Van Nieuwenhuizen meldt zich als opvolger Mark Rutte

08 juli 2019Leestijd: 2 minuten
Cora van Nieuwenhuizen, minister van Infrastructuur en Waterstaat - bron:ANP

VVD-minister Cora van Nieuwenhuizen (56) werpt zich op als kandidaat voor de opvolging van Mark Rutte. In het zomernummer van Elsevier Weekblad zegt zij de eerste vrouwelijke minister-president te willen worden: ‘Dat zou mooi zijn.’ Lukt dat niet, dan vindt ze een positie als eerste vrouwelijke minister van Financiën ook prachtig.

Toen het kabinet-Rutte eind 2017 begon, kreeg VVD-leider Rutte kritiek van partijcoryfee Neelie Kroes en andere vrouwen in zijn partij, omdat het VVD-smaldeel niet evenwichtig was samengesteld: vijf mannen en slechts één vrouw.

Elsevier Weekblad trok wekenlang op met minister Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) om haar activiteiten te volgen, onder meer tijdens een werkbezoek met koning Willem-Alexander. Tijdens bezoeken aan sluizencomplexen en verkeerscontrolekamers vroeg de VVD-minister geregeld of ‘hier ook vrouwen werken’. Dat bleek doorgaans het geval, al domineerden de mannen.

De nationale politiek werd lange tijd vrijwel volledig gedomineerd door mannen, maar daarin kwam de afgelopen decennia verandering. Behalve in de absolute top. Nog nooit was er een vrouwelijke premier en de minister van Financiën is tot op heden ook altijd een man. Van Nieuwenhuizen wil graag de voortrekkersrol vervullen.

Aantijging ‘crimineel’ schokt Van Nieuwenhuizen

De VVD-verkeersminister beschouwt zichzelf als iemand die het opneemt voor de zwijgende meerderheid en daarom een strijd voert tegen activisten. Zij is geschokt dat Lammert van Raan (Partij voor de Dieren) haar in een Kamerdebat een crimineel noemde, omdat zij ‘ecocide’ (moord op de natuur) zou plegen.

Volgens Van Nieuwenhuizen scheppen linkse activisten en media ‘een volstrekt verkeerd beeld’ van de werkelijke toestand in het land: ‘Activisten bezweren dat er vliegschaamte heerst, maar de meesten weten niet eens wat het is. Ze werken het hele jaar hard. Mogen ze dan alsjeblieft een keer naar Antalya?’

De verkeersminister zegt dat tegenstanders het debat over de luchtvaart kapen en hekelt de hypocrisie. ‘De tegenstanders van Lelystad en Schiphol roepen harder dan degenen die er geen probleem mee hebben. De minderheid wordt gehoord, de meerderheid niet. Bovendien blijken ­tegenstanders juist vaker te vliegen.’

Van Nieuwenhuizen was een categorisch tegenstander van rekeningrijden. In de klimaatmaatregelen van het kabinet staat echter dat er een onderzoek naar rekeningrijden komt. De minister blijft zich verzetten en wil ook op dit punt de belangen vertegenwoordigen van de rijdende meerderheid: ‘Voor mij had dat onderzoek niet gehoeven. Ik verzet me tegen de variant van een spitsheffing, ik vind niet dat je mensen moet beboeten als ze geen andere keus hebben dan in de spits naar het werk gaan. Het allerbelangrijkste is dat autorijden voor iedereen betaalbaar is en blijft, dus ook voor de mensen die zich geen elektrische auto kunnen veroorloven.’