Kanttekeningen bij de ondergedoken leraar: testcase voor onze waarden

08 november 2020Leestijd: 5 minuten
Exterieur van het Emmauscollege. Foto: ANP

De zaak van de jihad-cartoon op het Emmauscollege in Rotterdam heeft ons niet alleen geleerd dat we in de klas niet kunnen discussiëren over de islam, maar evenmin over genocide (zeker de Armeense), de Holocaust, homoseksualiteit of Palestina. We hebben het over Nederland, niet over zo’n eng land in Afrika of het Midden-Oosten, schrijft Philip van Tijn.

Philip van Tijn

Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.

De zaak van de jihad-cartoon op het Rotterdamse Emmauscollege raakt zo sterk de fundamenten van ons land, dat ik niet ontkom aan enkele kanttekeningen, hoewel hierover in EW al veel verstandige woorden zijn gezegd.

Maar zolang tegenover de honderdduizend handtekeningen onder een petitie waarin wordt geëist het beledigen van de profeet strafbaar te stellen, te weinig weerwoord staat van het fatsoen, van de democratische en tolerante samenleving, lijkt dat niet overbodig.

Domheid ligt vaak aan de basis van slechtheid

Aanvankelijk eisten vijf vrouwelijke islamitische leerlingen van de  school ‘alleen maar’ dat de bewuste cartoon uit het leslokaal zou worden verwijderd. Toen de ‘affaire’ naar buiten kwam, werd het grimmiger. ‘Als deze cartoon niet heel snel wordt weggehaald, gaan we het anders aanpakken,’ kreeg de leraar te lezen.

Dat is een regelrechte bedreiging, nog maar een haarbreed verwijderd van een daadwerkelijke moord, zoals onlangs in Frankrijk. Dat de vijf het verschil kennelijk niet zagen tussen de profeet en een jihadstrijder, daarover kun je lang nadenken – net als over het IQ van de betrokken leerlingen. Maar domheid ligt vaak aan de basis van slechtheid.

Lees ook het commentaar van Gertjan van Schoonhoven terug: Maak van middelbare school geen laffe ‘safe space’

Ik heb het fragment op de televisie nog eens opnieuw afgespeeld, maar het veranderde niet: de minister voor basis- en voortgezet onderwijs Arie Slob uitte zijn bewondering voor de wijze waarop de rector de zaak had behandeld. Dat sloeg op de obligate ‘verschrikkelijk’-verklaring en de poging het blazoen van zijn school op te poetsen. Want het kon niet slaan op schorsing, laat staan verwijdering, van de betrokken leerlingen. Die zaten immers gewoon de volgende dag weer op school – anders dan de ondergedoken leraar.

Aandacht verdient ook de schoppartij van leerlingen tegen verslaggevers van PowNed, vertegenwoordigers van onze vrije pers. Voor zover dat te zien was, ging het om autochtone scholieren (misschien moet ik zeggen: met een niet-migratie-achtergrond). De hoop dat de normen van de meerderheid worden overgenomen, lijkt verder weg dan ooit. Ook getuige deze zin, door één hunner uitgesproken: ‘Je spot toch ook niet met andermans geloof, zeg maar.’ (De spotprent ging, ik zeg het nog maar eens, over een jihadistische moordenaar.) En op de vraag of een cartoon over Jezus wél kan: ‘Als cartoon over Jezus spottend is, is toch niet erg!’

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Vrucht van de affaire: we hebben geleerd dat niet alleen over de islam in een klas niet of nauwelijks kan worden gediscussieerd, maar evenmin over genocide (zeker de Turkse genocide jegens de Armenen), de Holocaust, homoseksualiteit, Palestina. We hebben het over Nederland, niet over zo’n eng land in Afrika of het Midden-Oosten, met een dictator en primitieve gewoonten en zo, waarover je altijd leest.

De reacties van Nederlandse politici zijn ondermaats

Moslimextremisme

Lees meer over de strijd die de Franse president voert tegen de radicale elementen van de islam: Kan Macron leveren in de strijd tegen moslimextremisme?

