Eerste raming CPB toont: economie krijgt flinke klap

Beeld: ANP.

In dit artikel

De feiten: economie krijgt tik, inflatie niet

Het Centraal Planbureau (CPB) heeft onderzocht wat de invloed is van de importheffingen die de Amerikaanse president Donald Trump heeft aangekondigd op 2 april, op ‘Liberation Day‘.

Het Planbureau heeft een scenario doorgerekend waarbij de Europese Unie, China en andere getroffen landen op hun beurt geen extra importheffingen rekenen over de invoer van Amerikaanse goederen.

In een tweede scenario rekent het CPB de gevolgen door als de getroffen landen dat wel doen, met tarieven die van gelijke hoogte zijn als die van de Verenigde Staten.

In beide scenario’s neemt de economische groei vooral op de korte termijn flink af. In 2025 en 2026 valt de groei van de economie een procent lager uit. Op de langere termijn passen bedrijven en consumenten hun gedrag aan, maar de economische groei blijft permanent achter door de importheffingen.

Relatief goed nieuws is er ook. Naar verwachting blijft de koers van de dollar ten opzichte van de euro laag. Veel ingevoerde producten, waaronder olie en gas, worden afgerekend in dollars.

Daardoor dalen de importprijzen van veel producten, wat gunstig is voor de inflatie. Terwijl de angst juist was dat importprijzen flink zouden stijgen en de inflatie daardoor ook. Die angst lijkt onterecht, afgaande op de berekeningen van het Centraal Planbureau.

Wie zegt wat? Studie CPB in lijn met andere studies

  • Ook de Rabobank ziet dat ‘het zwalkende handelsbeleid van de Amerikaanse regering grote onzekerheid voor de wereldeconomie veroorzaakt’. De bank komt voor Nederland op vergelijkbare groeipercentages uit als die van het CPB. Rabobank voegt toe: ‘De Amerikaanse economie wordt het zwaarst getroffen, met een verwachte bbp-krimp van 0,6 procent in 2026.’
  • ABN AMRO: ‘Ongeveer 6 procent van de totale Nederlandse goederenuitvoer gaat naar de VS. Dit is goed voor circa 4,8 procent van het Nederlandse bbp. Dit directe effect zal de Nederlandse economie op de korte termijn dus raken. Daarnaast is er een indirect effect, dat waarschijnlijk overheerst: een verzwakking van de wereldeconomie treft vooral de van export afhankelijke Nederlandse economie.’
  • ING kwam eind maart, ongeveer een week voor Liberation Day, met minder sombere prognoses: ‘Als we de exposure combineren met de schatting van de daling van de uitvoer, en daarnaast ook een beetje rekening houden met het feit dat bewegingen in de wisselkoers het effect iets dempen, dan vinden we dat zo’n 0,3 procent van het Nederlandse bbp onder druk zou staan als gevolg van een Amerikaans invoertarief van 25 procent op alle goederen uit de EU. Dit is een ruwe schatting.’

EW's visie: Niets doen blijft een optie

Door: Jeroen van Wensen, redacteur Economie

De fors terugvallende bedrijfsinvesteringen laten zien hoe onzekerheid zich invreet in de economie. Exporterende bedrijven hebben momenteel geen idee waar ze aan toe zijn.

Als de Europese Unie niet terugslaat met hoge importheffingen op goederen uit de Verenigde Staten, dan dempt dat de onzekerheid bij bedrijven.

Slaat de Europese Unie wel terug, dan neemt de onzekerheid bij de bedrijven juist weer toe. Want wat doet Trump dan weer op zijn beurt? Niets doen zou voor de Europese Unie daarom nog wel eens de beste strategie kunnen blijken te zijn. Vooral doordat bedrijven zich op de langere termijn redelijk goed kunnen aanpassen aan ‘de nieuwe wereldorde’.

Maar uiteindelijk valt vooral te hopen dat de regering-Trump inziet dat het wisselvallige economische beleid vooral de eigen economie schaadt. Dat blijkt ook weer uit deze studie van het CPB.

Verdere verdieping: nog wat cijfers en percentages

Op 2 april, door de Amerikaanse regering cynisch Liberation Day genoemd Bevrijdingsdag maakte Donald Trump de importheffingen bekend. Voor bijna alle landen (voor Rusland gelden opmerkelijk genoeg geen importheffingen) is het basistarief 10 procent. Daar bovenop geldt voor veel landen een extra heffing.

Voor goederenimporten uit de Europese Unie komt de heffing uit op 20 procent, ingaand op 9 juli. Momenteel is een tarief van 10 procent van toepassing op Europese producten, maar voor staal en aluminium bijvoorbeeld geldt 25 procent. Wat er na 9 juli gebeurt met die laatste categorie, is niet duidelijk.

Voor importen uit China geldt een tarief van 145 procent. China heft op Amerikaanse producten 125 procent. Vanuit andere landen zijn de tegenmaatregelen tot dusver nog beperkt, schrijft het CPB.

Nederlandse groei meer dan geraamd

Uitgaande van bovengenoemde importheffingen, komt over 2025 en 2026 de Nederlandse economische groei 1 procent lager uit dan eerder geraamd. Bij een omvang van de economie van 1.200 miljard euro (het bbp van 2025), verdienen huishoudens en bedrijven er dan zo’n 12 miljard euro minder door. Dat welvaartsverlies is vooral een gevolg van bedrijven die minder gaan investeren.

Tussen nu en volgend jaar krimpen de bedrijfsinvesteringen (van nu zo’n 130 miljard euro) met 7 procent. Zo’n daling is fors. Bedrijven stellen de aankoop van nieuwe machines en gebouwen uit door alle onzekerheid die Trump en zijn regering veroorzaken.

De overheid ziet haar inkomsten volgend jaar ook dalen, vooral doordat de belasting over bedrijfswinsten daalt. Het begrotingstekort komt volgend jaar rond 3 procent uit.

Langere termijn

Op de langere termijn blijft de economische groei achter, al past de economie zich ook aan. De uitvoer naar de Verenigde Staten daalt, maar ook de uitvoer naar landen die produceren voor de Amerikaanse markt. Wel zullen bedrijven nieuwe afzetmarkten vinden die het verlies aan verkopen in de Verenigde Staten deels opvangen.

Maar, zo waarschuwt het CPB, vooral het scenario waarin Europa en de rest van de wereld net als China hard terugslaan, kan uitdraaien op veel meer ellende. Zeker als dat uitdraait op een spiraal van steeds hogere invoerheffingen.

Verder lezen: meer over de handelsoorlog