Werknemers in de zorg zeggen steeds vaker hun dienstverband op en gaan verder als zzp’er. Maar volgens de fiscale regels zijn velen helemaal geen ondernemer, schrijft Jeroen van Wensen.

In 2018 ging 100 miljard euro aan belasting- en premiegeld naar de sector zorg en welzijn. Afgaande op schrikbarend hoge verzuim- en verloopcijfers, gaat een groot deel van de 1,2 miljoen werknemers in de zorg dagelijks met veel tegenzin aan het werk.

Aantal zzp’ers in de zorg explosief gestegen

Nieuwszender BNR meldde dinsdagochtend dat het aantal zzp’ers in de zorgsector de afgelopen zes jaar met 70 procent is gestegen, naar 135.000. De reden: zelfstandigen kunnen meer eisen stellen dan hun collega’s in loondienst. Zij hoeven bijvoorbeeld geen nacht- en weekenddiensten te draaien. Bovendien houdt een zzp’er dankzij gunstige fiscale ondernemersregelingen per maand netto meer over.

Begin 2020 komt de ‘Commissie Regulering van werk’ met een advies over de arbeidsmarkt. Het huidige fiscale gedoogbeleid voor zzp’ers maakt dan plaats voor nieuwe fiscale wetgeving, die scherpere voorwaarden stelt aan het ondernemerschap. Nu al is duidelijk dat veel zorgondernemers weer zorgwerknemer moeten worden, omdat ze nu al niet aan de fiscale regels voldoen. Voorzienbare kapitaalvernietiging dus, te voorkomen door de Belastingdienst sneller te laten optreden tegen schijnzelfstandigheid.