Na de krachtige reactie van de Franse president Emmanuel Macron (hoewel we nog maar moeten zien hoe hij verder gaat) op de onthoofding van een Franse docent, zijn de reacties van Nederlandse politici ondermaats, nietszeggend en geven zij aanleiding tot braakneigingen. Met stip bovenaan: ‘Onacceptabel’ (uitgesproken door onze onderwijsministers Ingrid van Engelshoven (D66) en Arie Slob (ChristenUnie), van de twee partijen die altijd het goede in de mens benadrukken). Of een variant: ‘Verschrikkelijk en onacceptabel’ (Lodewijk Asscher, van de partij van de Verheffing). Met als overtreffende trap, verwoord door vele politici: ‘Volstrekt onacceptabel.’ Dat is net zoiets als: ‘Ik ben het er 200 procent mee eens’, wat je ook nogal eens hoort in de politiek. Zinloze overdrijving en verbale krachtpatserij, nooit gevolgd door daden.

Premier Mark Rutte (VVD) heeft het tenminste een beetje begrepen. Zijn reactie: ‘Wellicht zijn we te naïef geweest. Dat we niet duidelijk maakten dat vrijheid van meningsuiting, van godsdienst, de gelijkheid tussen man en vrouw ononderhandelbaar zijn.’ Dat ‘wellicht’ kan wel weg. Ook is deze constatering een beetje laat na bijna twintig jaar in de politiek en tien jaar als minister-president. Maar laten we Rutte het voordeel van de twijfel geven en hem in de komende jaren – zeker als hij na de verkiezingen opnieuw politiek leider van Nederland wordt – nauwgezet volgen en hem keer op keer aan deze woorden houden.

Het is in elk geval allemaal heilig bij de beoordeling door Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad, vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs. Natuurlijk, ook hij vindt het ‘onacceptabel’, maar deze moeilijke onderwerpen bespreken met een klas waarin menig leerling een andere achtergrond heeft, acht hij ‘een wankel evenwicht’.

Laat dat even doordringen! In plaats van als opperbaas van de scholen keihard te zeggen: ‘Trekt u zich daar niets van aan! Dit is Nederland. Andere achtergrond, dat zal wel, maar die moet het afleggen tegen de Nederlandse normen en waarden, behoudens wat de wet zegt.’ (De wet behoort trouwens ook tot die normen en waarden, dat wordt nogal eens vergeten.) Het is wat moeilijk terug te vinden in zijn cv, maar naast al die glanzende jaren in de Tweede en Eerste Kamer en als partijvoorzitter van GroenLinks, is Rosenmöller zes jaar lang lid en voorzitter geweest van de GML, waarin de M staat voor Marx en de L voor Lenin. De GML had grote sympathie voor China, Albanië en de Rode Khmer. (Twintig jaar later was Rosenmöller de grote bestrijder van de ‘fascistoïde’ Pim Fortuyn. Daardoor begrijpen we dat ‘wankel evenwicht’ wat beter.)

Snelrecht lijkt me geen gek idee

Het is zaak om de leerlingen en anderen die zijn aangehouden wegens de bedreigingen aan het adres van de leraar in Rotterdam goed te volgen. Snelrecht lijkt me in dit verband geen gek idee en niet pas over twee jaar een rechtszaak waar eerst moet worden uitgelegd waarover het ook alweer ging voordat het vonnis van twintig uur taakstraf wordt geveld.

Dat die leerlingen natuurlijk al lang hadden moeten zijn geschorst, schreef ik al. En hun verwijdering van de school met 1.700 leerlingen waar ze zoveel onheil hebben gesticht, spreekt ook vanzelf. Islamitische scholen zouden niet moeten bestaan, maar nu ze eenmaal bestaan, moeten die vijf meisjes (en anderen) daar meteen heen. In hun geval is de hoop dat ze in een andere omgeving onze waarden leren ijdel.

En laten Asscher, Slob en al die andere politici met hun ferme taal binnenkort hun stem verheffen als niet de betrokken leerlingen worden verwijderd, maar de leraar die van de cartoon in zijn klas vertoonde wordt ontslagen omdat ‘de verhoudingen zijn verstoord’.