Hoewel het wintersportseizoen in Serfaus-Fiss-Ladis loopt van 7 december tot en met 15 april, duurt het seizoen voor het onderhoudsteam een stuk langer. Zo wordt in de zomer al het hele skigebied (214 pistekilometers) middels GPS-gegevens in kaart gebracht. Zodat er, zodra het skiseizoen geopend is, gebruik gemaakt wordt van allerlei gegevens die het preparen nog perfecter maken.
Alle pistenbully’s, zo’n 35 in totaal, zijn hier uitgerust met een geavanceerd GPS-systeem dat exact meet hoeveel sneeuw er (nog) op de berg ligt. Door de verrichte metingen van de zomer te vergelijken met actuele metingen in de winter, kan er heel nauwkeurig vastgesteld worden of er voldoende sneeuw op de pistes ligt. Deze nauwkeurige metingen zorgen er voor dat de sneeuwmakers de pistes op een effectieve manier kunnen prepareren, dat zij op de juiste plekken sneeuwkanonnen kunnen inschakelen en heel zorgvuldig met de resources kunnen omgaan.
Avondje mee op de pistenbully
16.00 uur: De ploeg die verantwoordelijk is voor de pistenpreparatie pakt de gondel omhoog. Klaar om aan de slag te gaan. Mocht er ’s avonds of ’s nachts verse sneeuw worden verwacht, dan schuift het werk door naar de volgende dag. Met een pak verse sneeuw is het trouwens niet optimaal op een piste te prepareren. Verse sneeuw hecht zich namelijk moeilijk aan de laag eronder en al snel ontstaan er hierdoor sneeuwbulten (buckels).
16.30 uur: bij het bergstation is de dagelijkse bespreking met alle bullybestuurders en de pistenmanager. Overdag is de manager onderweg in het skigebied om te inventariseren wat er op welke piste verbeterd moet worden. Hij geeft door hoe de sneeuwcondities zijn en waar er extra sneeuw nodig is. Het team dat verantwoordelijk is voor de technische sneeuw krijgt daarbij aparte instructies.
17.00 uur: Na de brandstof- en oliecheck gaan de pistenbully’s op pad. Elke bully heeft een vaste route en bestuurder die elke rotspartij, helling en heuvel wel kan dromen.
17.30 uur: Eerst prepareren ze samen de gebieden die het meeste zon hebben gehad, daarna zijn de ‘eigen ‘pistes aan de beurt. Met de sneeuwschuiver wordt de bovenste sneeuwlaag bewerkt en oneffenheden verdeeld. Tijdens het rijden zorgen de dikke rupsbanen voor het vermalen van eventuele sneeuwklompen. Aan de achterkant van de pistenbully zit een dikke mat die dit vervolgens weer plat drukt. De ‘Finisher’ zorgt er tot slot voor dat het sneeuwtapijt wordt glad gestreken.
22.00 uur: De steilste hellingen op de zwarte pistes zijn als laatste aan de beurt. Vanaf een hellingspercentage van 35% wordt er een lier gebruikt. Bovenaan de piste is een stalen kabel verankerd. De pistenbully trekt zich als het ware aan deze kabel omhoog. De lier, die achter de bestuurderscabine zit, kan 360˚ draaien en tot wel 1.400 meter stalen kabel oprollen.
24.00 uur: Het werk zit er op. De pistes zijn klaar voor weer een mooie skidag.