Meer inflatie zou de staat wel goed uitkomen

29 oktober 2020Leestijd: 3 minuten
'AFP'

Maakt inflatie een comeback, zodra de economie zich herstelt van de pandemie? Een beetje meer geldontwaarding zou de met schuld beladen overheden niet slecht uitkomen, schrijft Marijn Jongsma.

Marijn Jongsma

Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij Elsevier Weekblad. Hij blogt wekelijks over financieel- en macro-economische onderwerpen.

Volgens de Deutsche Bank begon ‘het tweede globaliseringstijdperk’ in 1980, en nadert dit tijdperk zijn einde. De afgelopen veertig jaar zijn gekenmerkt door een gestaag dalende inflatie en rente. Dat is niet zozeer de verdienste van de centrale banken, aldus Deutsche, maar het gevolg van een paar grote wereldwijde verschuivingen.

Demografie en mondialisering

Een snelgroeiende, jonge bevolking, ook in de westerse wereld, ging samen met de verplaatsing van productie naar lagelonenlanden. De toetreding van China tot de Wereldhandelsorganisatie WTO in 2001 was een officiële bezegeling van deze trend. Demografie en mondialisering zorgden ervoor dat de loonkosten laag bleven, en daarmee ook de inflatie. En hoe lager de inflatie, hoe lager de rente die kredietverleners in rekening brengen.

Maar nu breekt er een nieuw tijdperk aan, zei Jim Reid, obligatiespecialist van Deutsche Bank onlangs tijdens een online persbijeenkomst. De door hem gekozen benaming voor deze periode belooft weinig goeds: age of disorder. Zijn analyse: alle trends die producten de afgelopen veertig jaar goedkoop hielden, worden straks omgedraaid.

De mondialisering ligt onder vuur door de handelsoorlog tussen de Verenigde Staten en China. De bevolking vergrijst, niet alleen in het Westen maar ook in Azië. Meer krapte op de arbeidsmarkt dus. Dit biedt volgens Reid voor vakbonden kansen om weer ‘een groter deel van de taart’ op te eisen. Hogere lonen, hogere inflatie.

Wat doen de centrale banken?

Zullen de centrale banken vervolgens ingrijpen met renteverhogingen om te voorkomen dat lonen en prijzen elkaar opjagen? De Amerikaanse centrale bank (de Fed) en de Europese Centrale Bank (ECB) streven naar een inflatie van ruwweg 2 procent. Aangezien we daar nog ver onder zitten (in september was er in de eurozone juist deflatie), is er nog een lange weg te gaan voordat de monetaire autoriteiten ingrijpen.

Maar zelfs als dat niveau is bereikt, blijft de voet hoogstwaarschijnlijk van het rempedaal. De Fed kondigde afgelopen zomer aan voortaan 2 procent inflatie na te streven ‘als een gemiddelde over tijd’. Anders gezegd: de inflatie mag best even een tijdje boven die 2 procent zitten. Centrale banken vechten al jaren tegen een dreigende deflatie, waardoor ze een iets te hoge inflatie inmiddels graag even voor lief nemen. De ECB heeft nog niet tot zo’n beleidswijziging besloten, maar is bezig met een ‘strategische herziening’.

Hogere inflatie holt schulden uit

De wereldwijde recessie als gevolg van de coronacrisis zal de inflatie voorlopig laag houden. Het Deutsche Bank-scenario komt pas eind 2021 in beeld. Stel dat de inflatie dan oploopt terwijl de centrale banken de rente op het huidige lage niveau houden. Dat zou slecht nieuws zijn voor spaarders, maar geweldig nieuws voor iedereen met schulden: die worden dan minder waard, en lenen blijft goedkoop. En wie hebben de afgelopen tijd het meest bij geleend? De overheden.

Afgezet tegen het nationaal inkomen (ofwel het bruto binnenlands product) loopt de staatsschuld in ontwikkelde landen dit jaar op tot meer dan 125 procent, schat het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Dat zijn hogere schuldniveaus dan ten tijde van de kredietcrisis aan het einde van het vorige decennium. De verplichtingen zijn nu vergelijkbaar met die aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Financiële repressie ‘light’

Hoe kwam de Amerikaanse staat toen van zijn schulden af? Onder meer door een combinatie van een lage rente en een hoge inflatie. Destijds was sprake van wat economen ‘financiële repressie’ zijn gaan noemen. Dat gaat verder dan een kunstmatig lage (reële) rente: financiële instellingen moeten in zo’n regime verplicht in staatsobligaties van het eigen land beleggen, de staat stelt maximumrentes vast en spaargeld mag het land niet uit.

Zo ver zal het ditmaal niet gaan. Maar als alle grote centrale banken de rente ondanks een oplopende inflatie laag houden (en daar lijken ze wel op voor te sorteren), dan kunnen spaarders alsnog geen kant op en komen de overheden op een relatief pijnloze manier van hun schulden af. Financiële repressie light zeg maar. Al zullen centraal bankiers die term nooit gebruiken – evenmin als age of disorder overigens.