De feiten: Volgens het RIVM heeft bijna iedere Nederlander te hoge PFAS-waarden
Bron: RIVMIedere Nederlander heeft verscheidene soorten PFAS in zijn bloed. Dat blijkt uit het eerste landelijke PFAS-onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).
PFAS-stoffen zijn persistent
PFAS is een verzamelnaam voor chemische stoffen die bekendstaan om hun water-, vet- en vuilafstotende eigenschappen. Ze worden daarom veel gebruikt in diverse producten, zoals pannen met een antiaanbaklaag, regenkleding en blusschuim.
Nadeel van de chemicaliën is dat ze niet of nauwelijks afbreken in de natuur. Bovendien stapelen ze zich op in het lichaam. Hierdoor kan PFAS schadelijk zijn voor zowel het milieu als de gezondheid.
RIVM-onderzoek naar PFAS met bijna 1.500 bloedmonsters
Het RIVM voerde het onderzoek uit in opdracht van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), en Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN).
Het instituut keek naar 28 PFAS-varianten in bijna 1.500 bloedmonsters, afgenomen van mensen woonachtig in 41 gemeenten. Daarbij was er extra aandacht voor de regio’s Dordrecht en rond de Westerschelde, omdat deze in de buurt liggen van fabrieken (waaronder het chemische bedrijf Chemours) waaruit PFAS in de omgeving is terechtgekomen.
Alle Nederlanders hebben PFAS in hun bloed
Uit de studie blijkt dat álle Nederlanders PFAS in hun bloed hebben. Bij de meesten is dit bovendien een hogere dosis dan de gezondheidskundige grenswaarde: de maximale hoeveelheid van een stof die iemand mag binnenkrijgen zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de gezondheid. Bij volwassenen ligt die veilige grens op 6,9 nanogram per milliliter bloed (of 6,9 microgram per liter).
Daarnaast hadden inwoners van de regio Dordrecht en de regio rond de Westerschelde meer van bepaalde PFAS-soorten in het bloed in vergelijking met de rest van Nederland.
Voor deze studie zijn bloedmonsters uit 2016 en 2017 gebruikt. Het RIVM gaat ook nog onderzoek doen met samples uit 2025. De resultaten daarvan worden in 2026 verwacht.
Wie zegt wat over de resultaten van het onderzoek naar PFAS?
Bronnen: RIVM, NRC, NU, NPO Radio 1- ‘Dat mensen meer PFAS in hun bloed hebben dan de gezondheidskundige grenswaarde, wil niet zeggen dat mensen meteen ziek worden door PFAS. Het betekent wel dat PFAS effect kan hebben in het lichaam,’ zegt het RIVM over de resultaten van het onderzoek.
- ‘Onder die waarde verwachten we geen effecten. Als je er net boven zit, gebeurt er echt niet van alles, maar de eerste effecten treden wél op in het afweersysteem,’ zegt RIVM-onderzoeker Joke Herremans tegen NRC over de gezondheidskundige grenswaarde.
- ‘Als je minder PFAS in de bevolking wilt, moet je van PFAS af,’ zegt Annemarie van Wezel, hoogleraar milieu-ecologie aan de Universiteit van Amsterdam, tegen NU.nl.
- ‘Dit RIVM-rapport geeft aan dat er een probleem is. Het betekent niet dat we met z’n allen omvallen, maar het betekent wél dat we hier echt wat aan moeten doen,’ zegt Jacob de Boer tegen EW. De Boer is emeritus hoogleraar milieuchemie en toxicologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
- ‘Iedereen begrijpt de zorgen die er leven, maar tegelijkertijd zitten er veel haken en ogen aan een verbod. PFAS wordt voor veel toepassingen gebruikt waarvoor nog geen alternatieven zijn,’ zegt Rosienne Steensma van de industriebranchevereniging Koninklijke Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) tegen Spraakmakers op NPO Radio 1.
EW's visie: PFAS-waarden in het bloed zijn geen directe reden tot zorg
Door: Laurien Onderwater, redacteur VooruitgangsgeloofDat iedereen in Nederland PFAS in zijn bloed heeft, komt niet echt als een verrassing. De stoffen worden voor zó veel toepassingen gebruikt en zijn over de hele wereld terug te vinden, zelfs op Antarctica. De vraag is eerder hoe erg deze resultaten van het RIVM zijn.
Veel marge
De gezondheidskundige grenswaarde van 6,9 nanogram PFAS per milliliter bloed is bepaald door de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA). De richtlijn is gebaseerd op wat wetenschappers nu weten, maar er wordt voortdurend onderzoek naar gedaan.
‘Het eerste zichtbare effect bij een kind is bij 27 nanogram per milliliter vastgesteld,’ zegt Jacob de Boer, emeritus hoogleraar milieuchemie en toxicologie. ‘Dus er is nog ruimte, zeker bij volwassenen die vermoedelijk pas bij hogere concentraties een eerste effect krijgen.’
