Maak gewoon plaats bij een gevoel van onverdiend privilege

26 januari 2022Leestijd: 3 minuten
Joris Luyendijk in De Balie. Foto:ANP

Waarom maken de mensen die het hardst roepen hoe onverdiend hun privilege is geen plaats, vraagt Constanteyn Roelofs zich af. Laat het podium over aan de schlemielen.

Een klassieke Jiddische mop: tijdens het gebed in de synagoge staat eerst een beroemde rabbijn op. ‘Ik ben niemand,’ verklaart hij, ‘een onwetend, nietig wezentje in de ogen van de schepper.’ Een rijke koopman volgt zijn voorbeeld en verklaart ook luidkeels dat hij maar een nietsnut is, een onbetekenende schlemiel.

Vervolgens staat een arme man op en ook hij begint uit volle borst zijn armoe en nietigheid te beklagen. Hierop stoot de rijke koopman de rabbijn aan en fluistert: ‘Wie is deze nobody en wie denkt hij dat hij is door zich ook zomaar even nederig op te stellen?’ Filosoof Slavoj Zizek gebruikt deze mop graag in zijn analyses. Waak er altijd voor dat dit soort zogenaamd zelfkritische vroomheden niet stiekem een uiting zijn van macht, zegt hij.

Postmoderne vroomheid

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Ik moest aan dit mopje denken toen ik zag dat bestsellerauteur Joris Luyendijk een boek had geschreven over zijn privilege als hoogopgeleide, heteroseksuele man met een gymnasiumdiploma en een bul van een leuke universiteit. Bij uitstek zo’n vorm van postmoderne vroomheid, louter geschikt voor consumptie binnen de Amsterdamse kringen van progressieve intelligentsia waar de rabbijntjes en de koopmannetjes om het hardst roepen hoe onverdiend hun privilege is.

Zo las ik laatst ook een pleidooi in De Groene Amsterdammer om het gymnasium af te schaffen, wat natuurlijk raar is omdat het nou niet echt een blad voor havisten is.

Dit rituele gejammer is helemaal niet nieuw

Hetzelfde geldt natuurlijk voor al die redacteuren met gerieflijke contracten bij de grote media die maar eindeloos blijven hameren op diversiteit, jongeren en inclusie omdat hun eigen vooroordelen en biases werkelijk begripvol schrijven in de weg zouden staan. En dit soort dingen gebeurt niet alleen bij de gevestigde media, natuurlijk. Prachtige meiden verklaren op Instagram dat ze helemaal voor body positivity zijn en dat je dus best heel mooi kan zijn als je heel dik bent of puistjes hebt.

Zeggen dat je zo gewoon bent gebleven ondanks alle miljoenen en medailles, is bijna een verplichting voor sporters en Quote 500-types. Of dat nou allemaal komisch of tragisch is, dit rituele gejammer, is moeilijk te zeggen, maar het biedt wel altijd kansen voor goede grappen. Het is in elk geval helemaal niet nieuw of het gevolg van de huidige trend richting ‘woke’, zoals het oude mopje van hierboven wel aantoont.

Het podium overlaten aan de schlemielen

Wat nou niemand van al deze mensen doet, is ook daadwerkelijk plaatsmaken. Gewoon gaan vissen of postzegels verzamelen en het podium overlaten aan de schlemielen. Joris Luyendijk had natuurlijk niet zijn uitgever binnen hoeven zeilen met dit plan, dit boek natuurlijk niet hoeven schrijven en had natuurlijk niet heel zijn gigantische medianetwerk hoeven inzetten om maar te laten zien wat voor nederige en onbetekenende bestsellerauteur hij is.

Maar goed, stel je voor dat een werkelijke mevrouw van kleur zonder diploma’s en zonder connecties in Amsterdam zo’n boek over privilege had geschreven, dan had iedereen zich afgevraagd wie die nobody nou is.