Jammer dat immigranten hun naam niet meer veranderen

12 maart 2017Leestijd: 4 minuten
Prins Claus paste ook zijn naam aan Foto: ANP

Nieuwkomers pasten in Nederland en andere landen meestal hun naam aan. Deze praktijk is in onbruik geraakt. Jammer, vindt Jelte Wiersma: er valt veel te zeggen voor het aanmoedigen van naamswijzigingen.

De grootvader van de Britse minister van Buitenlandse Zaken Boris Johnson heette Osman Kemal. Deze Britse Ottomaan Kemal en ook zijn zus namen tijdens de Eerste Wereldoorlog de naam ‘Johnson’ aan, de meisjesnaam van hun moeder. Zij wilden uitdrukken dat ze aan Britse zijde stonden, niet aan die van de Ottomaanse vijand.

Loyaliteit en vergroten eigen kansen

Deze praktijk van naamswijzigingen was wijdverspreid. Het diende voornamelijk twee doelen: loyaliteit uitdrukken aan het nieuwe thuisland en zo eventuele vervolging of publieke agressie voorkomen én het vergroten van de eigen kansen. De praktijk van naamswijzigingen was dan ook niet altijd vrijwillig.

Op keizerlijk en koninklijk niveau was (en is) het zelfs volstrekt gebruikelijk een nieuwe naam aan te nemen. Dat is geen keuze als wel een plicht. De Russische tsarina Jekatarina II Aleksejevna (Catharina de Grote) was een Pruisische met de naam Sophia Augusta Frederika. Pausen nemen altijd een Latijnse naam aan, in de taal van de katholieke kerk. Ook het Duitse Wilhelm(us) is door de Oranjes veranderd in Willem.

De Duitse man van prinses Beatrix, Claus von Amsberg, paste zijn naam aan tot Claus van Amsberg. Hij voelde zich genoodzaakt tot dit teken van loyaliteit aan Nederland in een tijd van hevige, anti-Duitse sentimenten.

Enthousiasme in Amerika

De verspreiding van Duitse namen over de wereld heeft sowieso behoorlijk te lijden gehad onder anti-Duitse sentimenten. In de Verenigde Staten hebben Duitsers op grote schaal hun namen verengelst nadat zij tijdens de Eerste Wereldoorlog met de nek werden aangekeken. Hun bedrijven werden zelfs aangevallen en Duitse verenigingen ontbonden. Het leidde tot een decimering van het Duits in Amerika tot één miljoen sprekers, terwijl het daarvoor nog door vele miljoenen werd gesproken.

De familienaam van de Amerikaanse president Donald Trump wijzigde door de tijd van het Duitse Drumpf naar Trumpf tot Trump. Tot het presidentschap van Barack Obama hadden Amerikaanse presidenten slechts Engelse of verengelste namen. Uitzonderingen vormden de Nederlandse namen Roosevelt en Van Buren die om logische historische redenen wel goed lagen.

Amerikanen zijn vrij enthousiast in het veranderen van namen. Ook doordat Amerikanen niet altijd de moeite nemen een naam goed uit te spreken. Zo wordt Jan al gauw John en Yuan wordt dan Jackie. Al lijkt het enthousiasme voor naamswijzingen te verdwijnen. De geboren Oostenrijker Arnold Schwarzenegger is niet de enige immigrant die zijn naam hield. Het stond een succesvolle carrière als ondernemer, acteur en politicus niet in de weg.

Vernederlandsing

In Nederland zijn namen niet alleen door de koninklijke familie maar ook door vele burgers vernederlandst of vervangen. Duitse en Franse namen zijn volop aangepast. Kellermann komt nog wel eens voorbij, maar meestal is de dubbele ’n’ weg en Le Jeune is bijna altijd vervangen door De Jong(e).

Deze vanzelfsprekende naamassimilatie is het hier te lande niet eenvoudig. De minister beslist namens de Koning over de wijziging van een familienaam. Het wijzigen van een voornaam kan alleen als daar zwaarwichtige redenen voor zijn.

Nederlandse gemeenten faciliteerden immigranten die hun nieuwgeborene aangaven vreemd genoeg wél met namenlijsten waarop namen staan die door hun herkomstland zijn goedgekeurd. Anders verliezen de nieuwkomers en hun kinderen hun aanspraak op een paspoort van bijvoorbeeld Marokko.

Zo worden de namen van nieuwkomers en de daarmee samenhangende identiteit en – in elk geval de schijn van – dubbele loyaliteit formeel in steen gebeiteld.

Mootje en Terphuis

Terwijl in het spraakgebruik op de werkvloer, de voetbalkantine en elders de namen van vele immigranten soms al vernederlandsen. Vahap wordt Waap en misschien ooit Jaap, Achmed wordt Aad of Adje en Mohammed wordt Mootje – met die typisch Nederlandse verkleining. Zo ontstaan nieuwe namen die onmiskenbaar Nederlands zijn, ook al vinden zij hun oorsprong elders. Mootje bestaat elders in het Westen niet.

Jurist en PvdA’er Sander Terphuis creëerde zelfs een nieuwe Friese familienaam nadat bleek dat het aannemen van een bestaande Nederlandse familienaam vreemd genoeg niet mocht. De als Ahmad Queleich Khany geboren Iraniër vond in het Friese terpenland een nieuw thuis en kwam uit op Terphuis. Hij zocht als voornaam een veelvoorkomende Nederlandse jongensnaam uit. ‘Ik wilde erbij horen,’ schrijft Terphuis als een van de verklaringen voor zijn naamswijziging.

Het zou nieuwkomers en hun nakomelingen sieren als zij het voorbeeld van Duitse, Franse en andere immigranten zoals Terphuis volgen. Een sterker signaal om Nederlander te willen zijn, is er niet. Bijkomend voordeel: iemand met een aangenomen Nederlandse naam, ook al heeft die naam zijn oorsprong elders, zal zich in de meeste gevallen meer met Nederland identificeren. Je bent je naam. Dat realiseerde ook de Koning zich toen hij niet koos voor het historisch logische Willem IV, maar voor zijn eigen naam, Willem-Alexander.

Het zou dan ook aardig zijn als de wetgever ruim baan geeft voor naamswijzigingen. Waarom niet nieuwkomers vrijblijvend een lijst voorleggen met te kiezen Nederlandse namen? En met nieuwe namen die Nederlands klinken en de achtergrond van de drager recht doen?  En met varianten zoals Terphuis? Dat is een aardige verrijking van de Nederlandse cultuur, het kost bijna niets en zou zomaar eens verrassend veel kunnen opleveren.