Motie tegen EU-Mercosur-handelsakkoord is tegen Nederland

De Tweede Kamer nam dinsdag een motie aan dat een vrijhandelsverdrag met onder meer Brazilië en Argentinië bij voorbaat afwijst. Daarmee keert de Tweede Kamer zich tegen welvaart, vrijheid en Nederland, schrijft Jelte Wiersma.

Sinds 1999 onderhandelt de Europese Unie (EU) over een vrijhandelsverdrag met Mercosur, het vrijhandelsblok dat wordt gevormd door de Zuid-Amerikaanse natiestaten Brazilië, Argentinië, Paraguay en Uruguay. In juni 2019 is tijdens de G20-top in de Japanse stad Osaka een overeenkomst gesloten, al moeten nog wat juridische details worden uitgewerkt. De eindtekst zoals de Europese Commissie en de Mercosur-landen die hebben uitonderhandeld, is dan ook nog niet definitief bekend.

Wel bekend is dat volgens het verdrag meer dan 90 procent van de goederen uit de EU-landen tariefvrij en niet gequoteerd naar Zuid-Amerika kunnen worden verhandeld, en vice versa. Daarbij geldt dat strenge productie- en kwaliteitsstandaarden zijn overeengekomen, een eis van de Europese Unie.

Vrijhandel brengt welvaart

De EU-Mercosur-vrijhandelsovereenkomst kan niet anders dan worden bejubeld. Vrijhandel brengt welvaart. Dat is door de eeuwen heen steeds opnieuw bewezen. Vrijhandel leidt tot meer concurrentie, en daardoor tot meer innovatie en lagere prijzen, en die drie samen leiden tot meer werkgelegenheid en uiteindelijk stijgende winsten en lonen. Degenen die zich tegen vrijhandel keren, pleiten tegen welvaart. Het succes van de EU-handelsverdragen met Japan, Zuid-Korea en Canada tonen aan dat dit ook dezer dagen nog geldt.