De feiten: Raad van State positief over plan kabinet voor CABR-probleem
Bron: Raad van State, ministerie van OCW, NIOD, Autoriteit PersoonsgegevensHet Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) mag binnenkort online komen, schrijft de Raad van State. Dit archief bevat meer dan 400.000 dossiers over mensen die vlak na de Tweede Wereldoorlog strafrechtelijk zijn onderzocht: NSB-leden, SS’ers en Jodenjagers, maar ook onschuldige getuigen.
Het kabinet heeft een wet opgesteld zodat het publiek het archief online mag inzien. Dit wetsvoorstel houdt in principe voldoende rekening met privacywetgeving, zegt de Raad van State. De Raad beveelt een paar aanscherpingen aan, maar voorziet verder geen problemen.
Minister Gouke Moes (BBB) van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap verwacht het aangepaste wetsvoorstel begin volgend jaar naar de Tweede Kamer te sturen.
Dossiers online onbereikbaar
Het archief had vanaf 1 januari dit jaar voor iedereen digitaal te bekijken moeten zijn, maar de Autoriteit Persoonsgegevens verhinderde dat.
Het archief bevat allerlei persoonsgegevens, waaronder over vermeende misdaden. Tot nu toe ontbrak de juridische grondslag om deze gegevens te mogen publiceren. Volledige publicatie kon volgens de Autoriteit Persoonsgegevens leiden tot ‘forse privacy-inbreuken’ bij ‘nog levende betrokkenen’.
Het gevolg: alleen de lijst met namen van mensen die in het CABR staan, is momenteel online in te zien. Wie wil weten of de persoon in het CABR een Jodenjager of een onschuldige getuige was, moet naar het Nationaal Archief in Den Haag. Een ramp, vond het oorlogsinstituut NIOD.
Dit staat in het wetsvoorstel
Dankzij de voorgestelde aanpassing van de Archiefwet kan de regering vaststellen welk soort documenten, bijvoorbeeld oorlogsarchieven, online beschikbaar worden. De minister wijst vervolgens een specifiek archief aan dat mag worden gepubliceerd, zoals het CABR.
Tot slot maakt het Nationaal Archief het CABR openbaar op internet. Het Nationaal Archief moet volgens het wetsvoorstel maatregelen treffen om de privacy van nog levende personen te beschermen.
Wie zegt wat over het CABR?
Bron: Raad van State, Autoriteit Persoonsgegevens, NIOD, Centraal Joods Overleg- De Raad van State vindt dat het kabinet ‘een evenwichtige en zorgvuldige afweging maakt van de grondrechten, waarden en belangen die hier in het geding zijn’.
- Het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies noemde eerder het feit dat de dossiers achter de namenlijsten niet digitaal beschikbaar waren ‘een zorgwekkende en zeer onwenselijke situatie’, die zou kunnen leiden tot ‘suggestieve associaties’.
- Het Centraal Joods Overleg noemde het eerdere besluit om de CABR-dossiers tijdelijk niet openbaar te maken ‘een klap in het gezicht voor Joodse slachtoffers van de Sjoa en hun nakomelingen’.
EW’s visie: Excuses aan nabestaanden zijn op hun plaats
Door: Maria Bouwman, redacteur Onze overheidDe Tweede Wereldoorlog is tachtig jaar geleden, maar nog altijd leven nazaten van slachtoffers, daders en toeschouwers met de gevolgen. Wie heeft mijn grootouders verraden? Hoe fout was mijn vader?
Begin dit jaar leken er eindelijk antwoorden te komen, dankzij digitale openstelling van het CABR. Maar dat ging niet door vanwege de, op zich terechte, kritiek van de Autoriteit Persoonsgegevens.
Het roept de vraag op of het Nationaal Archief, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Autoriteit Persoonsgegevens niet beter en eerder met elkaar hadden moeten overleggen.
Het was immers al jaren bekend dat het CABR per 1 januari 2025 openbaar zou worden. Waarom moest het dan toch op 6 december 2024 tot een formele waarschuwing van de Autoriteit Persoonsgegevens komen?
Dat is des te pijnlijker, nu juridisch wel mogelijk blijkt om op een zorgvuldige manier de archieven openbaar te maken.
Nabestaanden moesten nodeloos wachten
Nabestaanden van slachtoffers en daders zijn vaak al op hoge leeftijd. Het CABR kan deze mensen antwoorden geven op vragen waarmee zij misschien al tachtig jaar rondlopen. Als de archieven in de loop van 2026 openbaar worden, hebben zij nodeloos meer dan een jaar extra moeten wachten – als ze dat nog mogen meemaken.
De minister en het parlement moeten alles op alles zetten om de wetswijziging zo snel mogelijk te behandelen. Daarnaast zouden de minister, het Nationaal Archief en de Autoriteit Persoonsgegevens er goed aan doen om nabestaanden hun excuses aan te bieden voor deze amateuristische, onnodig trage gang van zaken.
Verdere verdieping: Hoe werkte het CABR voor 2025?
Bron: EWDe bijzondere rechtspleging, een set van wetten en besluiten, maakte het mogelijk dat vlak na de bevrijding in 1945 Nederlanders collaborateurs zo snel mogelijk werden berecht. Daarvoor werden de Bijzondere Gerechtshoven en Tribunalen opgericht.
Bewijs van overlijden moest worden opgestuurd
Tot dit jaar was het CABR ‘beperkt openbaar’. Wie onderzoek wilde doen, moest een verzoek tot inzage doen en langsgaan bij het Nationaal Archief in Den Haag. Daarbij moesten belangstellenden van tevoren aangeven van wie zij het dossier wilden zien.
Om dossiers van mensen die in 1924 of later geboren zijn in te zien, moesten zij een bewijs van overlijden van die personen opsturen. Zij konden dus niet door willekeurige dossiers spitten om te zien of er familieleden of bekenden in voorkwamen.