‘Ikzelf heb 8,8 nanogram per milliliter in mijn bloed. Dat is niet top, maar ik lig er ook niet wakker van.’
‘Niet meteen ziek’ door te hoge PFAS-waarden
Mensen met te hoge PFAS-waarden in hun bloed zullen ‘niet meteen ziek worden’, aldus het RIVM. We moeten dan ook zeker niet massaal in paniek raken van de resultaten van dit onderzoek.
Maar van PFAS zijn wel enkele effecten op het lichaam bekend. Hoge concentraties kunnen tot nier- en leverproblemen leiden en mogelijk tot een verhoogd cholesterol.
Bij mensen met extreem hoge PFAS-concentraties troffen wetenschappers vaker kanker aan. Maar dan gaat het om honderd tot soms zelfs duizend keer zoveel PFAS als de nu vastgestelde grenswaarde. En daar is in Nederland geen sprake van.
Verzwakt immuunsysteem als gevolg van PFAS
Verder ontdekte de Deense milieu-epidemioloog Philippe Grandjean bij kinderen op de Faeröer-eilandengroep dat ze een verzwakt immuunsysteem hadden als gevolg van PFAS. Kinderen die twee keer zoveel aan PFAS waren blootgesteld, maakten na een routinevaccinatie 50 procent minder antilichamen aan, zag Grandjean.
Of volwassenen door PFAS ook met afweerproblemen te maken hebben, is nog onduidelijk.
Duurt lang voor PFAS uit je lichaam is
Wél is duidelijk dat het lichaam PFAS niet kan afbreken, het scheidt ze weer uit. Alleen kan dat, afhankelijk van het soort PFAS, lang duren. De ene variant plas je na enkele dagen uit, de ander circuleert jarenlang in het bloed en de lever, en komt in de nieren terecht.
De halfwaardetijd – de periode waarin de stof zal halveren in je lichaam – is bij de meeste PFAS ongeveer vijf jaar. De Boer: ‘Dus stel je hebt 100 nanogram PFAS in je bloed zitten, dan is dat over vijf jaar nog 50 nanogram, daarna 25 nanogram enzovoort. Dat duurt heel erg lang.’
Dat is bovendien onder voorwaarde dat er niks bij komt. ‘Maar een gemiddelde Nederlander krijgt voortdurend kleine beetjes binnen.’ Daardoor hoopt het zich op in het lichaam.
Totaalverbod op PFAS of niet?
Veel wetenschappers, beleidsmakers en burgers zijn het er dan ook over eens: er moet een totaalverbod op PFAS komen.
Nu zijn een paar varianten verboden. Sinds 2008 is er bijvoorbeeld een verbod op PFOS en sinds 2020 ook op de stof PFOA. Maar er zijn duizenden verschillende PFAS, dus een paar soorten in de ban doen, zet geen zoden aan de dijk.
Maar zelfs als we nu alle PFAS zouden verbieden, zitten we er nog honderden jaren mee opgescheept. De chemicaliën gaan rond in de lucht, in het water en in de grond.
Patstelling
Bovendien is een totaalverbod onrealistisch, omdat er simpelweg geen alternatieven zijn. Aan de andere kant: die alternatieven gaan er ook niet komen als de noodzaak er niet is. Een klassiek voorbeeld van een patstelling dus.
Het RIVM-onderzoek laat zien hoe wijdverspreid PFAS is geraakt, maar toont ook hoe ingewikkeld de discussie erover is. De grote vraag is dan ook niet alleen wat PFAS op de lange termijn met ons lichaam doet, maar hoe we als samenleving omgaan met stoffen die we niet meer kunnen vermijden.
Verdere verdieping: wie vond PFAS uit?
Bron: KIJK, Grand View ResearchPFAS staat voor poly- en perfluoralkylstoffen en is een verzamelnaam voor duizenden chemicaliën. Er is niet één iemand verantwoordelijk voor de ontwikkeling van al die chemische stoffen, maar de eerste PFAS-verbinding, polytetrafluorethyleen (PTFE), werd in 1938 bij toeval ontdekt door de 26-jarige Roy J. Plunkett.
Plunkett werkte bij het Amerikaanse chemiebedrijf DuPont (nu Chemours) en was op zoek naar een nieuwe koelvloeistof. Die vond hij niet, wel een kunststof met hittebestendige en waterafstotende eigenschappen: PTFE.
DuPont kreeg in 1942 het patent op PTFE en bracht het product onder de naam ‘teflon’ op de markt.
Teflon is zo veelzijdig dat het in tal van producten is verwerkt: in de eerste maanlander, ruimtepakken, regenkleding, pannen, gitaarsnaren en computermuizen – om maar een paar voorbeelden te noemen.
Er gaat dan ook een hoop geld om in de handel in teflon. Volgens het Amerikaanse marktonderzoeks- en adviesbureau Grand View Research was de wereldwijde markt voor PTFE in 2023 ongeveer 3,63 miljard dollar (3,1 miljard euro) waard.