Experts zijn helder over Gaza – en over wat Nederland moet doen

28 mei 2025
Experts aan Kamer: Nederland moet nú ingrijpen in Gaza (Bron ANP)

In dit artikel

De feiten: Genocideverdrag verplicht Nederland om druk op Israël uit te oefenen

Nederland moet meer druk uitoefenen op Israël om het geweld tegen Gaza te beëindigen. Landen die het genocideverdrag hebben geratificeerd, hebben een inspanningsverplichting als ze genocidaal geweld waarnemen, of een ernstig risico daarop.

Die boodschap hadden deskundigen tijdens een gesprek met de Tweede Kamer over de situatie in Gaza, waarbij vooral over de vraag werd behandeld of hier sprake is van genocide. Met actie hoeft Nederland niet te wachten totdat het Internationaal Gerechtshof heeft bepaald of daadwerkelijk sprake is van genocide.

Volgens directeur Martijn Eickhoff van het Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies NIOD staat vast dat Israël zich schuldig maakt aan ‘genocidaal geweld’. Daarvoor verwijst hij naar uitspraken als die van de Israëlische minister van Financiën Smotrich dat ‘Gaza volledig zal worden vernietigd’.

De juridische kwalificatie van genocide is voorbehouden aan internationaal gerechtelijke organisaties en instanties, zoals het Internationaal Gerechtshof en het Internationaal Strafhof.

Het is beter te spreken over ‘een ernstig risico op genocide’

‘Het gaat om de intentie, de systematiek van het gebruikte geweld, tot welke groep het zich richt, de impact die het heeft op de sociale structuren, en het tempo. Wat op dit moment de doorslag geeft in Gaza is de inzet van het hongerwapen. We weten ons gesteund door genocide-onderzoekers. Er is vrijwel consensus,’ zei hoogleraar internationaal recht Geert-Jan Knoops, die het zelf beter vindt om te spreken van ‘een ernstig risico op genocide’ dan om het predicaat genocide te gebruiken.

Nog niet duidelijk of andere staten medeplichtig zijn

Niettemin vindt Knoops dat alle staten die het genocideverdrag hebben ondertekend, er in dit stadium al juridisch aan zijn gebonden.

‘Hoe sterker de band met het land dat het geweld pleegt, hoe groter de plicht om actie te ondernemen. Voor Nederland, dat intensieve betrekkingen heeft met Israël, gaat het niet alleen om een politieke maar ook om een morele afweging.’

Een land kan diplomatieke, maar ook andere stappen ondernemen, maar het besluit daartoe is volgens Knoops aan de politiek. Of Nederland medeplichtig is aan het geweld in Gaza, is volgens Knoops nog niet te zeggen, maar het risico daarop is zeker aanwezig.

EW's visie: Kamer bewaarde rust in gesprek over genocide in gepolariseerd klimaat

Door: Carla Joosten, politiek redacteur

Het is misschien wel een van de moeilijkste kwesties van na de Tweede Wereldoorlog. Is er wel of geen sprake van genocide in Gaza?

De Tweede Kamer is er diep verdeeld over, met aan de ene kant een partij als Denk die zich erover opwindt dat nog wordt getwijfeld of het predicaat genocide juist is. En aan de andere kant de PVV die deze kwestie wegwuift.

Die partij liet dan ook verstek gaan bij het gesprek met drie deskundigen dat de Kamer had belegd. Het werd een inhoudelijke discussie, geen politieke, wat mede te danken was aan Kati Piri (GroenLinks-PvdA) die geen Kamerlid de kans gaf om politieke uitspraken te doen. Het was immers een gesprek met deskundigen aan wie vragen konden worden gesteld.

Jan Paternotte (D66) en Stephan van Baarle (Denk) konden zich niet helemaal inhouden en probeerden toch de politicus in zich te laten spreken, maar dat stond Piri niet toe. Zij wist de bijeenkomst te beperken tot inhoud, zonder politieke fratsen.

Verdere verdieping: Debat vereist juridische precisie

Juristen krijgen aan de lopende band de terugkerende vraag of Israël zich bezondigt aan genocide, en de vraag of Nederland medeplichtig is aan (potentiële) genocide.

‘Die vraag kun je dus op dit moment niet beantwoorden, omdat er dan bewijs moet zijn dat die genocide bestaat. Het debat over Gaza vereist juridische en feitelijke precisie terwijl we in een tijd leven van verhit maatschappelijk debat en polarisatie.’

‘Het gebruik van de term genocide mag, ook gelet op juridisch gewicht en de ernstige stigmatisering die daaraan gepaard gaat voor een land en zijn bevolking, niet lichtvaardig zijn,’ zei Knoops in de Tweede Kamer.

Wachten op de definitieve uitspraak van het Internationaal Gerechtshof is een verkeerd uitgangspunt volgens de juristen.

Waarom wachten op een oordeel over genocide niet volstaat

‘Dit zou in strijd zijn met het genocideverdrag. Artikel 1 daarvan, dat bindend is voor alle partijen, waaronder Israël en Nederland, bepaalt dat verplicht zijn genocide te voorkomen en strafmaatregelen in te stellen als zij een serieus risico van genocide bespeuren,’ aldus universitair hoofddocent internationaal strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam Marieke de Hoon.

‘Als er al een rechter bevoegd is om zich uit te spreken over een genocide, bijvoorbeeld in het geval van Israël, omdat Zuid-Afrika naar het internationaal gerechtshof kon en wilde stappen, dan komt het oordeel of genocide is gepleegd ruimschoot nadat die genocide zich heeft afgespeeld. Hierop wachten is in strijd met de verplichting om genocide te voorkomen of te beëindigen,’ zei De Hoon.

Wanneer betrouwbaar vastgestelde feiten wijzen op een risico op genocide, hebben staten en hun parlementen de verplichting om genocide te voorkomen dan wel te beëindigen en te bestraffen.

Het debat over de term ‘genocide’ mag geen afleiding zijn

De Hoon waarschuwde dat de focus op de definitie van genocide gevaarlijk is. Het bergt het gevaar in zich dat andere oorlogsmisdrijven en of misdrijven tegen de menselijkheid als minder ernstig worden gezien.

‘Ook zonder het label genocide heeft de internationale gemeenschap de plicht om met rechtmatige middelen oorlogsmisdrijven en misdrijven tegen de menselijkheid te voorkomen en beëindigen.’

Verder lezen: meer over Israël en Gaza