Gedeelde zorgen over asielzoekers, maar toch patstelling in EU

28 april 2015Leestijd: 4 minuten

Unielanden zijn solidair met vluchtelingen en gelukzoekers uit Noord-Afrika. Maar behalve Zweden vangt niemand ze graag op in eigen land.

Premier Mark Rutte (VVD) wil dat de ‘vluchtelingenstroom’ naar Nederland veel kleiner wordt. Daarmee was hij niet de enige regeringsleider die na een inderhaast belegde top vorige week in Brussel het aantal vluchtelingen en gelukzoekers naar Europa impliciet een probleem noemde.

Afgezien van Zweden vinden de overige 27 lidstaten van de Europese Unie het aantal immigranten – dit jaar naar verwachting 1,3 miljoen – te hoog.  Desondanks leidde de Brusselse top niet tot het begin van een oplossing. Daarvoor liggen de belangen te ver uiteen.

Zelden komen de bondskanseliers, presidenten en premiers (de Raad) van de Unielanden met spoed bijeen. Maar nadat honderden – mogelijk achthonderd – immigranten tussen Libië en Italië in de Middellandse Zee waren verdronken, moest er iets gebeuren. ‘Europa kan niet langer wegkijken,’ zei paus Franciscus.

Tienpuntenplan

Het Vaticaan is geen lid van de Europese Unie en neemt geen immigranten op. Andere Europese landen moeten dat wel doen. De paus onderscheidt zich daarmee niet wezenlijk van de Europese regeringsleiders. Ook die vinden dat Europa de morele plicht heeft om vluchtelingen te redden en op te vangen, maar dat ‘Europa’ is bijna nooit het eigen land.

Vooraf was een tienpuntenplan opgesteld met maatregelen om én te voorkomen dat immigranten verdrinken én de toestroom van immigranten te verminderen én tot één Europees asielbeleid te komen. Daar bleek nauwelijks kans op. Het plan werd al voor de top afgezwakt om te voorkomen dat er helemaal geen resultaat zou worden geboekt.

Tijdens de top zelf – donderdag 23 april van vier uur ’s middags tot half elf ’s avonds – werd het plan verder afgezwakt. ‘De enige reden voor de top was te laten zien dat Europa iets doet. Het was window dressing,’ zegt een betrokken ambassadeur.

Morele kaart

Bijna alle regeringsleiders willen minder immigranten, maar de belangrijkste instrumenten om dat te bereiken, zijn taboe. Herinvoering van nationale grenscontrole en economische immigranten tegenhouden of terugsturen, kwamen niet op tafel.

Volgens betrokken diplomaten kan dat ook niet wegens juridische en praktische bezwaren. Die vallen in de praktijk wel mee –maar de landen willen het niet. In vooral protestantse Noordwest-Europese landen wordt telkens de morele kaart gespeeld. Het woord ‘inhumaan’ valt al gauw.

Duitsland voelt daarnaast de druk van zijn oorlogsverleden. Het wil iedereen opvangen die de oversteek overleeft. Van de 600.000 immigranten in Europa in 2014 nam Duitsland er 200.000 op. Zij worden verdeeld over de zestien bondslanden naar inwonertal en economische kracht.

Duitsland wil zijn verdeelsleutel Europees kopiëren, omdat de binnenlandse onrust over de grote aantallen immigranten onder de burgers steeds verder toeneemt. De Duitse nieuwszender N-TV peilde dat 86 procent van de Duitsers minder immigranten wil.

Verdeelsleutel

Een Europese verdeelsleutel zou betekenen dat Duitsland minder en landen zonder noemenswaardige niet-Europese minderheden méér immigranten moeten opnemen.

Estland had in 2014 155 asielaanvragen. Dit soort aantallen gelden voor alle tien Oost-Europese landen. Maar zij willen geen verdeelsleutel. Hun bevolkingen zijn niet gewend aan vreemdelingen. ­Immigranten willen zelf ook niet naar die landen. De voorzieningen zijn in vooral Noordwest-­Europese landen beter – daar gaat dan ook driekwart naartoe.

Ook de Britse premier David ­Cameron wil er niet van weten. Zijn land neemt al bovengemiddeld veel immigranten op. Volgens het Duitse model zou het nóg meer immigranten moeten opnemen omdat de Britse economie zo goed draait. Merkel en Cameron gingen dan ook kibbelend uiteen, zoals gebruikelijk.

Onevenredig

Waar Oost-Europa immigranten graag in het Noordwesten van Europa wil houden, wil het Noordwesten het probleem verplaatsen naar Zuid-Europa – de regio van aankomst voor bijna alle immigranten.

Landen als Italië zijn volgens Europese regels verplicht immigranten te registreren en in een asielprocedure op te nemen, maar ze doen dat niet en laten hen doorreizen naar Noord-Europa.

Zuid-Europese landen zeggen de immigranten pas te willen registreren als ze meer geld van de andere landen krijgen. Door hun geo­grafische ligging zouden ze anders onevenredig worden benadeeld. Noordwest- en Oost-Europese landen weigeren dat. Zij vinden dat elk land zijn asielbeleid moet voeren volgens Europese regels.

Doordat deze patstellingen tussen Noordwest-, Oost- en Zuid-Europa op de top niet werden doorbroken, ligt de grens van ­Europa voorlopig nog open.

Elsevier nummer 18, 2 mei 2015