Gezondheidsbewuste influencers pronken tegenwoordig trots met een glucosemeter op de arm. Waar is die goed voor? En moet iedereen aan de bloedsuikermeter? ‘Het kan een eyeopener zijn,’ zegt diëtiste Hella Van Laer.
In de diabeteswereld zijn bloedglucosemeters van levensbelang en ook in de sportwereld duiken ze overal op. De Belgische wielrenner Wout Van Aert traint zelfs niet meer zonder. Continue bloedglucosemeters (CGM) zijn apparaatjes die met een kunststof naaldje in de huid van de bovenarm of de buik worden bevestigd en de bloedsuikerwaarden in real time doorsturen naar een app op je smartphone of smartwatch.
Voor sporters kan het interessant zijn om te weten wanneer ze precies koolhydraten moeten innemen om het lichaam voldoende energie te blijven geven. Maar ook niet-topsporters en niet-diabeten registreren tegenwoordig gretig hun glucosewaarden. Wat is er aan de hand?
De glucosegodin die bloedsuiker op de kaart zette
Een en ander heeft te maken met Glucoserevolutie, de bestseller die Jessie Inchauspé twee jaar geleden uitbracht. Daarin vertelt de Franse biochemicus hoe ze haar gezondheidsproblemen detecteerde toen ze een glucosemeter moest testen voor het databedrijf waarvoor ze werkte.
Het zou haar leven veranderen: haar depressie en angsten bleken het gevolg van een disbalans in haar suikerspiegel die snelle pieken en diepe crashes vertoonde als gevolg van het voedsel dat ze at.
Inchauspé, die zichzelf transformeerde tot de bekende bloedsuikerinfluencer ‘Glucose Goddess’, dook in de wetenschap en ontdekte allerlei voedingshacks om je bloedsuiker in balans te houden. Het bijzondere is dat dat wel degelijk kan zonder dat je koolhydraatrijke voeding als brood en pasta overboord zet. Tegenwoordig deelt ze haar advies met haar 4,6 miljoen volgers op Instagram.
‘De informatie die Inchauspé geeft, is evidence-based en wordt visueel heel helder in kaart gebracht op haar sociale media,’ vindt diëtiste Hella Van Laer. ‘Alleen jammer dat ze er nu ook commercieel garen bij spint door voedingssupplementen aan de man te brengen die je kunt innemen vóór de maaltijd.
‘Je hebt geen supplementen nodig om je bloedsuiker te balanceren als je je voldoende bewust bent van wat je eet. Ook haar advies om voor elke maaltijd een glas water met azijn te drinken, is controversieel. We weten niet wat dat op de lange termijn doet en het is slecht voor de tanden.’
Mag onze bloedsuiker nog wel pieken?
Voor de goede orde: het lichaam heeft wel degelijk glucose nodig. Het is een energiebron voor spieren, weefsels en organen. Zonder bloedsuiker ga je dood. Het is dus niet de bedoeling om glucose uit het lichaam te bannen.
Van Laer: ‘Het is heel normaal dat je bloedsuiker stijgt als reactie op het eten van koolhydraatrijke voeding en vloeistoffen. De bloedsuiker mag best wel wat golven vertonen. Alleen gebeurt dat in onze westerse cultuur, waarin we voortdurend naar suikerrijke tussendoortjes grijpen, te vaak en met te hoge uitschieters.’
Mogelijke klachten die gepaard kunnen gaan met wild op en neer schietende bloedsuikers zijn vermoeidheid, cravings, snel weer honger krijgen na de maaltijd, energiedipjes, acné, slecht slapen, brain fog en concentratieproblemen. Op de langere termijn kan het leiden tot diabetes type 2, dementie, ernstigere menopauzeklachten en chronische ziekten.
Frequente suikerpieken putten het lichaam uit
‘Je zult heus geen diabetes krijgen als je één keer per week een bord pasta eet,’ stelt Van Laer. ‘Maar het probleem is dat we vandaag veel te vaak te zetmeelrijke producten op het menu zetten waar amper vezels in zitten, zoals wit brood, witte rijst of witte pasta. En daar houdt het niet mee op. We eten ook nog eens de hele dag door, waardoor de bloedsuiker chronisch verhoogd blijft.’
‘Bestaan die tussendoortjes uit een hard gekookt eitje, wat noten of een stengel bleekselderij, dan kan dat geen kwaad,’ vervolgt Van Laer. ‘Maar in de praktijk weten we dat we veel liever grijpen naar een suikerrijke koffie, een koekje of een traktatie van een collega. Door die voortdurende suikerpieken en -dalen moet je lichaam continu insuline produceren.
