Richtlijn sociale media komt rijkelijk laat – ouders staan voor nieuw probleem

22 juni 2025
Jong geleerd: schermgebruik zonder duidelijke grenzen (bron Getty)

In dit artikel

De feiten: Kabinet presenteert richtlijn voor schermtijd en social media

Bron: RTL

Het demissionaire kabinet heeft een officiële richtlijn gepresenteerd voor gezond schermgebruik bij kinderen. Staatssecretaris Vincent Karremans (VVD, Jeugd en Preventie) stelt in overleg met wetenschappers, ouders en maatschappelijke organisaties dat kinderen pas vanaf groep 8 van de basisschool – ze zijn dan circa 12 jaar oud – een eigen mobieltje zouden moeten krijgen. 

Voor sociale media, zoals TikTok, Snapchat en Instagram, wordt een minimumleeftijd van 15 jaar geadviseerd. 

De richtlijn is bedoeld als handreiking voor ouders en is niet juridisch bindend. De aanleiding zijn breed gedeelde zorgen in de Tweede Kamer over de geestelijke gezondheid van jongeren. 

Eerder namen D66 en NSC een motie aan die pleitte voor een leeftijdsgrens.

EW’s visie: Achttien jaar schermtijd, nul jaar beleid

Door: Sam Verbeek, redacteur Tech

Deze richtlijn is een verstandige stap. Ouders krijgen eindelijk houvast in de digitale opvoeding. Want laten we eerlijk zijn: dit had ook tien jaar eerder gekund. De iPhone is inmiddels achttien jaar oud, de iPad veertien.

Er is een hele generatie kinderen groot geworden zonder duidelijke norm. Veel ouders hebben daarbij wel de zorgen gevoeld, maar weinig duidelijkheid gekregen.

Digitale opvoeding vroeger en nu: een wereld van verschil

Dertigers, die nu kinderen krijgen, groeiden zelf op met beeldschermen. Maar het verschil tussen toen en nu is groter dan het lijkt. Tijdens hun jeugd stond de computer vaak in de woonkamer.

Je ging ‘op internet’ via een browser. MSN, Hyves, vroege Facebook: ze waren allemaal traag, lelijk, maar wel functioneel. YouTube liet gewoon video’s zien. De technologie diende de gebruiker.

Hoe techplatforms verslavend gedrag ontwierpen

Rond 2007 veranderde dat. De iPhone deed zijn intrede, Facebook kreeg een tijdlijn. YouTube begon video’s aan te raden op basis van betrokkenheid van de gebruiker, niet op basis van views. Pushnotificaties kwamen erbij, en algoritmes die precies wisten waar je bleef hangen. De gebruiker werd niet langer bediend, maar zelf gebruikt. 

De Amerikaanse psycholoog Jonathan Haidt spreekt van een verschuiving naar een ‘permanente infosfeer’. Was technologie vroeger een keuze, nu is zij constant op de achtergrond en laat ze jongeren nooit helemaal los.

De Great Rewiring: impact op jongeren sinds 2010

Rond 2010 begon wat Haidt de ‘Great Rewiring’ noemt: een stille, maar ingrijpende omslag in het leven van jongeren. Hun schermtijd nam toe, hun slaap werd korter, hun beweging minder, en hun eenzaamheid groter. 

Vooral meisjes kregen het zwaar, doordat hun sociale leven sterker verweven is met relaties, status en uitsluiting. Sociale media vallen nooit stil. Vriendschap word afgemeten in likes. Groepsdruk verplaatste zich van het schoolplein naar de broekzak, 24 uur per dag.

Ouders staan tegenover een onbekende digitale wereld

De ouders van nu herkennen die wereld vaak niet. Zij groeiden op vóór die grote omslag. Ze voeden dus op in een omgeving die ze zelf niet hebben meegemaakt, maar waarin ze hun kinderen wel moeten begeleiden.

Juist daarom is deze richtlijn belangrijk. Niet omdat die alles oplost, maar omdat hij een begin markeert. Een kader. Een taal. Een manier om te zeggen: dit is nuttig, en dat schadelijk. 

Wel moet de politiek erkennen dat implementatie niet voor ieder gezin even makkelijk is. Niet elk huishouden heeft de tijd, rust of middelen om schermgebruik strikt te bewaken. Voor eenoudergezinnen is het makkelijker gezegd dan gedaan.

Laat deze richtlijn het begin zijn van blijvende maatschappelijke begeleiding en van een digitale opvoeding die niet alleen aan ouders wordt overgelaten.

Verdere verdieping: AI, de volgende digitale grens

Zoals 2007 het begin markeerde van het smartphone-tijdperk, zo lijkt 2022, met de lancering van ChatGPT, het moment te zijn geweest van weer een nieuwe omslag, dankzij kunstmatige intelligentie. Daarom moet de politiek nu doorzetten.

AI vervangt sociale nabijheid bij jongeren

Terwijl ouders zich wapenen tegen sociale media, staat de volgende technologie alweer voor de deur. Niet alleen in de vorm van slimme huiswerktips of samenvattingen, maar met iets veel wezenlijkers: emotionele nabijheid.

AI wordt door jongeren al gebruikt als vriend en vertrouweling. Soms zelfs als therapeut of geliefde. Volgens een peiling van enquêteplatform SurveyMonkey onder ruim 25.000 Amerikaanse gebruikers zegt 23 procent van de dertigers AI in te zetten voor mentale of emotionele steun.

Bij twintigers ligt het aandeel vermoedelijk nog hoger. Wat vroeger een dagboek was, is nu een chatbot met een naam, een stem en eindeloos geduld.

Hoe ver mag een AI-vriendschap met jongeren gaan?

Meta-CEO Mark Zuckerberg ziet AI-vriendschap als een oplossing voor het tekort aan echte verbinding. ‘Iedereen zal straks een AI hebben,’ zegt hij, ‘als raadgever, als gezelschap, als gids.’ Wat Zuckerberg onvermeld laat, is dat juist zijn mediaplatforms hebben bijgedragen aan de verschraling van menselijke nabijheid. Facebook, Instagram, WhatsApp — ze faciliteren sneller contact, maar ondermijnen echte verbondenheid.

Nu presenteert de man die het sociale weefsel uitholde zich als de bezorgde genezer. De diagnose is bekend, het medicijn ligt toevallig in zijn eigen etalage.

In Florida liep het al fataal af: een veertienjarige jongen had een maandenlange, emotioneel intense relatie met een AI-chatbot die zich voordeed als geliefde. De bot noemde hem haar ‘sweet king’ en moedigde hem aan ‘naar huis te komen’. Hierna pleegde hij zelfmoord. Zijn moeder klaagt nu het platform aan.

Deze tragedie laat zien dat er ook voor AI richtlijnen moeten worden opgesteld. Niet over achttien jaar, maar nu.

Lees verder over sociale media