Naam en foto crimineel binnenkort veel sneller openbaar

20 november 2017Leestijd: 2 minuten
De politie verspreidde in oktober de foto van de gezochte Azim Aynaci - ANP/politie

Namen en foto’s van criminelen kunnen per 1 december veel sneller openbaar worden gemaakt. Het gaat hierbij om criminelen die hun straf dreigen te ontlopen of waarbij concreet bewijs bestaat dat ze een misdaad willen plegen.

De politie kan met de nieuwe regelgeving een beroep doen op burgers bij het opsporen van criminelen, meldt hoofdofficier van justitie en landelijk portefeuillehouder opsporingsberichtgeving Diederik Greive aan De Telegraaf. 

De regels voor het delen van de identiteit van een verdachte zijn vastgelegd in 2009. Toen werd bepaald dat voor het openbaar maken van foto’s en namen altijd toestemming moet worden gevraagd aan het Openbaar Ministerie. In het vervolg kan de politie bij concrete aanwijzingen dat iemand een ernstig misdrijf wil plegen, naam en foto van de verdachte meteen naar buiten brengen. Ook bij een veroordeling kan de identiteit van een crimineel op de vlucht binnenkort onmiddellijk openbaar worden gemaakt.

Meer misdaad? Lees ook dit spraakmakende artikel van journalist Gerlof Leistra: 

 

>> Waarom perverse Michael P. zo snel weer vrij rondliep

Ook zonder zaak kan foto openbaar

‘Zelfs als we geen zaak hebben, kunnen we voor een goede en slagvaardige opsporing de identiteit van iemand prijsgeven, ter voorkoming van een misdrijf of nieuw misdrijf. Een alert bijvoorbeeld,’ zegt Greive. Alle mogelijke kanalen worden daarvoor ingezet, zoals sociale media, kranten, het programma Opsporing Verzocht of andere televisieprogramma’s.

Ook foto’s en gegevens van spullen die met crimineel geld gekocht zijn, kunnen in de toekomst worden gedeeld. ‘Als we weten dat iemand een jacht heeft of een ander duur voorwerp en we weten niet waar het is, laten we beelden zien,’ zegt Greive.

Het recht op privacy van verdachten wordt met de nieuwe regels ingeperkt, maar Greive verwacht geen problemen met privacywaakhonden. ‘We zetten al jaren opsporingsberichtgeving in als instrument. De inzet leidt niet vaak tot een klacht. En bovendien: criminelen die “on the run” zijn, gaan ons niet bellen met een klacht.’ Wel zegt hij aan dat elk besluit goed moet worden onderbouwd.