Nederlandse start-up Meatable stopt. Teken aan de wand voor de kweekvleessector?

Kweekvlees van het bedrijf Meatable. (Foto: ANP).

In dit artikel

De feiten: Nederlandse kweekvlees-start-up kan het financieel niet bolwerken

Bron: Invest.nl, Nieuwe Oogst

Het Leidse kweekvleesbedrijf Meatable beëindigt alle activiteiten. Het is niet het eerste bedrijf in deze sector dat de handdoek in de ring gooit.

Opschalen van de productie en toelating tot de consumentenmarkt gingen moeizamer dan gehoopt. Daardoor vond Meatable de afgelopen tijd geen investeerders om door te gaan.

Meatable haalde tientallen miljoenen op

Meatable werd in 2018 opgericht in Delft door Daan Luining, Krijn de Nood en Mark Kotter, met steun van experts van de universiteiten van Cambridge en Stanford. Het bedrijf werkte nauw samen met chemiebedrijf DSM op de Biotech Campus in Delft en opende later een faciliteit in Leiden.

Het gebruikte een gepatenteerde technologie om uit één cel spier- en vetweefsel te kweken, sneller dan andere methodes. Dit proces bootst de natuur na en maakt geen gebruik van dierlijk serum, zoals veel andere bedrijven doen.

Meatable haalde tientallen miljoenen euro’s op, waaronder 40 miljoen euro in 2021 (onder meer van DSM) en 30 miljoen euro in 2023 van financieringsinstelling Invest-NL.

De jonge kweekvleessector is volop in beweging. Sommige bedrijven redden het niet, andere lijken juist bijna door te breken. Zij weten wél investeerders te overtuigen en slagen erin om op de enkele plekken in de wereld waar het mag, producten op de markt te brengen.

Wie zegt wat over het stoppen van Meatable?

Bron: LinkedIn, X, Agronomics
  • De Britse investeerder en aandeelhouder Agronomics in een verklaring: ‘Hoewel dit resultaat teleurstellend is, geloven we dat de beslissing op een verantwoorde manier is genomen en in het beste belang van alle belanghebbenden.’
  • Oud-rector van Wageningen University en bestuurder in de agro-industrie Aalt Dijkhuizen op LinkedIn: ‘Weer een illusie armer om dierlijk eiwit (vlees) kunstmatig te maken. En het nodige geld verbrand. Dieren laten zich maar zo niet vervangen. Belangrijk te realiseren, zeker ook omdat de vraag wereldwijd nog sterk groeit. Laten we zuinig zijn op onze boeren!’
  • Emeritus hoogleraar voedingsleer Martijn Katan op X: ‘In 2018 rekende ik al voor waarom kweekvlees nooit iets kon worden. Jammer, maar helaas.’

EW’s visie: Mislukking betekent nog niet het einde voor kweekvlees

Bron: Times of Israel, AG Funder News, Mosa Meat, Green Queen

Wat zegt het einde van Meatable over de kweekvleesindustrie? Kan het ooit wat worden, of is de grootschalige productie van kweekvlees een onbetaalbare en onuitvoerbare utopie?

Productie kweekvlees is prijzig en onzeker

Sommigen zijn ervan overtuigd dat kweekvlees nooit rendabel kan worden. Emeritus hoogleraar voedingsleer Martijn Katan ziet in het stoppen van Meatable een bevestiging van een stuk dat hij al in 2018 schreef. Daarin betoogt hij dat kweekvlees technisch indrukwekkend is, maar geen echte oplossing biedt voor dierenleed, milieu en klimaat.

De productie is extreem duur en afhankelijk van complexe groeimedia – de materialen waarin planten worden gekweekt – waarvoor nog geen betaalbaar alternatief bestaat voor foetaal kalfsserum.

Zelfs áls dat er wel komt, vergt grootschalige kweek veel energie en grondstoffen, wat waarschijnlijk geen klimaatvriendelijkere productie oplevert dan voor regulier vlees. Kweekvlees zal bovendien beperkt blijven tot structuurloze producten.

Toch zijn sinds de afgelopen jaren stappen gezet. Katan wijst op het gebruik van extreem duur  kalfsserum. Maar Meatable gebruikte in plaats van serum juist zogeheten synthetische groeifactoren, waarvoor geen dier nodig is. Dat lost een ethisch probleem op en werkt ook nog eens sneller.

Ook stappen bedrijven af van het idee dat ze een volwaardige biefstuk moeten produceren. Zij richten zich meer op producten voor de industrie, zoals gehakt of vet.

Productiekosten moeten omlaag

Kosten blijven evenwel een enorm struikelblok, zeker als strenge regels toelating tot de markt onzeker maken. De procedures rond zogeheten novel food gaan vooral om voedselveiligheid, maar er spelen ook ethische, emotionele en economische belangen mee.

Italië verzet zich bijvoorbeeld met hand en tand tegen kweekvlees omdat het zou indruisen tegen de traditionele Italiaanse manier van voedsel produceren en eten. Ook vrezen landen met een grote vleessector de concurrentie van (op lange termijn) goedkoop kweekvlees.

Er zijn nu slechts vier landen in de wereld waar kweekvlees voor consumenten beschikbaar is, en dan ook nog eens mondjesmaat: Singapore, de Verenigde Staten, Israël en Australië.

Kweekvleessector maakt pas op de plaats

Kort voor het nieuws rond Meatable maakte ook het Israëlische Believer Meats bekend zijn activiteiten te stoppen. Eerder voerde UPSIDE Foods meerdere reorganisaties en ontslagrondes door, en pauzeerde het ambitieuze uitbreidingsplannen om financieel uit te kunnen komen. En GOOD Meat, onderdeel van Eat Just, pauzeerde zijn productie in Singapore, onder meer vanwege tegenvallende resultaten en een strategische heroriëntatie.

Dit zijn geen klassieke faillissementen als gevolg van slecht management of een kansloze businesscase. Het zijn vooral symptomen van een sector die de duurste en meest risicovolle fase ingaat: de overgang van laboratorium en pilot naar betrouwbare, voedselveilige massaproductie. Juist daar lopen kosten, regelgeving en investeerdersverwachtingen flink uiteen.

Er zijn ook successen rond kweekvlees

Er zijn ook successen te melden. Vow kreeg goedkeuring voor verkoop in Australië (en eerder al in Singapore) en positioneert zijn producten bewust in de zogeheten high end-foodservice, waar hoge kosten nog als ‘premium-ervaring’ te verkopen zijn.

Het van oorsprong Maastrichtse Mosa Meat koos een andere route: het diende begin 2025 bij de Europese Unie een novel-food-aanvraag in voor gecultiveerd rundvet als ingrediënt. Dat is een pragmatische stap naar zogenoemde blended producten, waarin een kweekcomponent wordt gecombineerd met plantaardige ingrediënten.

Ook lukte het Mosa Meat juist wél om investeerders bereid te vinden opnieuw een financiële injectie te doen. Het meldde dinsdag 23 december dat het 15 miljoen euro heeft opgehaald, waarmee het naar eigen zeggen hoopt de ‘kostencode te kraken’.

En Aleph Farms – dat opereert in Israël, waar al beperkte toelatingen bestaan – weet nog steeds kapitaal aan te trekken. Wel gebeurt dit tegen scherpere voorwaarden en lagere waarderingen, wat veel zegt over het huidige investeringsklimaat voor kweekvleesbedrijven.

De belofte van kweekvlees is niet in rook opgegaan, maar de sector is in een fase beland waarin overleven belangrijker is dan opschalen.