Vage taal centrale banken als wapen tegen deflatie

03 september 2020Leestijd: 4 minuten
President van de Nederlandsche Bank Klaas Knot - ANP

Voor het eerst in vier jaar kampt de eurozone met deflatie. Centrale banken voelen zich machteloos, schrijft Marijn Jongsma. Het bestrijden van inflatie kunnen ze aardig, het aanwakkeren ervan gaat moeizaam.

Het gemiddelde prijspeil in de muntunie daalde in augustus met 0,2 procent ten opzichte van de maand augustus een jaar geleden, na een stijging met 0,4 procent in juli. Dat blijkt uit cijfers van het Europese statistiekbureau Eurostat.

Deflatie of een beetje inflatie

In sommige lidstaten, zoals Nederland, is er nog een beetje inflatie (0,3 procent), maar hier is de glijvlucht vergeleken met de jaar-op-jaar inflatie in juli (1,6 procent) nog groter. In Griekenland en Cyprus daalden de prijzen met meer dan
2 procent. De coronacrisis speelt hier ongetwijfeld een rol. Denk aan de gedaalde energieprijzen, en aan de latere uitverkopen in modewinkels.

Marijn Jongsma

Marijn Jongsma (1969) is economisch redacteur bij Elsevier Weekblad. Hij blogt wekelijks over financieel- en macro-economische onderwerpen.

Maar ook de kerninflatie, waarin de doorgaans sterk schommelende energie- en voedselprijzen niet worden meegenomen, was in augustus recordlaag (0,4 procent) én fors lager dan in juli. Analisten hadden een hogere inflatie verwacht. De geldontwaarding ligt sowieso onder de doelstelling van de Europese Centrale Bank, die een inflatie van onder, maar dicht bij de
2 procent nastreeft.

Deflatie is een koude motor

Dat niveau is een soort algemeen aanvaarde buffer om deflatie te voorkomen. Deflatie is voor economen als een koude motor voor een automonteur: hij loopt niet lekker en slaat gemakkelijk af. Bij deflatie stellen consumenten uitgaven uit, en blijven schulden knellen – simpelweg doordat ze niet ‘vanzelf’ minder waard worden. Omgekeerd is inflatie ofwel geldontwaarding slecht nieuws voor iedereen die een beetje geld opzij heeft gezet.

Inflatie was jarenlang dé vijand van centrale banken, en ze waren behoorlijk effectief in het onder controle houden ervan. Deflatie is het nieuwe spook, dat lastiger te verjagen blijkt. Economen vergelijken rentebeleid wel met een touwtje: je kunt eraan trekken om de economie af te koelen, maar duwen om te stimuleren is minder effectief.

PVVLees ook van Marijn Jongsma: Een duur cadeau van de PVV. En wie krijgt het?

‘Als we zouden worstelen met inflatie dan is het rentewapen morgen terug,’ zei Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, woensdagavond na afloop van de door EW georganiseerde jaarlijkse HJ Schoo-lezing. Nu kampen hij en zijn collega’s binnen het ECB-bestuur met een lage én dalende inflatie (disinflatie), volgens Knot vooral het gevolg van het wereldwijde spaaroverschot. En dat is weer het gevolg van de vergrijzing in de rijkste landen. Hoe ouder we worden, hoe minder we uitgeven. Centrale banken hebben nauwelijks ruimte meer om de rente verder te verlagen, en als ze het al doen, lijkt het spaarders alleen maar aan te zetten om nóg meer te sparen ter compensatie van de misgelopen rente.

Amerikaanse Fed probeert inflatie op te jagen

In de Verenigde Staten kampen ze met hetzelfde probleem. Jerome Powell, voorzitter van het Amerikaanse stelsel van centrale banken (de Fed), kwam vorige week met een nieuwe inflatiedoelstelling die in elk geval tot 2025 geldt. De Fed blijft net als de ECB een niveau van 2 procent nastreven, maar voortaan als ‘een gemiddelde over tijd’. Dus als de inflatie een periode onder de 2 procent is geweest, wat nu het geval is, dan wordt ernaar gestreefd hier een tijdje boven te zitten. En mocht de werkloosheid onder het ‘natuurlijke’ niveau dalen dat normaliter voor stijgende inflatie zorgt, dan zal de Fed niet meer zomaar de rente verhogen om inflatie in de kiem te smoren. Omgekeerd geldt een hoge werkloosheid wel als argument om een ruimer beleid te voeren.

Een centrale bank die een hogere inflatie wil: het voelt vreemd aan. Maar Powell verdedigt deze stap door te wijzen op de vicieuze cirkel die nu dreigt. Een langdurig lage inflatie leidt ertoe dat burgers, bedrijven en beleggers ook voor de toekomst een lage inflatie verwachten. Het is de hoop en de verwachting dat het nieuwe beleid juist leidt tot hogere inflatieverwachtingen. De Fed houdt de rente immers nog jaren laag, ook als de inflatie hoger uitvalt dan 2 procent. Laat de temperatuur maar wat oplopen, alles beter dan een koude motor. De monteur grijpt niet in.

De terugkeer van de ‘Greenspeak’

In zekere zin bouwt Powell een verrassingselement in voor de toekomst. De verrassing is nu niet zozeer wanneer de Fed ingrijpt, maar wanneer de Fed niet ingrijpt waar de centrale bank dat vroeger wel had gedaan. Het nieuwe beleid is behoorlijk vaag.  Hoelang accepteert Powell een hogere inflatie? De beleidsdoelstellingen zijn ook ruimer en zelfs politiek geworden, zo lijkt het: tijdens zijn speech op de jaarlijkse monetaire conferentie in Jackson Hole werd zelfs over het belang van een ‘inclusieve arbeidsmarkt’ gesproken.

Nog meer dan nu al het geval is, zullen beleggers elk woord van Powell op een goudschaaltje wegen, om erachter te komen wat de Fed gaat doen – of juist niet. De nieuwe strategie biedt volop ruimte voor de fameuze ‘Greenspeak’, een verwijzing naar Alan Greenspan, die tussen 1987 en 2006 voorzitter was van de Fed. Greenspan stond bekend om zijn vage uitspraken die voor meerderlei uitleg vatbaar waren.

Gaat de ECB het Amerikaanse voorbeeld volgen? Ook in Frankfurt wordt gewerkt aan ‘strategische herziening’ van het beleid. Volgende week donderdag vergadert het ECB-bestuur, en kan president Christine Lagarde met haar eigen variatie op de Greenspeak aangeven welke stappen de eurozone overweegt in de moeizame strijd tegen deflatie.