Het einde van cash: de voor- en nadelen van digitaal geld

29 juli 2014Leestijd: 8 minuten

Een krachtige lobby van banken en winkels digitaliseert betalen in hoog tempo, ten koste van contant geld. Dat betekent dat er veel verandert, en niet alleen ten goede.

Kijkt u voor de lol eens in uw portemonnee. De kans dat daar meer dan een paar euro aan contant geld in zit, is niet groot. Sterker: als u meer dan een euro of 50 aan cash op zak hebt, is het niet uitgesloten dat u een zwartwerkende schoonmaakster heeft, andere stiekeme dingen doet of behoorlijk op leeftijd bent. Digitale betaalmethoden zijn bezig aan een onstuitbare opmars, ten koste van contant geld.

Tandenfee

Of het nu gaat om contactloos betalen, retourpinnen, de invoering van het Europese elektronische banksysteem SEPA, betalen per smartphone of afrekenen met vingerafdrukken – het zijn allemaal gloednieuwe betaalmethoden waaraan geen munt of bankbiljet te pas komt.

Natuurlijk, contant geld is nog niet verdwenen uit het dagelijks leven, maar de trend is onmiskenbaar zichtbaar en bovendien onomkeerbaar. Fooienpotten en spaarvarkens gaan hun functie verliezen. Ingesleten gewoontes moeten veranderen. Maar hoe krijgt de verkoper van de daklozenkrant straks zijn geld?

Wat moet de tandenfee onder het kussen leggen? Gaan kerkgangers hun bijdrage aan de wekelijkse collecte met hun smartphone overmaken?

Koplopers

In Nederland gaat de ontwikkeling naar een cashloze samenleving sneller dan elders in Europa: ons land is wereldwijd een van de koplopers in digitaal betalen.

‘Dat komt vooral door een convenant dat banken, winkeliers en overheid in 2005 sloten waarin ze afspraken elektronisch betalen te stimuleren,’ zegt Gijs Boudewijn (56), adjunct-directeur van de Betaalvereniging Nederland, een belangenorganisatie van aanbieders van betaaldiensten, vooral banken. ‘Terecht: elektronisch betalen is gemiddeld genomen veiliger, sneller, goedkoper en efficiënter.’

Pinnen rukt overal op, ook omdat consumenten het blijkbaar graag willen. Zelfs bij veel marktkramen kunnen klanten met hun bankpas betalen. Twee jaar geleden waren er de eerste proeven met mobiele pinapparaten bij collectes voor goede doelen. Met de zin ‘ik heb helaas geen kleingeld in huis’ kom je dan niet meer weg. Voor drukkers van bankbiljetten en de Koninklijke Nederlandse Munt is het slecht nieuws.

Praktijk

De Nederlandsche Bank (DNB) en het ministerie van Financiën benadrukken in rapporten en communiqués telkens dat de digitale ontwikkelingen moeten leiden tot mínder contant geld, niet tot het totale verdwijnen ervan. ‘Het doel is less cash, niet cashless,’ zegt woordvoerder Remko Vellenga (34) van DNB. ‘Cash blijft belangrijk.’ Maar beleid om contante betalingen te behouden ontbreekt, terwijl ze aan alle kanten worden ontmoedigd.

De praktijk is toch steeds meer cashless: geldautomaten verdwijnen uit kleine Nederlandse gemeenten, sommige winkelketens accepteren geen contant geld meer. Contante betalingen en geldopnames zijn nog wel belangrijk, maar hun aantal en het totale bedrag nemen snel af. In de supermarkten van Marqt en de koffiebars van Coffee Company kunnen klanten alleen nog maar pinnen.

Op het wereldkampioenschap hockey in Den Haag, de afgelopen weken, kon vrijwel alleen digitaal worden betaald. De gemeente Almere wil de hele binnenstad cashvrij maken.

Stabiel

Het is de vraag of dat wel zo’n goed idee is. Op plekken waar alleen digitaal kan worden afgerekend, kunnen problemen ontstaan. Wat gebeurt er als de stroom uitvalt, of als er door een computerstoring kan worden niet betaald?

Over het geheel genomen is het pinsysteem in Nederland stabiel, maar ook hier gaat het weleens mis: in november 2011 konden klanten opeens niet meer pinnen bij 15.000 pinapparaten.

En elektronische systemen van banken zijn sowieso kwetsbaar voor storingen. In mei presenteerde de website allestoringen.nl een onderzoekje waaruit bleek dat Nederland ‘wereldkampioen bankstoringen over 2013’ was. Dat ging over internetbankieren, niet over pinnen. Maar het toont aan: digitale betaalsystemen zijn zeker niet onfeilbaar.

Als winkeliers naast pinbetalingen ook gewoon cash accepteren, levert dat geen probleem op: dan is er altijd een alternatief. Maar dat zal in de toekomst op steeds minder plekken het geval zijn.

