Een schattige vorm van kleinburgerlijke beschaving bij het CDA

15 september 2021Leestijd: 3 minuten
CDA’ers De Jonge, Hoekstra en Van Rij geven elkaar een boks op het congres van hun partij. Foto: Bart Maat/ANP

De gewone leden van het CDA willen vooral áárdig zijn, merkt Constanteyn Roelofs tijdens het partijcongres. Dat staat in groot contrast met het naar rechts hangende cynisme in de (partij)top.

In tegenstelling tot wat ik eerder aan u trouwe lezers had beloofd, was ik door omstandigheden afgelopen zaterdag niet fysiek aanwezig bij het ingelaste CDA-congres over de huidige strubbelingen in de partij. De sfeer was echter ook prima door de livestream heen te proeven.

Wekelijks verkent historicus Constanteyn Roelofs (1989) de tragikomische tegenstrijdigheden in economie en maatschappij.

Het insprekersgedeelte over de verscheidene rapporten klonk een beetje als ruziemaken met een aanstaande ex: elke twee minuten wordt er weer iets totaal ongerelateerds uit de hoek getrokken om boos op te zijn, omdat er eindelijk gelegenheid is om een paar jaar aan opgespaarde grote en kleine frustraties de vrije loop te laten.

Dan weer de zorg, dan weer de sfeer, dan werd er weer op hoge poten excuses voor Pieter Omtzigt gevraagd, dan weer het gebrek aan aandacht voor de kindertjes in de derde wereld, dan weer de boeren; antroposofiese types die met goedbedoeld advies kwamen als ‘laten we elkaar een vraag stellen in plaats van een oordeel uitspreken’, de Zuidas-dominee die boos zijn vertrek aankondigde… Het ging alle kanten op, behalve de goede.

Afschaffen van het leenstelsel

Heel veel leuker werd het niet bij de moties – vooral ‘zachte’ moties over dat we nu toch eens echt meer met elkaar moeten gaan praten in de partij, we eenheid moeten tonen en nog meer van dat soort papieren tijgers.

Het werd eigenlijk pas leuk toen het CDJA een bescheiden coup pleegde door een motie door te voeren dat het CDA de formatie in moet met het afschaffen van het leenstelsel als harde eis. Dat hadden die vroegoude brillantinegriezels toch maar mooi gedaan – zo’n congres met onlinestemmen is natuurlijk uitstekend te hacken door een stel kids van de gamergeneratie. De partijtop liet echter merken dat deze motie gewoon weer in de prullenbak gaat en er met een ‘open houding’ geformeerd gaat worden. Ledendemocratie is immers niet de bedoeling.

Praeses Hoekstra

Toen alle stoom was afgeblazen, de lunch was verorberd en de moties waren afgehamerd, werd het tijd om eens flink de propagandamachine te laten loeien en het topkader de ruimte te geven om de troepen wat moed in te spreken. Frisse nieuwe Kamerleden als Derk Boswijk werden voor de camera gesleept en uiteindelijk mocht praeses Hoekstra natuurlijk ook weer zijn zegje doen.

Lees ook van Constanteyn Roelofs: Haagse intellectuele hongerwinter beklemt het CDA

Schorre stem, matje en zijn jasje open: Hoekstra had er zin in en in een lange redevoering over de ‘partij van het marktplein’. Er werden vergezichten geschetst, oproepen gedaan om ook moslims en hindoes in de partij op te nemen (over het christendom en kerkgang werd in verleden tijd gesproken, zoals sommige twitteraars al scherp opmerkten) en er werden een hoop mensen uit het veld met naam en toenaam bedankt. Het werkte nog ook!

Netjes met twee woorden spreken

Uiteindelijk krijg je vooral het idee dat de gewone leden van het CDA in de eerste plaats áárdig willen zijn. Lieve mensen uit de provincie die nog netjes met twee woorden spreken en aardig willen zijn voor de vluchtelingen, voor de andere partijen, aardig voor de uitreizende IS-vrouwen, voor Pieter Omtzigt, voor Hugo de Jonge die zo zijn best had gedaan in de moeilijke situatie, voor het milieu; de ziel van het christendom heeft misschien de samenleving dan wel verlaten, maar de opdracht van Jezus dat we vooral malkander lief moeten hebben, werkt nog onverminderd door.

Je hebt bij alle kwesties die de partij treffen, zoals de ruzie met Omtzigt of het gekonkel in de formatie, het idee dat de insprekers denken: zo gaan we toch niet met elkaar om? Bij de insprekers merkte je duidelijk dat de gewone leden veel meer neigen naar een integere verbinding ‘over links’ in de formatie dan nog langer vastgeketend zijn aan het opportunisme van het tijdperk-Rutte.

Deze schattige vorm van kleinburgerlijke beschaving van het CDA in den lande staat in groot contrast met het naar rechts hangende cynisme in de (partij)top en is, afhankelijk van hoe je ernaar kijkt, een fijn en hoopvol eilandje in een verruwende maatschappij, of een kansloze vorm van zwakte in tijden van grote maatschappelijke onrust waarin harde en ongemakkelijke keuzes moeten worden gemaakt over de toekomst van ons vaderland.