In Brussel pleit Rutte voor ‘logische en begrijpelijke’ EU

10 maart 2017Leestijd: 2 minuten
Premier Mark Rutte (midden) in gesprek met de Luxemburgse premier Xavier Bettel (R) en Charles Michel (L) - Foto: AFP

De weg die de Europese Unie (EU) na het vertrek van de Britten inslaat, moet ‘voor de bevolking begrijpelijk en logisch’ zijn, zegt premier Mark Rutte na een top met Europese regeringsleiders in Brussel. Reclame en gepreek voor de ‘nieuwe EU’ zijn volgens hem dan ook niet nodig.

De top ging over hoe het nu verder moet met het Europese project, dat al bijna zestig jaar bestaat.

Geen eenheid over toekomst

De Duitse bondskanselier Angela Merkel noemt Brexit ‘de treurige aanleiding’ om de burger weer te enthousiasmeren voor de EU. Volgens Rutte zijn een sterke euromunt en de interne markt EU-zaken die de burger aanspreken, maar moeten er ook afspraken over migratie gemaakt worden.

Er is echter geen eenheid onder landen over hoe het nu verder moet met de EU. Duitsland, Frankrijk en Italië willen verder op beleidsterreinen als defensie en belastingen voor landen die dat willen, maar dat plan leidt tot weerstand bij de Oost-Europese lidstaten. Zij vrezen achter te raken op de rest. Verschillende leiders toonden hiervoor hun begrip.

‘Het is niet de bedoeling een nieuw IJzeren Gordijn op te trekken,’ zei voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker tijdens de bijeenkomst. ‘De 27 overgebleven lidstaten moeten in dezelfde richting blijven bewegen.’ Ook voorzitter van de Europese Raad Donald Tusk herhaalde de noodzaak van eensgezindheid.

Rutte verwacht realistischer Europa

Volgens Rutte lopen groepen lidstaten al langer voorop. Hij noemde de eurozone, het Schengengebied en het Europees Openbaar Ministerie. Hij vindt het wel belangrijk dat afspraken in EU-verband gemaakt worden, omdat de Europese Commissie er dan toezicht op houdt.

Eerder zei hij al in een gesprek met Elsevier dat hij een realistischere en minder eurofiele EU verwacht. ‘Je hebt echt een Europa nodig dat werkt voor ons, en niet dat wij alleen voor Brussel werken,’ zei hij. Volgens hem verandert dat nu al. Tijdens een stelling in het Carré-debat beweerde hij dat te pleiten voor een sterker Europa, maar tegen ‘meer Europa’ te zijn. Dat gaat nu de goede kant op volgens de premier: ‘Je merkt echt, bijvoorbeeld aan de plannen die van de Europese Commissie komen, dat Brussel zelf een stuk realistischer en minder eurofiel wordt ten opzichte van het verleden.’

Op 25 maart zijn de regeringsleiders in Rome bij elkaar om de oprichting van de Europese Economische Gemeenschap (EEG, de voorloper van de EU) zestig jaar geleden te vieren. De bedoeling is dan om de ‘geboorteakte’ van de EU van 27 lidstaten (dus zonder Groot-Brittannië) te presenteren.