Budgetvoorlichter Nibud adviseert om altijd voor twee dagen contant geld achter de hand te hebben voor noodgevallen. Maar als die biljetten straks niet meer worden geaccepteerd, heeft dat weinig zin.

Offline

Een back-up kan natuurlijk ook bestaan uit een alternatieve digitale methode. Zo wordt er al enkele jaren gesproken over de mogelijkheid van offline pinnen: dan stuurt het apparaat de gegevens door zodra er weer verbinding is na een datastoring. Maar dat kan in Nederland nog niet. En: als de stroom uitvalt, heb je daar ook niets aan. Niet-elektronische betaalmethoden zullen altijd achter de hand moeten worden gehouden.

Je zou denken dat winkeliers zelf ook baat hebben bij een solide back-up voor elektronische betalingen. Als een klant niet kan betalen, loopt de winkelier omzet mis. De branche-organisatie van winkeliers, Detailhandel Nederland, klaagt vrijwel elk jaar over ‘onacceptabele storingen’ bij internetbankieren of andere digitale betaalmethodes. De branche-organisatie wijst dan steevast naar de banken: die moeten zorgen voor een betrouwbaarder systeem.

Detailhandel Nederland mag ook wel eens naar de eigen leden kijken: het groeiend aantal winkels dat geen cash meer accepteert, bedreigt het altijd beschikbaar zijn van betaalmogelijkheden ook. Als winkeliers zo’n last hebben van storingen, waarom dringen zij cash dan steeds verder terug?

Impulsaankoop

Een verklaring daarvoor is te vinden in de gedragseconomie. Uit onderzoek blijkt namelijk dat als betalingen digitaal zijn, consumenten structureel meer uitgeven dan wanneer ze betalen met munten en bankbiljetten. Sommige studies rapporteren verschillen van wel 15 procent.

‘Dat heeft vooral te maken met het feit dat we onbewust meer impulsaankopen doen als we geen cash te voorschijn hoeven te halen,’ zegt Henriëtte Prast (59), hoogleraar financiële planning aan Tilburg University. ‘Er is een bekend onderzoek naar betalen in bedrijfskantines. Bezoekers die daar met een pasje betalen in plaats van met contant geld, doen meer ongezonde aankopen dan zij die contant afrekenen. Ze kopen bijvoorbeeld meer snoep en kroketten.’

Methoden

Ook spelen zogeheten zelfbindingsmechanismen een rol: ‘Veel mensen hebben methoden om zichzelf in toom te houden. Contant geld speelt daarbij vaak een rol,’ zegt Prast. Mensen geven zichzelf bijvoorbeeld dagelijks een bepaald budget in cash om te voorkomen dat ze te veel uitgeven. ‘Je hebt met pinnen simpelweg minder zicht op je uitgaven, en de drempel om geld uit te geven is veel lager,’ zegt Prast. Niet zo gek dat winkeliers willen dat hun klanten elektronisch betalen.

Het uitbannen van cash zorgt voor meer problemen. Munten en bankbiljetten zijn een wettig betaalmiddel. Maar op sommige plekken is al sprake van een straf als consumenten willen betalen met cash. Denk aan het openbaar vervoer: sinds de introductie van de OV-chipkaart is betalen met contant geld daar zeer lastig geworden. Dat kan in de bus of tram vrijwel alleen bij de bestuurder. En een kaartje is dan stukken duurder dan voor wie elektronisch met een chipkaart incheckt.

Acceptatieplicht

Maar wie kan ingrijpen? Dat is lastig, aangezien in Nederland geen wettelijke plicht bestaat om wettige betaalmiddelen te accepteren. Als een winkelier geen contanten wil aannemen, hoeft hij dat niet. ‘Het ministerie van Financiën ziet het afnemend belang van contant geld in Nederland niet als een bedreiging, omdat de efficiency en veiligheid van het betalingsverkeer voorop staan,’ laat woordvoerder Herman Opmeer (48) weten. Het ministerie bevestigt: er is geen beleid om de mogelijkheid van contante betalingen te behouden.

De Nederlandse praktijk botst wel met Europese regels. De Europese Commissie vindt dat winkeliers in principe contante euro’s moeten accepteren.

Ook is het verboden om contante betalingen af te straffen met hogere prijzen. Lidstaten hebben wel wat bewegingsvrijheid bij het interpreteren van deze regels, maar het toelaten van winkels waar alleen kan worden gepind, en de hogere prijzen in het openbaar vervoer voor consumenten die cash betalen, lijken in strijd met de Europese acceptatieplicht van de euro. De Commissie zou in theorie een zogeheten inbreukprocedure vanwege het Nederlandse beleid kunnen beginnen, maar dat is tot op heden niet gebeurd.