‘Dat kan op een gegeven moment resulteren in insulineresistentie en mogelijk diabetes. Bovendien zitten veel mensen de hele dag op een stoel, waardoor overtollige suikers niet worden verbruikt en opgeslagen als vet, wat obesitas in de hand werkt.’
Moet iedereen dus aan de glucosemeter?
Minder snacken en wat gezond verstand brengt ons dus al een heel eind verder op het gezonde pad. Moeten we dan wel aan zo’n best prijzige glucosemeter? Heel wat bedrijven van gezondheidsapps zien een lucratieve markt ontstaan. De sensor kost 60 à 70 euro en gaat 14 dagen mee. De meeste gebruikers dragen hem één periode om de drie of zes maanden.
Tegenstanders van bloedglucosemonitoring bij niet-diabeten menen dat de marketing vooruitloopt op de wetenschap, die nog volop in ontwikkeling is. Het is nog veel te vroeg om gepersonaliseerd voedingsadvies te formuleren op basis van iemands bloedsuiker.
Uit studies blijkt dat de glucosemeters bij gezonde mensen niet altijd accuraat zijn en je meestal geen conclusies kunt trekken uit twee weken tracken. De wetenschappelijke wereld is er ook nog niet helemaal van overtuigd dat het vermijden van pieken voor gezonde mensen gezondheidsvoordelen biedt.
Gezonde voeding is meer dan je bloedsuiker
Daarnaast is er kritiek op de hedendaagse kijk op voeding, die al te veel focust op componenten als glucose en cholesterol, terwijl goed eten een holistisch concept is waarbij bloedsuiker niet alleen wordt bepaald door wat er op je bord ligt, maar ook door stress, je microbioom, slaap en te inactieve levensstijl.
Van Laer is pragmatischer en vindt dat we nú moeten handelen. ‘Meten is weten. We kennen intussen allemaal de regels van gezonde voeding, maar obesitas en diabetes blijven toenemen. Een visualisatie in de vorm van je eigen bloedsuikergrafiek zet veel meer aan tot gedragswijziging dan enkel wat gezondheidstips lezen in een brochure.
‘Voor mensen die de hele dag snacken en weinig bewegen, kan het een serieuze eyeopener zijn om te zien dat een volkorenboterham met jam een beduidend negatiever effect op je lichaam heeft dan een volkorenboterham met kaas en wat rauwkost.’
‘Gezien de kostprijs is een glucosemeter momenteel enkel weggelegd voor de supergemotiveerden,’ geeft Van Laer toe. ‘Maar in de toekomst zullen we steeds meer van dit soort devices zien en zullen ze ook goedkoper worden.’
Wanneer gezondheid een obsessie wordt
Calorieën tellen, aantal stappen bijhouden, bloedsuiker meten… de meetwoede kan ook tot stress en paniek leiden. Voor bepaalde mensen raadt Van Laer de sensor af. ‘De early gezondheidsadepten die vandaag al met de glucosemeters experimenteren, moeten uitkijken dat ze niet geobsedeerd raken door de gegevens en te hard focussen op een vlakke bloedsuikergrafiek,’ waarschuwt Van Laer.
Het gevaar bestaat dat die personen bepaalde voedingsgroepen uit hun dieet schrappen of dat mensen met een geschiedenis van eetstoornissen een te strikt voedingspatroon gaan aanhouden. Het heeft sommige artsen al geïnspireerd om de problematiek om te dopen tot ‘glucorexia nervosa’.
‘Gegevens van continue glucosemeters moet je met kennis van zaken interpreteren,’ aldus Van Laer. ‘Als je sport, zal je glucose soms ook pieken vertonen. Dat is normaal. Dat komt doordat je glucosevoorraad in het lichaam voor een deel wordt vrijgemaakt om als brandstof gebruikt te worden. Dat betekent natuurlijk geenszins dat je niet meer mag sporten.’
Maar ook zonder glucosemeter kunt u op gezonde wijze uw bloedsuikerachtbaan intomen dankzij enkele eenvoudige voedingstips. ‘Weet dat een stukje fruit met wat skyr je bloedsuiker minder snel de hoogte injaagt dan een stuk fruit alleen. Hetzelfde geldt voor pasta met heel veel groenten in vergelijking met een pastabord met enkel tomatensaus. Bewegen na een maaltijd helpt om de glucosewaarden naar beneden te halen.’