsraad nodig.

Fundament

De ethische grens die de supermacht stelt, is een dwingende apolitieke grens. Ze wordt immers gesteld vanuit een soort meta-ethiek. En het internationale recht? Deze ethische grens, namelijk het verbod op het gebruik van massavernietigingswapens tegen de burgerbevolking, is een belangrijk fundament onder het internationale recht.

Wanneer de organen van het internationale recht om welke reden dan ook niet in staat zijn om deze fundamenten te bewaken of de overtreders te bestraffen, is de supermacht niet alleen gerechtigd maar zelfs verplicht om op te treden.

Vrijbrief

En dat is wat het Witte Huis de Russen heeft moeten mededelen. Amerika is de hoeder van de internationale orde die er tamelijk wanordelijk uitziet.

Amerika moet dus optreden. Doet Amerika dat niet, dan geeft de VS alle landen een vrijbrief om in ‘geval van nood’ de burgerbevolking aan te vallen met massavernietigingswapens. Amerika is geen supermacht meer wanneer de Amerikaanse regering de macht niet durft aan te wenden om door de Amerika zelf gestelde ultieme ethische grens te bewaken.

Wat wil Amerika? Er worden overal vergelijkingen gemaakt met de Kosovo-oorlog. Omdat Amerika ook in het geval van Syrië buiten de Veiligheidsraad om moet optreden tegen een humanitaire ramp.

Straf

Maar er is een groot verschil. Aan oud-president Milosovic konden eisen worden gesteld. Als hij aan die eisen voldeed, hoefde Amerika de Servische troepen niet te bombarderen. Aan Assad kunnen geen eisen worden gesteld. Een eventuele Amerikaanse aanval op Assad is dus een strafexpeditie.

Assad wordt in de ogen van Amerika schuldig bevonden aan een ernstige oorlogsmisdaad, waarvoor hij onmiddellijk moet worden bestraft om herhaling te voorkomen. Deze bestraffing zal het regime van Assad aan het wankelen brengen. Assad zal zijn luchtmacht en zijn communicatiestructuur verliezen.

Steun

De Tomahawk-kruisraketten zijn de middelen waarmee de supermacht de straf voor een onvergefelijke oorlogsmisdaad gaat uitvoeren. Zodra Amerika met onweerlegbaar bewijs komt over de betrokkenheid van het Assad-regime bij de gifgasaanval, lijkt het mij logisch en verantwoord om de Amerikaanse strafactie tegen het regime van Assad te steunen.

Vrijdag meer over geopolitieke aspecten van de Syrische zaak.