Beweging

Wel is er in de Haagse politiek enige beweging. Zowel SP als CDA pleit voor hardere afspraken over het behoud van geldautomaten in plattelandsgemeenten. Volgens het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer verdwenen de laatste vijf jaar duizend geldautomaten in Nederland.

‘Banken zouden creatiever moeten nadenken hoe ze de nutsfunctie van geldautomaten kunnen handhaven. Als ze dat niet goed doen, kan het nodig zijn dat de overheid ingrijpt,’ zegt Tweede Kamerlid Eddy van Hijum (42) van het CDA. Maar daar ziet het voorlopig niet naar uit.

Een motie van zijn hand die het kabinet vroeg meer werk te maken van het behoud van geldautomaten, werd eind mei door een meerderheid in de Tweede Kamer verworpen. Banken mogen nu wel, bij wijze van proef, meer samenwerken om geldautomaten te handhaven. Dat was eerder lastig, omdat dat niet mocht van mededingingsautoriteiten.

Elektronisch spoor

Bij de overheid zelf zijn ook heel wat afdelingen die cash liever vandaag dan morgen zien verdwijnen. Dat heeft vooral te maken met de traceerbaarheid van digitale betalingen.

Die laten, anders dan contanten, een elektronisch spoor na. Dat is zowel voor het ministerie van Financiën als voor het ministerie van Veiligheid en Justitie interessant. Belastingontduiking wordt lastiger, het zwarte circuit kleiner, de gangen van criminelen (denk aan witwassen) kunnen beter worden nagegaan.

De informatie die aan digitale betalingen is gekoppeld, is ook interessant voor banken en andere aanbieders van betaaldiensten. Zij zijn de laatste tijd druk bezig om te bedenken hoe ze geld kunnen verdienen aan gegevens over het betaalgedrag van hun klanten. Die kunnen ze bijvoorbeeld gebruiken voor op maat gemaakte advertenties, of het voorspellen van wanbetalingsgedrag. Hoe completer de data, hoe meer geld banken eraan kunnen verdienen.

Lobbyclub

Dat verklaart ook de inzet van hun lobbyclub, de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB), om pinnen en andere digitale betaalmethoden te promoten: dat is allemaal veel beter bij te houden dan betalingen met cash. Deze ontwikkeling hoeft niet per se slecht te zijn voor klanten: door de extra inkomsten die deze gegevens opleveren, kunnen de kosten van bankieren misschien fors omlaag.

Maar burgers die bezorgd zijn om hun privacy, en dat zijn niet alleen criminelen, zien de ontwikkelingen met lede ogen aan. Wie niet zit te wachten op snuffelende overheden of data verzamelende adverteerders, heeft door het uitbannen van contant geld steeds minder te kiezen. Een leven zonder digitaal geld is nauwelijks voor te stellen.

Lege kassa

En hoe zit het met de veiligheid? Het is misschien wel het meest gebruikte argument in de campagnes voor pinnen en tegen cash. Als er geen contant geld meer in kassa’s zit, wordt het voor overvallers een stuk minder interessant om winkels of banken te beroven.

Daardoor wordt Nederland veiliger, luidt de redenering. Maar ook hier is de werkelijkheid complexer dan de campagnes voorspiegelen. Natuurlijk is een lege kassa veiliger dan een volle kassa. Het aantal bankroven daalt de laatste jaren spectaculair. Maar de afname van het geweld is maar één kant van de medaille.

Digitaal geld is kwetsbaar voor cybercriminelen. Terwijl het aantal bankroven sterk is gedaald, neemt digitale criminaliteit (zoals het kaalplukken van internetbankrekeningen) juist toe. Veel criminelen hebben het voorzien op bankrekeningen van gewone burgers. Denk maar aan phishing, waarbij misdadigers inlogcodes ontfutselen. Maar geweld komt er niet aan te pas.

Tegenpartijen

Of de twijfels over het uitbannen van cash nu terecht zijn of niet – banken en winkeliers gaan in sneltreinvaart door met het terugdringen van contant geld. Krachtige lobby-organisaties als Detailhandel Nederland, de NVB en MKB-Nederland staan aan hun zijde. De overheid, die zou kunnen ingrijpen, heeft zelf ook liever zo min mogelijk cash in omloop.

De tegenpartijen in het debat over de toekomst van betalen maken niet veel geluid. ‘Er zijn inderdaad weinig partijen die zich hard maken voor cash,’ constateert ook Gijs Boudewijn van Betaalvereniging Nederland.

Eigenlijk maken alleen wat ouderenorganisaties, privacyclubs en een handvol Tweede Kamerleden zich druk over het langzaam maar zeker steeds verder marginaliseren van contant geld.

Bijna niemand springt in de bres voor cash.

Dit artikel verscheen op 21 juni in weekblad Elsevier.